Home

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/646 van de Commissie van 5 april 2017 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/378 van de Commissie tot vaststelling van de regels voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de uitvoering van de procedure voor de jaarlijkse goedkeuring van de rekeningen en de uitvoering van de conformiteitsgoedkeuring

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/646 van de Commissie van 5 april 2017 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/378 van de Commissie tot vaststelling van de regels voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de uitvoering van de procedure voor de jaarlijkse goedkeuring van de rekeningen en de uitvoering van de conformiteitsgoedkeuring

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 tot vaststelling van de algemene bepalingen inzake het Fonds voor asiel, migratie en integratie en inzake het instrument voor financiële steun voor politiële samenwerking, voorkoming en bestrijding van criminaliteit, en crisisbeheersing(1), en met name artikel 47, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Bij de eerste jaarlijkse goedkeuring van de rekeningen overeenkomstig artikel 1 van Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/378 van de Commissie(2) is gebleken dat het nodig is de situatie te verduidelijken van jaarlijkse voorfinancieringsbedragen die niet volledig zijn verrekend door de ingediende jaarrekeningen.

  2. Er moeten regelingen worden vastgesteld voor de uitvoering van de conformiteitsgoedkeuring, met name voorschriften inzake criteria voor het bepalen van de hoogte van de financiële correctie die de Commissie kan toepassen op grond van artikel 47 van Verordening (EU) nr. 514/2014 na afronding van de procedure.

  3. Om rechtszekerheid en gelijke behandeling van alle lidstaten te waarborgen, is het noodzakelijk de criteria te verduidelijken aan de hand waarvan wordt bepaald of er ernstige tekortkomingen in de werking van de beheer- en controlesystemen zijn, de belangrijkste vormen van tekortkomingen te definiëren, en criteria uiteen te zetten voor het bepalen van de hoogte van de financiële correctie.

  4. Uitvoeringsverordening (EU) 2015/378 moet daarom worden gewijzigd.

  5. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de Fondsen voor asiel, migratie en integratie, en interne veiligheid,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Uitvoeringsverordening (EU) 2015/378 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

    1. lid 6 wordt vervangen door:

      „6.

      Indien het bedrag dat de Commissie heeft aanvaard in het besluit over de goedkeuring van jaarrekeningen voor begrotingsjaar N, lager is dan het jaarlijkse voorfinancieringsbedrag voor begrotingsjaar N, wordt het jaarlijkse voorfinancieringsbedrag goedgekeurd tot het aanvaarde bedrag. Eventuele uitstaande voorfinancieringsbedragen worden pas tijdens latere jaarlijkse goedkeuringsrondes goedgekeurd.

      De eerste alinea is ook van toepassing ingeval een lidstaat jaarrekeningen indient met betaling 0.”;

    2. lid 7 wordt geschrapt.

  2. De volgende artikelen worden ingevoegd:

    1.

    De Commissie baseert haar beoordeling van de doeltreffende werking van de beheer- en controlesystemen op de resultaten van alle beschikbare audits die zijn uitgevoerd door de lidstaten, de diensten van de Commissie en de Rekenkamer, de resultaten van onderzoek door het Europees Bureau voor fraudebestrijding en alle andere informatie inzake naleving van de aanwijzingscriteria als bedoeld in artikel 2, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1042/2014 van de Commissie(*).

    De beoordeling door de Commissie heeft betrekking op de interne controleomgeving van het nationale programma, de beheer- en controleactiviteiten van de bevoegde instantie, en de controle- en auditactiviteiten van de auditautoriteit, en is gebaseerd op verificatie van de naleving van de in tabel 1 van de bijlage aangegeven belangrijke vereisten.

    2.

    De naleving van de in lid 1 genoemde belangrijke vereisten, volgens de categorieën die worden uiteengezet in tabel 2 van de bijlage, is een criterium voor de beoordeling van de doeltreffende werking van iedere bevoegde instantie en voor de totstandkoming van een algemene conclusie over het beheer- en controlesysteem. Bij het vaststellen van de algemene conclusie over het beheer- en controlesysteem wordt rekening gehouden met eventuele verzachtende of verzwarende omstandigheden.

    3.

    Wanneer ten aanzien van een van de essentiële vereisten nummer 2, 4, 5, 8, 11, 12 of 14 van tabel 1 van de bijlage of ten aanzien van twee of meer van de andere belangrijke vereisten wordt vastgesteld dat deze vallen onder categorie 3 of 4 zoals aangegeven in tabel 2 van de bijlage, wordt aangenomen dat er sprake is van een ernstige tekortkoming in het doeltreffend functioneren van het beheer- en controlesysteem.

    1.

    De Commissie past financiële correcties toe wanneer zij een of meer individuele of structurele onregelmatigheden of tekortkomingen in de doeltreffende werking van het beheer- en controlesysteem vaststelt (hierna „systeemgebreken” genoemd).

    Voor de toepassing van deze verordening wordt onder „onregelmatigheid” verstaan iedere inbreuk op het Unierecht of het nationale recht en iedere inbreuk op nationale voorschriften die bestaat in een handeling of een nalaten van een begunstigde of begunstigen waardoor de algemene begroting van de Europese Unie door een onverschuldigde uitgave is of zou kunnen worden benadeeld.

    Het bedrag van de financiële correctie wordt, indien mogelijk, per geval bepaald en is gelijk aan het exacte bedrag van de uitgaven die ten onrechte ten laste van de algemene begroting van de Unie zijn gekomen.

    Wanneer de Commissie onregelmatigheden vaststelt in een representatieve uitgavensteekproef in het nationale programma of een deel ervan, maar het niet kosteneffectief is de regelmatigheid van de overige uitgaven na te gaan, kan de correctie worden bepaald door de resultaten van het onderzoek van de steekproef te extrapoleren naar de rest van de populatie.

    Wanneer de Commissie structurele onregelmatigheden of systeemgebreken vaststelt, maar de correctie niet precies kan bepalen, ook niet door middel van extrapolatie, wordt een forfaitaire financiële correctie toegepast op de uitgaven die zijn gedeclareerd voor het betrokken deel van het systeem overeenkomstig de in de leden 2 en 3 vastgestelde indicatieve criteria en schalen.

    Forfaitaire correcties kunnen ook worden toegepast bij individuele onregelmatigheden.

    2.

    De hoogte van de forfaitaire correctie wordt vastgesteld met inachtneming van de volgende factoren:

    1. de ernst van de onregelmatigheid of van het systeemgebrek ten aanzien van het hele systeem of een deel ervan, of van de soorten uitgaven die zijn gedeclareerd;

    2. de hoogte van het risico van verlies voor de begroting van de Unie ten gevolge van de onregelmatigheid of het systeemgebrek;

    3. de fraudegevoeligheid van de uitgaven ten gevolge van de onregelmatigheid of het systeemgebrek;

    4. eventuele verzachtende of verzwarende omstandigheden.

    3.

    De hoogte van de correctie wordt als volgt bepaald:

    1. wanneer de onregelmatigheid of onregelmatigheden of het systeemgebrek of de systeemgebreken dusdanig fundamenteel, frequent of wijdverbreid zijn dat dit tot volledig falen van het systeem leidt, waardoor de wettigheid en regelmatigheid van alle betrokken uitgaven in gevaar worden gebracht, wordt een vast percentage van 100 % toegepast;

    2. wanneer de onregelmatigheid of onregelmatigheden of het systeemgebrek of de systeemgebreken dusdanig frequent of wijdverbreid zijn dat dit tot zeer ernstig falen van het systeem leidt, waardoor de wettigheid en regelmatigheid van een zeer groot deel van de betrokken uitgaven in gevaar worden gebracht, wordt een vast percentage van 25 % toegepast;

    3. wanneer de onregelmatigheid of onregelmatigheden of het systeemgebrek of de systeemgebreken te wijten zijn aan een gedeeltelijke, slechte of niet-frequente werking van het systeem en daardoor de wettigheid en regelmatigheid van een groot deel van de betrokken uitgaven in gevaar worden gebracht, wordt een vast percentage van 10 % toegepast;

    4. wanneer de onregelmatigheid of onregelmatigheden of het systeemgebrek of de systeemgebreken te wijten zijn aan de inconsistente werking van het systeem en daardoor de wettigheid en regelmatigheid van een wezenlijk deel van de betrokken uitgaven in gevaar worden gebracht, wordt een vast percentage van 5 % toegepast.

    Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel kan het percentage worden teruggebracht naar 2 % wanneer wordt geoordeeld dat de aard en de ernst van de onregelmatigheid of het systeemgebrek een correctiepercentage van 5 % niet rechtvaardigen.

    4.

    Wanneer een bevoegde instantie na de toepassing van een financiële correctie in een boekjaar nalaat passende corrigerende maatregelen te nemen en bijgevolg in een volgend boekjaar dezelfde onregelmatigheid of onregelmatigheden of dezelfde tekortkoming of tekortkomingen worden vastgesteld, kan het correctiepercentage, vanwege de aanhoudende aard van de tekortkomingen of gebreken, worden verhoogd tot een niveau dat ten hoogste het volgende in lid 3 vermelde niveau van de schaal bereikt.

  3. Een nieuwe bijlage zoals vastgesteld in de bijlage bij deze verordening wordt toegevoegd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Brussel, 5 april 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude Juncker

BIJLAGE

BIJLAGE

Belangrijke vereisten voor beheer- en controlesystemen en de indeling daarvan met betrekking tot hun doeltreffende werking

(bedoeld in artikel 3 bis van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/378)

Tabel 1

Belangrijke vereisten

Belangrijke vereisten van de beheer- en controlesystemen

Betrokken instanties/autoriteiten

Toepassingsgebied

1

Passende beschrijving en scheiding van functies en passende systemen voor verslaglegging en toezicht ingeval de verantwoordelijke autoriteit de uitvoering van taken aan een andere instantie toevertrouwt

Verantwoordelijke/gedelegeerde instantie

Interne omgeving

2

Passende selectie van projecten

Verantwoordelijke/Gedelegeerde instantie

Controleactiviteiten

3

Passende informatie voor begunstigden, potentiële begunstigden en het publiek

Verantwoordelijke/Gedelegeerde instantie

Interne informatie en communicatie

4

Passende controle

Verantwoordelijke/Gedelegeerde instantie

Controleactiviteiten

5

Doeltreffende systemen en procedures om te garanderen dat alle documenten met betrekking tot uitgaven en controles worden bewaard, zodat er een toereikend auditspoor is

Verantwoordelijke/Gedelegeerde instantie

Controleactiviteiten

6

Betrouwbare computersystemen voor boekhouding, opslag en doorgifte van financiële gegevens en gegevens over indicatoren, toezicht en verslaglegging

Verantwoordelijke/Gedelegeerde instantie

Controleactiviteiten/Interne informatie en communicatie

7

Doeltreffende uitvoering van procedures voor het voorkomen, opsporen en corrigeren van onregelmatigheden, met inbegrip van evenredige fraudepreventiemaatregelen

Verantwoordelijke/Gedelegeerde instantie

Controleactiviteiten

8

Passende procedures voor het opstellen van de jaarrekeningen, de beheersverklaring en de jaarlijkse samenvatting van definitieve auditverslagen en uitgevoerde controles

Verantwoordelijke/Gedelegeerde instantie

Controleactiviteiten

9

Passende en volledige boekhouding van terugvorderbare, geïnde en geschrapte bedragen

Verantwoordelijke/Gedelegeerde instantie

Controleactiviteiten

10

Passende beschrijving en scheiding van functies, functionele onafhankelijkheid van de verantwoordelijke instantie en passende systemen om te garanderen dat iedere andere instantie die audits uitvoert over de nodige functionele onafhankelijkheid beschikt en internationaal aanvaarde auditnormen in acht neemt

Auditinstantie

Interne omgeving

11

Passende systeemaudits

Auditinstantie

Controleactiviteiten

12

Passende audits van de uitgaven

Auditinstantie

Controleactiviteiten

13

Passende audits van de rekeningen

Auditinstantie

Controleactiviteiten

14

Passende procedures voor het verstrekken van betrouwbare auditadviezen en auditverslagen

Auditinstantie

Controleactiviteiten

Tabel 2

Indeling van de essentiële vereisten voor de beheer- en controlesystemen met betrekking tot hun werking

Categorie 1

Functioneert goed. Geen of slechts geringe verbeteringen nodig.

Categorie 2

Functioneert. Enige verbetering(en) nodig.

Categorie 3

Functioneert gedeeltelijk. Aanzienlijke verbeteringen nodig.

Categorie 4

Functioneert in wezen niet.

BIJLAGE