Home

Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/376 van de Commissie van 3 maart 2017 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/921 wat betreft de herverdeling van de krachtens artikel 2, lid 4, van die verordening gemelde niet-gebruikte hoeveelheden

Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/376 van de Commissie van 3 maart 2017 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/921 wat betreft de herverdeling van de krachtens artikel 2, lid 4, van die verordening gemelde niet-gebruikte hoeveelheden

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad(1), en met name artikel 219, lid 1, in samenhang met artikel 228,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Op 7 augustus 2014 heeft de regering van de Russische Federatie (hierna „Rusland” genoemd) een verbod ingevoerd op de import in Rusland van bepaalde producten uit de Unie, waaronder groenten en fruit. Dit importverbod had tot gevolg dat de markt ernstig dreigde te worden verstoord als gevolg van aanzienlijke prijsdalingen die terug te voeren waren op het wegvallen van een belangrijke exportmarkt. Het verbod wordt nu verlengd tot eind 2017. In deze omstandigheden blijft voor bepaalde specifieke producten zoals appelen en peren de dreiging van marktverstoringen in de Unie bestaan, en moeten adequate maatregelen worden vastgesteld en toegepast zolang het Russische verbod van kracht is.

  2. De dreiging van marktverstoringen is met name voelbaar in de groente- en fruitsector, waar traditioneel grote hoeveelheden bederfelijke producten naar Rusland werden geëxporteerd. Het is moeilijk gebleken om voor de volledige productie een andere bestemming te vinden. Bijgevolg blijft een situatie op de markt bestaan waarvoor de normale, in het kader van Verordening (EU) nr. 1308/2013 beschikbare maatregelen ontoereikend lijken te zijn.

  3. Om een ernstige en langdurige marktverstoring te voorkomen, voorzagen Gedelegeerde Verordeningen (EU) nr. 913/2014(2), (EU) nr. 932/2014(3), (EU) nr. 1031/2014(4), (EU) 2015/1369(5) en (EU) 2016/921(6) van de Commissie in maximale steunbedragen voor verrichtingen inzake het uit de markt nemen, niet oogsten en groen oogsten die werden berekend op basis van de traditionele export naar Rusland.

  4. Ook wordt in Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/921 erkend dat de producten die onder de bij die verordening vastgestelde regeling vallen en normaal naar Rusland zouden zijn uitgevoerd, kunnen worden afgezet op de markten van andere lidstaten. In de lidstaten kunnen producenten die diezelfde producten produceren maar deze traditioneel niet naar Rusland uitvoeren, op hun beurt met een aanzienlijke verstoring van de markt en met name een daling van de prijzen worden geconfronteerd. Om de markt te stabiliseren is door de Unie in alle lidstaten financiële steun ter beschikking gesteld aan producenten van een of meer onder die verordening vallende producten. De hoeveelheid van de betrokken producten mocht echter niet meer dan 3 000 ton per lidstaat bedragen.

  5. De lidstaten behielden de vrijheid om te beslissen in welke mate zij de hoeveelheid van 3 000 ton zouden gebruiken. Indien zij besloten om geen gebruik te maken van deze hoeveelheid, moesten zij de Commissie uiterlijk op 31 oktober 2016 in kennis stellen van de niet-gebruikte hoeveelheid.

  6. Uiterlijk op 31 oktober 2016 hebben Duitsland, Denemarken, Luxemburg, Slowakije, Slovenië, Oostenrijk en het Verenigd Koninkrijk de Commissie formeel in kennis gesteld van hun beslissing om geen gebruik te maken van de 3 000 ton, of van een deel ervan.

  7. Derhalve moeten de niet-gebruikte hoeveelheden worden herverdeeld. De herverdeling dient te worden gebaseerd op transparante, objectieve en eerlijke criteria. Dat kan het best gebeuren op basis van het aandeel van elke lidstaat in de totale hoeveelheid, zoals momenteel is bepaald in bijlage I van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/921. Om ervoor te zorgen dat elke lidstaat ten minste 300 ton krijgt toegewezen, moeten de toewijzingen aan Cyprus, Kroatië en Portugal van 85 ton worden opgetrokken tot 300 ton. Deze maatregel is nodig aangezien de herverdeling van hoeveelheden van minder dan 85 ton zou leiden tot onevenredige administratieve druk voor de nationale autoriteiten — vooral wat de controle betreft — en tegelijkertijd geen noemenswaardige invloed zou hebben op de situatie waarin de producenten en de markt zich bevinden.

  8. Om een onmiddellijk effect op de markt te hebben en bij te dragen aan de stabilisering van de prijzen in de betrokken lidstaten, moet deze verordening in werking treden op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie en moet zij van toepassing zijn met ingang van die dag tot en met 30 juni 2017,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/921 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

    1. in lid 1 wordt de eerste alinea vervangen door:

      „De in artikel 1, lid 1, bedoelde financiële bijstand voor steunmaatregelen wordt de lidstaten ter beschikking gesteld voor de in de bijlagen I en V vastgestelde hoeveelheden producten.”;

    2. een nieuw lid 5 wordt toegevoegd:

      „5.

      Volgend op de in lid 4 bedoelde kennisgevingen, worden de gemelde niet-gebruikte hoeveelheden herverdeeld onder de lidstaten zoals bepaald in bijlage V.

      Die in bijlage V genoemde herverdeelde hoeveelheden vormen een aanvulling op de in lid 1, tweede alinea, genoemde hoeveelheden.”.

  2. In artikel 3 wordt de eerste alinea vervangen door:

    „De lidstaten verdelen de in artikel 2, leden 1 en 5, bedoelde hoeveelheden over de producentenorganisaties en de producenten die geen lid van een producentenorganisatie zijn volgens het beginsel „wie het eerst komt, het eerst maalt”.”.

  3. Bijlage V wordt toegevoegd waarvan de tekst is opgenomen in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing vanaf de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie tot en met 30 juni 2017.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 3 maart 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude Juncker

BIJLAGE

„BIJLAGE V