De bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Verordening (EU) 2016/1866 van de Commissie van 17 oktober 2016 tot wijziging van de bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumresidugehalten voor dec-3-een-2-on, acibenzolar-S-methyl en hexachloorbenzeen in of op bepaalde producten (Voor de EER relevante tekst)
Verordening (EU) 2016/1866 van de Commissie van 17 oktober 2016 tot wijziging van de bijlagen II, III en V bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumresidugehalten voor dec-3-een-2-on, acibenzolar-S-methyl en hexachloorbenzeen in of op bepaalde producten (Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad(1), en met name artikel 14, lid 1, onder a), artikel 16, lid 1, onder a), artikel 17 en artikel 49, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
Voor acibenzolar-S-methyl zijn maximumresidugehalten (MRL's) vastgesteld in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005. Voor hexachloorbenzeen zijn MRL's vastgesteld in bijlage II en bijlage III, deel B, bij die verordening. Voor dec-3-een-2-on zijn geen specifieke MRL's vastgesteld en die stof is evenmin opgenomen in bijlage IV bij die verordening, waardoor de standaardwaarde van 0,01 mg/kg als bepaald in artikel 18, lid 1, onder b), van die verordening van toepassing is.
In de context van een procedure voor de verlening van een vergunning voor het gebruik van een gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof dec-3-een-2-on bevat op aardappelen is overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een aanvraag tot opname van die werkzame stof in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 396/2005 ingediend.
Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 396/2005 heeft de betrokken lidstaat die aanvraag geëvalueerd en is het evaluatieverslag naar de Commissie gezonden.
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft de aanvraag en het evaluatieverslag beoordeeld, waarbij zij bijzondere aandacht heeft besteed aan de risico's voor de consument en in voorkomend geval voor dieren, en zij heeft een besluit genomen met betrekking tot het voorstel tot opname van de werkzame stof in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 396/2005(2). De EFSA heeft dat besluit naar de Commissie en de lidstaten gezonden en openbaar gemaakt.
De EFSA heeft geconcludeerd dat de beschikbare informatie niet toereikend is om vast te stellen dat het gebruik van dec-3-een-2-on als werkzame stof in gewasbeschermingsmiddelen geen onmiddellijk of uitgesteld schadelijk effect heeft op de gezondheid van de mens, met inbegrip van kwetsbare groepen, bij inname via de voeding. Daarom is het niet passend om de stof op te nemen in bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 396/2005 en moeten de MRL's worden vastgesteld op de relevante bepaalbaarheidsgrens. De Commissie heeft de referentielaboratoria van de Europese Unie geraadpleegd over de passende bepaalbaarheidsgrenzen.
Voor acibenzolar-S-methyl heeft de EFSA een conclusie over de intercollegiale toetsing van de risicobeoordeling van die werkzame stof als bestrijdingsmiddel ingediend(3). In dat kader heeft de EFSA aanbevolen voor de groep van pitvruchten het MRL te verhogen tot 0,2 mg/kg. Op basis van de nieuwe toxicologische referentiewaarden heeft zij aanbevolen voor tomaten het bestaande MRL te verlagen tot 0,3 mg/kg.
Voor hexachloorbenzeen zijn alle bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die die werkzame stof bevatten, ingetrokken. Overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EG) nr. 396/2005, juncto artikel 14, lid 1, onder a), moeten de voor die werkzame stoffen in de bijlagen II en III vastgestelde MRL's dan ook worden geschrapt. Uit recente monitoringgegevens blijkt dat op pompoenzaad nog residuen worden aangetroffen boven de bepaalbaarheidsgrens(4). Residuen van hexachloorbenzeen zijn het gevolg van bodemverontreiniging door het gebruik van die persistente verbinding in het verleden. Het bestaande MRL van 0,05 mg/kg voor pompoenzaad is een passende maatregel ten aanzien van het voorkomen van hexachloorbenzeen in dat product. Het MRL wordt later opnieuw beoordeeld; daarbij zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen tien jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt. Voor producten van dierlijke oorsprong blijkt uit de monitoringgegevens dat lagere waarden dan de bepaalbaarheidsgrens moeten worden vastgesteld voor spier en melk van alle soorten.
Op grond van de conclusies van de EFSA en rekening houdend met de ter zake relevante factoren voldoen de wijzigingen van de MRL's aan de vereisten van artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005.
De handelspartners van de Unie zijn via de Wereldhandelsorganisatie over de nieuwe MRL's geraadpleegd en er is rekening gehouden met hun opmerkingen.
Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
Die verordening moet voorzien in een overgangsregeling voor producten die vóór de wijziging van de MRL's werden vervaardigd en waarvoor informatie beschikbaar is waaruit blijkt dat een hoog niveau van consumentenbescherming wordt gehandhaafd, zodat die op een normale wijze in de handel gebracht, verwerkt en geconsumeerd kunnen worden.
Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat de gewijzigde MRL's van toepassing worden, zodat de lidstaten, derde landen en de exploitanten van levensmiddelenbedrijven zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de wijziging van de MRL's zullen voortvloeien.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 2
Verordening (EG) nr. 396/2005 blijft in de versie die vóór de wijziging uit hoofde van deze verordening van kracht was, van toepassing op producten die vóór 10 mei 2017 zijn geproduceerd, met uitzondering van acibenzolar-S-methyl in tomaten.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 10 mei 2017.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 17 oktober 2016.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude Juncker