Voor het in de bijlage gespecificeerde preparaat, dat behoort tot de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep „andere zoötechnische toevoegingsmiddelen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/420 van de Commissie van 9 maart 2017 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van tijmolie, synthetische steranijsolie en Quillaja-bastpoeder als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen, opfokleghennen en voor minder gangbare vogelsoorten gehouden voor mest- en legdoeleinden (vergunninghouder Delacon Biotechnik GmbH) (Voor de EER relevante tekst. )
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/420 van de Commissie van 9 maart 2017 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van tijmolie, synthetische steranijsolie en Quillaja-bastpoeder als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen, opfokleghennen en voor minder gangbare vogelsoorten gehouden voor mest- en legdoeleinden (vergunninghouder Delacon Biotechnik GmbH) (Voor de EER relevante tekst. )
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding(1), en met name artikel 9, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de vergunningsgronden en -procedures, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.
Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag voor de verlening van een vergunning ingediend voor een preparaat van tijmolie, synthetische steranijsolie en Quillaja-bastpoeder als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen, opfokleghennen en voor minder gangbare vogelsoorten gehouden voor mest- en legdoeleinden. Bij de aanvraag waren de krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste nadere gegevens en documenten gevoegd.
De aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor het preparaat van tijmolie, synthetische steranijsolie en Quillaja-bastpoeder als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen, opfokleghennen en voor minder gangbare vogelsoorten gehouden voor mest- en legdoeleinden, in te delen in de toevoegingscategorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen”.
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 4 december 2015(2) geconcludeerd dat het preparaat van tijmolie, synthetische steranijsolie en Quillaja-bastpoeder onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden geen ongunstige effecten heeft op de diergezondheid, de menselijke gezondheid of het milieu. De EFSA concludeerde tevens dat het preparaat de prestaties bij mestkippen kan verbeteren. Volgens de EFSA kan deze conclusie worden uitgebreid naar opfokleghennen en worden geëxtrapoleerd naar alle minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor mest- en legdoeleinden. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. Zij heeft ook het verslag over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.
Uit de beoordeling van het preparaat van tijmolie, synthetische steranijsolie en Quillaja-bastpoeder blijkt dat aan de voorwaarden voor vergunningverlening van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is voldaan. Het gebruik van het preparaat zoals gespecificeerd in de bijlage bij deze verordening moet daarom worden toegestaan.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 9 maart 2017.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude Juncker
BIJLAGE
Identificatienummer van het toevoegingsmiddel |
Naam van de vergunninghouder |
Toevoegingsmiddel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimumgehalte |
Maximumgehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % |
|||||||||
Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: andere zoötechnische toevoegingsmiddelen (verbetering van prestatieparameters) | |||||||||
4d15 |
Delacon Biotechnik GmbH |
Tijmolie, synthetische steranijsolie en Quillaja-bastpoeder |
Preparaat van microcapsules met de etherische olie van tijm (Thymus vulgaris L.)(1) en van synthetische steranijsolie(2): ≥ 74 mg/g, Quillaja-bastpoeder (Quillaja saponaria) ≥ 200 mg/g Saponinen ≤ 23 mg/g Vaste vorm Tijmolie: thymol 2-4 mg/g Steranijsolie (geproduceerd door chemische synthese): (trans en cis)-anethool 40-50 mg/g Quillaja-bastpoeder (Quillaja saponaria) ≥ 200 mg/g Kwantificering van thymol in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, in voormengsels en in diervoeding: gaschromatografie-massaspectrometrie (GC-MS) |
Mestkippen Opfokleghennen Minder gangbare vogelsoorten (voor mest- en legdoeleinden) |
— |
150 |
150 |
1. Vermeld in de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en het voormengsel de opslagtemperatuur, de houdbaarheid en de stabiliteit bij verwerking tot pellets. 2. Voor gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de exploitanten van diervoederbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen om mogelijke risico's bij gebruik te voorkomen. Indien die risico's met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen worden gebruikt, waaronder ademhalingsbescherming. |
30 maart 2027 |