Home

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1526 van de Commissie van 6 september 2017 tot niet-goedkeuring van de werkzame stof bèta-cypermethrin overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (Voor de EER relevante tekst. )

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1526 van de Commissie van 6 september 2017 tot niet-goedkeuring van de werkzame stof bèta-cypermethrin overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (Voor de EER relevante tekst. )

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad(1), en met name artikel 13, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Overeenkomstig artikel 80, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1107/2009 is Richtlijn 91/414/EEG van de Raad(2), wat de procedure en de goedkeuringsvoorwaarden betreft, van toepassing op werkzame stoffen waarvoor vóór 14 juni 2011 een besluit is vastgesteld overeenkomstig artikel 6, lid 3, van die richtlijn. Voor bèta-cypermethrin is bij Uitvoeringsbesluit 2011/266/EU van de Commissie(3) aan de voorwaarden van artikel 80, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 1107/2009 voldaan.

  2. Het Verenigd Koninkrijk heeft overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG op 13 november 2009 van Cerexagri SAS een aanvraag ontvangen om opneming van de werkzame stof bèta-cypermethrin in bijlage I bij die richtlijn. Bij Uitvoeringsbesluit 2011/266/EU is bevestigd dat het dossier „volledig” is, dat wil zeggen dat het in beginsel geacht wordt aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij Richtlijn 91/414/EEG te voldoen.

  3. Voor die werkzame stof is de beoordeling van de uitwerking op de gezondheid van mens en dier en het milieueffect voor de door de aanvrager voorgestelde toepassingen overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van Richtlijn 91/414/EEG uitgevoerd. De aangewezen lidstaat-rapporteur heeft op 4 april 2013 een ontwerp-beoordelingsverslag ingediend.

  4. Het ontwerp-beoordelingsverslag is door de lidstaten en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) onderzocht. De EFSA heeft haar conclusie over de risicobeoordeling van de werkzame stof bèta-cypermethrin als bestrijdingsmiddel(4) op 27 mei 2014 aan de Commissie voorgelegd. De EFSA concludeerde dat aan de daarin beoordeelde toepassingen van bèta-cypermethrin een groot risico voor in het water levende organismen, voor bijen en voor niet tot de doelsoorten behorende geleedpotigen is verbonden. Daarnaast konden de risicobeoordeling voor in de bodem en in het water levende organismen en de blootstellingsbeoordeling voor grondwater niet worden voltooid, aangezien met betrekking tot de lotgevallen en het gedrag van het cyclopropylringgedeelte van bèta-cypermethrin onvoldoende informatie was verstrekt. Verder was noch informatie over het metabolisme bij vee, nodig om de residudefinitie voor dierlijke producten te kunnen bevestigen, noch informatie over het toxiciteitsprofiel van de metaboliet PBA en de relevantie daarvan voor de beoordeling van de risico's voor de consument verstrekt.

  5. Bijgevolg kon op basis van de beschikbare informatie niet worden geconcludeerd dat bèta-cypermethrin voldoet aan de criteria voor opneming in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG.

  6. De Commissie heeft de aanvrager verzocht zijn opmerkingen over de conclusie van de EFSA in te dienen. Bovendien heeft de Commissie de aanvrager overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EU) nr. 188/2011 van de Commissie(5) verzocht zijn opmerkingen over het ontwerp-evaluatieverslag in te dienen. De aanvrager heeft zijn opmerkingen ingediend en deze zijn zorgvuldig onderzocht.

  7. Ondanks de argumenten van de aanvrager blijven de in overweging 4 vermelde problemen bestaan. Bijgevolg is niet aangetoond dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die bèta-cypermethrin bevatten, onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden in het algemeen aan de eisen van artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG voldoen.

  8. Bèta-cypermethrin mag daarom niet worden goedgekeurd overeenkomstig artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1107/2009.

  9. Deze verordening belet de aanvrager niet om een nieuwe aanvraag voor bèta-cypermethrin in te dienen overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1107/2009.

  10. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Niet-goedkeuring van een werkzame stof

De werkzame stof bèta-cypermethrin wordt niet goedgekeurd.

Artikel 2 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 september 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude Juncker