Home

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1904 van de Commissie van 18 oktober 2017 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Bacillus licheniformis DSM 28710 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen en opfokleghennen (vergunninghouder Huvepharma NV) (Voor de EER relevante tekst. )

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1904 van de Commissie van 18 oktober 2017 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Bacillus licheniformis DSM 28710 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen en opfokleghennen (vergunninghouder Huvepharma NV) (Voor de EER relevante tekst. )

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding(1), en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de vergunningsgronden en -procedures, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

  2. Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag voor een vergunning voor een preparaat van Bacillus licheniformis DSM 28710 ingediend. Bij de aanvraag waren de krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste nadere gegevens en documenten gevoegd.

  3. De aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor een preparaat van Bacillus licheniformis DSM 28710 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen en opfokleghennen in de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen”.

  4. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 18 oktober 2016(2) geconcludeerd dat het preparaat van Bacillus licheniformis DSM 28710 onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden geen ongunstige gevolgen heeft voor de diergezondheid, de menselijke gezondheid of het milieu, dat het gebruik van dat preparaat de voederconversie bij mestkippen kan verbeteren en dat deze conclusie kan worden uitgebreid naar opfokleghennen. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. De EFSA heeft ook het verslag over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend.

  5. Uit de beoordeling van het preparaat van Bacillus licheniformis DSM 28710 blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van dat preparaat zoals omschreven in de bijlage bij deze verordening moet daarom worden toegestaan.

  6. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Voor het in de bijlage gespecificeerde preparaat, dat behoort tot de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep „darmflorastabilisatoren”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 18 oktober 2017.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude Juncker

BIJLAGE

Identificatienummer van het toevoegingsmiddel

Naam van de vergunninghouder

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Andere bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

CFU/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 %

Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: darmflorastabilisatoren

4b1828

Huvepharma NV

Bacillus licheniformis DSM 28710

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Preparaat van Bacillus licheniformis DSM 28710

met minimaal 3,2 × 109 CFU/g toevoegingsmiddel.

Vaste vorm

Karakterisering van de werkzame stof:

Levensvatbare sporen van Bacillus licheniformis DSM 28710

Analysemethode(1)

Voor de telling van Bacillus licheniformis DSM 28710 in het toevoegingsmiddel, het voormengsel en in de diervoeding:

spreidplaatmethode EN 15784.

Voor de identificatie van Bacillus licheniformis DSM 28710: identificatie: pulsed-field-gelelektroforese (PFGE).

Mestkippen

Opfokleghennen

1,6 × 109

1. In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en de voormengsels worden de opslagomstandigheden en de stabiliteit bij warmtebehandeling vermeld.

2. Het gebruik is toegestaan in diervoeding die de volgende toegelaten coccidiostatica bevat: decoquinaat, diclazuril, halofuginon, nicarbazin, robenidinehydrochloride, lasalocide A natrium, maduramicineammonium, monensin-natrium, narasin, of salinomycine-natrium.

3. Voor gebruikers van het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de exploitanten van diervoederbedrijven operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen om met mogelijke risico's bij gebruik om te gaan. Indien die risico's met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden uitgebannen of tot een minimum kunnen worden teruggebracht, worden bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen gebruikt, waaronder beschermingsmiddelen voor de ogen en de huid.

8 november 2027