Besluit (EU) 2017/1206 van de Raad van 4 juli 2017 tot vaststelling van de financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds en van de tweede tranche voor 2017
Besluit (EU) 2017/1206 van de Raad van 4 juli 2017 tot vaststelling van de financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingsfonds en van de tweede tranche voor 2017
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000(1), zoals laatstelijk gewijzigd („de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst”),
Gezien het Intern Akkoord tussen de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten van de Europese Unie, in het kader van de Raad bijeen, betreffende de financiering van de steun van de Europese Unie binnen het meerjarig financieel kader voor 2014-2020, overeenkomstig de ACS-EU-partnerschapsovereenkomst en de toewijzing van financiële bijstand ten behoeve van de landen en gebieden overzee waarop de bepalingen van deel vier van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn(2) („het Intern Akkoord”), en met name artikel 7,
Gezien Verordening (EU) 2015/323 van de Raad van 2 maart 2015 inzake het financieel reglement van toepassing op het 11e Europees Ontwikkelingsfonds(3) („het Financieel Reglement van het 11e EOF”), en met name artikel 21, leden 3 en 4,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
Overeenkomstig de procedure van artikel 21, lid 3, van het Financieel Reglement van het 11e EOF dient de Commissie uiterlijk op 15 juni 2017 een voorstel in voor a) het bedrag van de tweede tranche van de bijdrage voor 2017, en b) een herzien jaarlijks bedrag van de bijdrage voor 2017, indien het jaarlijkse bedrag afwijkt van de werkelijke behoeften.
Overeenkomstig artikel 52 van het Financieel Reglement van het 11e EOF heeft de Europese Investeringsbank (EIB) op 6 april 2017 de Commissie haar bijgewerkte vastleggings- en betalingsramingen betreffende de door haar beheerde instrumenten doen toekomen.
Artikel 22, lid 1, van het Financieel Reglement van het 11e EOF bepaalt dat bij de verzoeken om bijdragen eerst in chronologische volgorde de bedragen voor vorige Europese Ontwikkelingsfondsen (EOF's) worden opgebruikt. Daarom moet een verzoek om bijdragen in het kader van het 10e en 11e EOF worden gedaan.
Bij Besluit (EU) 2016/2026(4) heeft de Raad op 11 november 2016 op voorstel van de Commissie besloten het maximum van de jaarlijkse EOF-bijdragen van de lidstaten voor 2017 vast te stellen op 3 850 000 000 EUR voor de Commissie en 150 000 000 EUR voor de EIB.
Bij Besluit (EU) 2016/1337(5) hechtte de Raad op 2 augustus 2016 zijn goedkeuring aan de toewijzing van geannuleerde middelen voor projecten van het 10e EOF met het oog op aanvullende financiering van de Afrikaanse Vredesfaciliteit voor de periode 2016-2018. Daarop sloten de lidstaten een politieke overeenkomst in de COREPER om een gecombineerd bedrag van 200 miljoen EUR aan geannuleerde bedragen van het 8e en 9e EOF te vergoeden en de betalingen van de lidstaten in die zin aan te passen zodat elke lidstaat wordt vergoed a rato van zijn aandeel in deze bijdragen. De aanpassingen aan de betalingen moeten worden doorgevoerd met het derde verzoek om bijdragen 2017 en/of met het eerste verzoek om bijdragen 2018,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De individuele bijdragen aan het EOF die de lidstaten voor de tweede tranche van 2017 aan de Commissie en de EIB moeten betalen, zijn in de tabel in de bijlage bij dit besluit weergegeven.
Artikel 2
Van de in artikel 1, lid 2, onder a), van de Interne Akkoorden van het 8e en 9e EOF vastgestelde bijdragen van de lidstaten wordt dienovereenkomstig een bedrag van 200 000 000 EUR afgetrokken voor geannuleerde bedragen van het 8e en 9e EOF. Rekening houdend met de voorkeur van iedere lidstaat, wordt de financiële aanpassing doorgevoerd bij de derde tranche 2017 en/of de eerste tranche 2018.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de datum waarop het wordt vastgesteld.
Gedaan te Brussel, 4 juli 2017.
Voor de Raad
De voorzitter
M. Maasikas