Bij deze verordening worden jaarlijkse invoertariefcontingenten voor de in bijlage I genoemde producten geopend voor de periode van 1 januari tot en met 31 december en wordt de wijze van beheer van die contingenten vastgesteld.
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1585 van de Commissie van 19 september 2017 betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten van de Unie voor vers en bevroren rundvlees en varkensvlees van oorsprong uit Canada en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 442/2009 en de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 481/2012 en (EU) nr. 593/2013
Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1585 van de Commissie van 19 september 2017 betreffende de opening en de wijze van beheer van tariefcontingenten van de Unie voor vers en bevroren rundvlees en varkensvlees van oorsprong uit Canada en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 442/2009 en de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 481/2012 en (EU) nr. 593/2013
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad(1), en met name artikel 187, onder a), b), c) en d),
Overwegende hetgeen volgt:
Overeenkomstig Besluit (EU) 2017/38 van de Raad(2) heeft de Raad overeenstemming bereikt over de voorlopige toepassing van de Brede Economische en Handelsovereenkomst tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds (hierna „de overeenkomst” genoemd). Artikel 2.4 van de overeenkomst voorziet in de verlaging of afschaffing van de douanerechten voor de invoer van goederen van oorsprong uit om het even welke van de partijen, overeenkomstig de lijsten inzake tariefafschaffing in bijlage 2-A bij de overeenkomst.
Bijlage 2-A bij de overeenkomst voorziet onder meer in tariefcontingenten van de Unie voor rundvlees en varkensvlees. In bijlage 2-B bij de overeenkomst zijn specifieke aspecten betreffende het beheer van de tariefcontingenten opgenomen. Punt 6 van bijlage 2-A bevat overgangsbepalingen voor het eerste jaar.
De overeenkomst wordt met ingang van 21 september 2017 voorlopig toegepast. Daarom moeten met ingang van 21 september 2017 jaarlijkse invoertariefcontingentperioden worden geopend voor vers en bevroren rundvlees en varkensvlees van oorsprong uit Canada. Om terdege rekening te houden met de voorzieningsbehoeften van de bestaande en opkomende productie-, verwerkings- en consumptiemarkt van de rund- en varkensvleessector in de Unie wat concurrentievermogen en voorzieningszekerheid en -continuïteit betreft, en met de noodzaak die markt in evenwicht te houden, is het passend dat deze contingenten door de Commissie worden beheerd overeenkomstig artikel 184, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
Bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 van de Commissie(3) en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239 van de Commissie(4) zijn uitvoeringsbepalingen voor het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten vastgesteld. Daarnaast zijn in Verordening (EG) nr. 382/2008 van de Commissie(5) specifieke uitvoeringsbepalingen voor het stelsel van invoer- en uitvoercertificaten in de sector rundvlees vastgesteld. Behoudens passende afwijkingen moeten die verordeningen van toepassing zijn op de invoercertificaten die op grond van de onderhavige verordening worden afgegeven.
Voorts moeten de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1301/2006 van de Commissie(6) die op certificaataanvragen, de status van de aanvragers, de afgifte van invoercertificaten en de te stellen zekerheid betrekking hebben, van toepassing zijn op de invoercertificaten die op grond van de onderhavige verordening worden afgegeven, onverminderd aanvullende voorwaarden in de onderhavige verordening.
In bijlage 2-B bij de overeenkomst is ook bepaald hoe te werk moet worden gegaan wanneer een certificaat wordt teruggegeven. Het is noodzakelijk bepalingen vast te stellen inzake de teruggave van ongebruikte certificaten.
Het Protocol inzake de oorsprongsregels en oorsprongsprocedures, dat aan de overeenkomst is gehecht, bevat voorschriften die moeten worden toegepast met betrekking tot het bewijs van oorsprong. Daarom is het passend bepalingen vast te stellen inzake de overlegging van een bewijs van oorsprong overeenkomstig dat protocol.
In bijlage 2-A bij de overeenkomst is bepaald dat met ingang van jaar 1 de voor een tariefcontingent voor varkensvlees vastgestelde hoeveelheden moeten worden verhoogd met 4 624 ton productgewicht (5 549 ton equivalent geslacht gewicht) overeenkomstig het volume varkensvleesproducten van oorsprong uit Canada dat is vastgesteld in Verordening (EG) nr. 442/2009 van de Commissie(7). Voorts moeten de voor een tariefcontingent voor vers of gekoeld rundvlees vastgestelde hoeveelheden met ingang van jaar 1 worden verhoogd met 3 200 ton productgewicht (4 160 ton equivalent geslacht gewicht) als gevolg van de toepassing van Verordening (EG) nr. 617/2009 van de Raad(8) en worden beheerd overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) nr. 481/2012 van de Commissie(9). Daarom moeten Verordening (EG) nr. 442/2009 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 481/2012 dienovereenkomstig worden gewijzigd om de overeenkomstige volumes daarin in mindering te brengen.
In bijlage 2-A bij de overeenkomst is tevens bepaald dat goederen van oorsprong uit Canada die in de Unie worden ingevoerd in het kader van het bestaande tariefcontingent voor vers, gekoeld of bevroren rundvlees van hoge kwaliteit, als vastgesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 593/2013 van de Commissie(10), vrij van rechten moeten zijn vanaf de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst. Uitvoeringsverordening (EU) nr. 593/2013 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.
Met het oog op de voorlopige toepassing van de overeenkomst vanaf 21 september 2017 moeten alle hoeveelheden voor de contingentperiode 2017 voor alle in aanmerking komende aanvragers beschikbaar worden gesteld voor aanvragen die vanaf oktober 2017 worden ingediend.
Gelet op de datum van de voorlopige toepassing van de overeenkomst moet deze verordening zo spoedig mogelijk in werking treden.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Opening en beheer van tariefcontingenten
1.
2.
De producthoeveelheid waarvoor de in lid 1 bedoelde contingenten gelden, het toepasselijke douanerecht en de volgnummers worden vastgesteld in bijlage I.
3.
In afwijking van lid 1 loopt de contingentperiode voor het jaar 2017 vanaf de datum van toepassing van deze verordening tot en met 31 december 2017.
4.
De in lid 1 bedoelde invoertariefcontingenten worden beheerd volgens de methode als bedoeld in artikel 184, lid 2, onder b), van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
5.
De Verordeningen (EG) nr. 1301/2006 en (EG) nr. 382/2008, Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1237 en Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1239 zijn van toepassing, tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald.
Artikel 2 Deelperioden voor de invoertariefcontingenten
De producthoeveelheden van de jaarlijkse invoertariefcontingenten voor de in bijlage I vermelde volgnummers, worden als volgt opgesplitst over vier deelperioden:
-
25 % voor de deelperiode van 1 januari tot en met 31 maart;
-
25 % voor de deelperiode van 1 april tot en met 30 juni;
-
25 % voor de deelperiode van 1 juli tot en met 30 september;
-
25 % voor de deelperiode van 1 oktober tot en met 31 december.
Ongebruikte hoeveelheden waarvan kennis is gegeven overeenkomstig artikel 8, lid 2, onder a), worden toegevoegd aan de hoeveelheden die voor de volgende deelperiode beschikbaar zijn. Een resterende hoeveelheid die aan het einde van de jaarlijkse contingentperiode ongebruikt is gebleven, wordt niet naar de volgende jaarlijkse contingentperiode overgedragen.
Artikel 3 Omrekeningsfactoren
Voor de producten die onder de in bijlage I vastgestelde volgnummers vallen, worden voor de omrekening van productgewicht naar equivalent geslacht gewicht de omrekeningsfactoren van bijlage II gebruikt.
Artikel 4 Invoercertificaataanvragen
1.
De hoeveelheden waarvoor in het kader van de in artikel 1, lid 1, bedoelde invoertariefcontingenten rechten tot invoer zijn toegekend, kunnen slechts na overlegging van een invoercertificaat in het vrije verkeer worden gebracht.
2.
Voor de toepassing van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1301/2006 tonen aanvragers van invoercertificaten aan dat in de periode van twaalf maanden die onmiddellijk aan het tijdstip van indiening van de invoercertificaataanvraag voorafging, door henzelf of voor hun rekening een hoeveelheid producten is ingevoerd overeenkomstig de betrokken douanebepalingen. Bij de ingevoerde hoeveelheid gaat het om de volgende producten:
-
voor de tariefcontingenten voor rundvlees: producten van de GN-codes 0201, 0202, 0206 10 95 of 0206 29 91;
-
voor de tariefcontingenten voor varkensvlees: producten van de GN-codes 0201, 0202, 0206 10 95 of 0206 29 91 of producten van de sector varkensvlees in de zin van artikel 1, lid 2, onder q), van Verordening (EU) nr. 1308/2013.
3.
Invoercertificaataanvragen worden ingediend gedurende de eerste zeven dagen van de tweede maand vóór elke in artikel 2 genoemde deelperiode.
4.
Als de hoeveelheid voor de deelperiode na de in lid 3 bedoelde eerste aanvraagperiode niet is opgebruikt, mogen in aanmerking komende aanvragers nieuwe invoercertificaataanvragen indienen gedurende de eerste zeven dagen van de twee daaropvolgende maanden. In die gevallen zijn ook exploitanten van levensmiddelenbedrijven waarvan de inrichtingen overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad(11) zijn erkend, in aanmerking komende aanvragers. In december wordt evenwel geen aanvraagperiode geopend.
5.
Zodra de voor een deelperiode beschikbare hoeveelheid na één aanvraagperiode is opgebruikt, schorst de Commissie alle verdere aanvragen voor die deelperiode.
6.
Op de invoercertificaataanvraag wordt slechts één volgnummer vermeld. De aanvraag mag betrekking hebben op verscheidene producten die onder verschillende GN-codes vallen. In dat geval moeten in vak 16 van de certificaataanvraag en in vak 15 van het certificaat alle GN-codes en de desbetreffende omschrijvingen worden vermeld. De volledige hoeveelheid wordt omgerekend in equivalent geslacht gewicht.
7.
De invoercertificaataanvraag en het invoercertificaat bevatten de volgende vermeldingen:
-
in vak 8, de naam „Canada” als land van oorsprong, en een kruisje in het vak „ja”;
-
in vak 20 een van de in bijlage III opgenomen vermeldingen.
8.
De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op de 14e dag van de maand waarin aanvragen zijn ingediend als bedoeld in de leden 3 en 4, in kennis van de totale naar volgnummer uitgesplitste en in kilogram equivalent geslacht gewicht uitgedrukte hoeveelheden waarvoor aanvragen zijn ingediend, ook als die hoeveelheden nul bedragen.
9.
In afwijking van de leden 3 en 4 dienen alle in aanmerking komende aanvragers in de zin van lid 4 de aanvragen voor invoercertificaten voor de contingentperiode 2017 in gedurende de eerste zeven dagen van oktober 2017.