Uitvoeringsverordening (EU) 2016/248 van de Commissie van 17 december 2015 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft Uniesteun voor de verstrekking en de distributie van groenten en fruit, verwerkte groenten en fruit en banaanproducten in het kader van de regeling voor schoolfruit en schoolgroenten, en tot vaststelling van de indicatieve toewijzing van die steun
Uitvoeringsverordening (EU) 2016/248 van de Commissie van 17 december 2015 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft Uniesteun voor de verstrekking en de distributie van groenten en fruit, verwerkte groenten en fruit en banaanproducten in het kader van de regeling voor schoolfruit en schoolgroenten, en tot vaststelling van de indicatieve toewijzing van die steun
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad(1), en met name artikel 25,
Gezien Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad(2), en met name artikel 62, lid 2, onder a) tot en met d), en artikel 64, lid 7, onder a),
Gezien Verordening (EU) nr. 1370/2013 van de Raad van 16 december 2013 houdende maatregelen tot vaststelling van steun en restituties in het kader van de gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten(3), en met name artikel 5, lid 2, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
Verordening (EU) nr. 1308/2013 vervangt Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad(4) en bevat nieuwe voorschriften inzake de regeling voor schoolfruit en schoolgroenten (hierna „de regeling” genoemd). Ook verleent zij de Commissie de bevoegdheid om in dit verband gedelegeerde en uitvoeringshandelingen vast te stellen. Met het oog op een soepele werking van de regeling in het nieuwe rechtskader moeten bepaalde regels middels dergelijke handelingen worden vastgesteld. Deze handelingen moeten in de plaats komen van Verordening (EG) nr. 288/2009 van de Commissie(5), die is ingetrokken bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/247(6).
Op grond van artikel 23, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 moeten lidstaten die aan de regeling wensen deel te nemen, vooraf een strategie voor de uitvoering van de regeling vaststellen. Om de uitvoering van de regeling te kunnen evalueren moet worden bepaald welke elementen in de strategie moeten worden opgenomen.
Met het oog op goed bestuur en gezond begrotingsbeheer moeten de lidstaten die de regeling uitvoeren, elk jaar een aanvraag voor Uniesteun indienen; de inhoud van die aanvraag moet worden omschreven.
De inhoud en de frequentie van de steunaanvragen die de aanvragers van steun indienen, moeten worden vastgesteld, evenals de voorschriften voor de indiening van de aanvragen. Voorts moet nader worden omschreven welke bewijsstukken ter staving van de steunaanvragen moeten worden voorgelegd. Ook moet worden bepaald welke sancties de bevoegde autoriteit moet toepassen wanneer een steunaanvraag te laat wordt ingediend.
De voorwaarden voor de betaling van de steun moeten verder worden verduidelijkt om rekening te houden met het onderscheid tussen, enerzijds, steun voor de verstrekking en distributie van producten en, anderzijds, steun voor monitoring, evaluatie, publiciteit en begeleidende maatregelen. De inhoud van de bewijsstukken die ter staving van elke aanvraag voor de betaling van de steun moeten worden voorgelegd, moet nader worden omschreven.
Om de doeltreffendheid van de regeling te beoordelen moeten de lidstaten de Commissie in kennis stellen van de resultaten en de bevindingen van hun monitoring en evaluatie van de regeling. Duidelijkheidshalve is het wenselijk om een datum vast te stellen voor de kennisgeving aan de Commissie van het evaluatieverslag en van de resultaten van de monitoring. De Commissie moet deze documenten bekendmaken.
Om de financiële belangen van de Unie te beschermen moeten passende controlemaatregelen ter bestrijding van onregelmatigheden en fraude worden genomen. Deze controlemaatregelen moeten volledige administratieve controles omvatten, aangevuld met controles ter plaatse. Met het oog op een billijke en eenvormige aanpak in de lidstaten moeten de omvang, de inhoud, het tijdschema en de verslaglegging met betrekking tot deze controlemaatregelen nader worden omschreven, rekening houdend met de verschillen in de uitvoering van de regeling door de lidstaten.
Onverschuldigd betaalde bedragen moeten worden teruggevorderd overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie(7).
Overeenkomstig artikel 23, lid 10, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 moet het publiek er zich voldoende bewust van zijn dat de Unie financieel aan de regeling bijdraagt. Het is passend om, naast de bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/247 betreffende het gebruik van een poster, regels vast te stellen inzake het geven van bekendheid aan de regeling en inzake het gebruik van het embleem van de Unie. Voorts moet worden bepaald dat bij wijze van overgangsmaatregel nog gedurende een beperkte periode mag worden gebruikgemaakt van de posters en andere publiciteitsinstrumenten die momenteel voorhanden zijn.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Toepassingsgebied en definitie
Bij deze verordening worden uitvoeringsbepalingen vastgesteld voor de Verordeningen (EU) nr. 1308/2013 en (EU) nr. 1370/2013 wat betreft Uniesteun voor de verstrekking en de distributie van groenten en fruit, verwerkte groenten en fruit en banaanproducten (hierna „de producten” genoemd) aan kinderen, en voor bepaalde daarmee gepaard gaande kosten in het kader van de regeling voor schoolfruit en schoolgroenten als bedoeld in artikel 23 van Verordening (EU) nr. 1308/2013 (hierna „de regeling” genoemd).
Voor de toepassing van de regeling wordt onder „schooljaar” de periode van 1 augustus tot en met 31 juli van het volgende jaar verstaan.
Artikel 2 Strategie van de lidstaten
In de in artikel 23, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 en artikel 2 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/247 bedoelde strategie van de lidstaten worden ten minste de volgende elementen opgenomen:
-
het geografische en administratieve niveau waarop de regeling zal worden uitgevoerd;
-
de duur van de strategie;
-
indien beschikbaar, informatie over het niveau van de consumptie van de betrokken producten;
-
de operationele doelstellingen van de strategie in het kader van de regeling, en de te verwezenlijken doelen;
-
indien een bestaande nationale schoolregeling wordt verlengd of doeltreffender wordt gemaakt door gebruik te maken van middelen van de Unie, de regelingen die zijn ingesteld om de toegevoegde waarde van de regeling te waarborgen;
-
het geraamde budget of budgetpercentage voor de belangrijkste elementen van de regeling;
-
de doelgroep;
-
de lijst van producten die in het kader van de regeling verstrekt zullen worden;
-
de doelstellingen en de inhoud van de begeleidende maatregelen;
-
een beschrijving van de wijze waarop de desbetreffende belanghebbenden erbij betrokken zullen worden;
-
informatie over de regelingen voor de distributie van de producten en over de procedures voor de selectie van de leveranciers;
-
de maatregelen die worden genomen om bekendheid aan de Uniesteun te geven, ook wanneer het volgens de strategie is toegestaan gewone schoolmaaltijden te nemen en tegelijk producten te consumeren die in het kader van de regeling worden gefinancierd;
-
de structuren en formulieren voor de monitoring en evaluatie van de regeling overeenkomstig artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/247 en voor de controles als bedoeld in de artikelen 7 en 8 van de onderhavige verordening.
De Commissie maakt de strategieën van de lidstaten bekend.
Artikel 3 Door de lidstaten ingediende steunaanvragen
De lidstaten dienen elk jaar, uiterlijk op 31 januari, hun steunaanvraag voor het volgende schooljaar in. De steunaanvragen bevatten de volgende informatie:
-
de in de bijlage vastgestelde indicatieve steuntoewijzing;
-
het gevraagde bedrag indien de lidstaat geen gebruik wil maken van het volledige bedrag van de indicatieve toewijzing;
-
de bereidheid om meer dan de indicatieve toewijzing te gebruiken en het maximale aanvullende bedrag voor het geval er een aanvullende toewijzing beschikbaar is;
-
het totale aangevraagde bedrag.
De in dit artikel bedoelde bedragen worden uitgedrukt in EUR.
Artikel 4 Door de steunaanvragers ingediende steunaanvragen
De lidstaten bepalen de vorm, de inhoud en de frequentie van de steunaanvragen overeenkomstig hun strategie en de voorschriften van de leden 2 tot en met 7.
De steunaanvragen inzake de verstrekking en distributie van producten bevatten ten minste de volgende informatie:
-
de hoeveelheden gedistribueerde producten;
-
de naam en het adres of identificatienummer van de onderwijsinstellingen of -instanties waaraan die hoeveelheden gedistribueerd zijn;
-
het aantal kinderen dat regelmatig aanwezig is in de betrokken onderwijsinstellingen die in de door de steunaanvraag bestreken periode recht hebben op de onder de regeling vallende producten.
De steunaanvragen betreffende de verstrekking en distributie van producten bestrijken perioden van ten hoogste vijf maanden.
De steunaanvragen worden ingediend binnen drie maanden na afloop van de periode waarop zij betrekking hebben.
De steunaanvragen betreffende het in artikel 6, lid 2, bedoelde evaluatieverslag wordt ingediend binnen een maand na de datum waarop het in dat lid bedoelde verslag is ingediend.
Als de in de leden 4 en 5 bedoelde termijn met minder dan 60 dagen wordt overschreden, wordt de steun betaald, maar gekort met:
-
5 % indien de termijn met 1 tot 30 dagen wordt overschreden;
-
10 % indien de termijn met 31 tot 60 dagen wordt overschreden.
Wordt de termijn met meer dan 60 dagen overschreden, dan wordt de steun per extra dag nog eens met 1 % verlaagd, berekend over het saldo.
De in de steunaanvragen gevraagde bedragen worden gestaafd met bewijsstukken waarop de prijs van de geleverde producten, materialen of diensten is vermeld, en met een ontvangst- of betalingsbewijs of een gelijkwaardig document. De lidstaten geven een nadere omschrijving van de documenten die ter staving van de steunaanvragen moeten worden ingediend.
Als de steunaanvragen betrekking hebben op monitoring, evaluatie, publiciteit of begeleidende maatregelen, bevatten de bewijsstukken ook de financiële opsplitsing per activiteit en nadere gegevens over de daarmee gemoeide kosten.