Het Protocol betreffende de uitbanning van illegale handel in tabaksproducten bij het Kaderverdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie inzake tabaksontmoediging wordt hierbij namens de Unie goedgekeurd met betrekking tot de in de artikelen 14, 16, 26, 29 en 30 voorziene bepalingen over justitiële samenwerking in strafzaken en de definitie van strafbare feiten.
Besluit (EU) 2016/1750 van de Raad van 17 juni 2016 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol betreffende de uitbanning van illegale handel in tabaksproducten bij het Kaderverdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie inzake tabaksontmoediging, wat betreft de bepalingen ervan inzake verplichtingen in verband met justitiële samenwerking in strafzaken en de definitie van strafbare feiten
Besluit (EU) 2016/1750 van de Raad van 17 juni 2016 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol betreffende de uitbanning van illegale handel in tabaksproducten bij het Kaderverdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie inzake tabaksontmoediging, wat betreft de bepalingen ervan inzake verplichtingen in verband met justitiële samenwerking in strafzaken en de definitie van strafbare feiten
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 82, lid 1, en artikel 83, juncto artikel 218, lid 6, onder a),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement,
Overwegende hetgeen volgt:
De sluiting van het Kaderverdrag van de Wereldgezondheidsorganisatie inzake tabaksontmoediging (Framework Convention on Tobacco Control — FCTC) is namens de Gemeenschap goedgekeurd bij Besluit 2004/513/EG van de Raad(1).
Overeenkomstig Besluit 2013/744/EU van de Raad(2) en Besluit 2013/745/EU van de Raad(3) is het Protocol betreffende de uitbanning van illegale handel in tabaksproducten bij het FCTC van de Wereldgezondheidsorganisatie („het protocol”) op 20 december 2013 ondertekend, onder voorbehoud van sluiting op een later tijdstip.
Het protocol levert een belangrijke bijdrage tot de internationale inspanningen om alle vormen van illegale handel in tabaksproducten uit te bannen en zodoende de ontduiking van belasting en douanerechten tegen te gaan en het aanbod van tabaksproducten te verminderen in overeenstemming met artikel 15 van het FCTC van de Wereldgezondheidsorganisatie. Het protocol draagt ook bij tot het goed functioneren van de interne markt voor tabaksproducten en het waarborgen van een hoog niveau van bescherming van de volksgezondheid.
De gebieden die onder dit protocol vallen, hebben betrekking op justitiële samenwerking in strafzaken, de definitie van strafbare feiten en politiële samenwerking. Voor zover artikelen 14, 16, 19, 23, 26, 27, 29 en 30 van het protocol kunnen worden uitgevoerd door middel van maatregelen die binnen de werkingssfeer van die gebieden vallen, behoren die bepalingen tot de werkingssfeer van titel V van het derde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
De Unie heeft via rechtshandelingen gemeenschappelijke regels vastgelegd op het gebied van de justitiële samenwerking in strafzaken en de definitie van strafbare feiten(4). Artikelen 14, 16, 26, 29 en 30 van het protocol kunnen invloed hebben op deze gemeenschappelijke regels of het toepassingsgebied ervan wijzigen. Het protocol dient enkel voor zover het protocol gevolgen kan hebben voor deze gemeenschappelijke regels of de werkingssfeer ervan kan wijzigen, namens de Unie te worden goedgekeurd voor aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de Unie behoren.
Door de sluiting van het protocol zal de Unie geen gedeelde bevoegdheid uitoefenen, zodat de lidstaten hun bevoegdheid behouden op de door het protocol bestreken gebieden die geen gevolgen hebben voor gemeenschappelijke regels of die de werkingssfeer ervan niet wijzigen.
Ierland is gebonden door de akte van de Raad van 26 juli 1995 en door Kaderbesluit 2001/500/JBZ, en neemt derhalve deel aan de vaststelling van dit besluit.
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, neemt het Verenigd Koninkrijk niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is in deze lidstaat.
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit, dat derhalve niet bindend is voor, noch van toepassing is deze lidstaat.
Het parallel aan dit besluit vastgestelde Besluit (EU) 2016/1749(5) heeft betrekking op de sluiting namens de Unie van het protocol, met uitzondering van de bepalingen ervan over de verplichtingen inzake de justitiële samenwerking in strafzaken en de definitie van strafbare feiten.
Het protocol dient te worden goedgekeurd voor aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de Unie behoren,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De tekst van het protocol is aan dit besluit gehecht.
Artikel 2
De voorzitter van de Raad wijst de persoon (personen) aan die bevoegd is (zijn) om namens de Unie over te gaan tot het neerleggen van:
-
de akte als bepaald in artikel 44, lid 1, van het protocol;
-
de bevoegdheidsverklaring als vervat in de bijlage bij dit besluit, overeenkomstig artikel 44, lid 3, van het protocol.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Luxemburg, 17 juni 2016.
Voor de Raad
De voorzitter
J.R.V.A. Dijsselbloem