Home

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/695 van de Commissie van 30 april 2018 overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Richtlijn 2010/35/EU van het Europees Parlement en de Raad, betreffende een door Denemarken genomen maatregel om van composietmaterialen vervaardigde gasflessen van het type PrimaDonna/Compolite CS van 10 kg en 5 kg uit de handel te nemen en terug te roepen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 2535) (Voor de EER relevante tekst. )

Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/695 van de Commissie van 30 april 2018 overeenkomstig artikel 31, lid 1, van Richtlijn 2010/35/EU van het Europees Parlement en de Raad, betreffende een door Denemarken genomen maatregel om van composietmaterialen vervaardigde gasflessen van het type PrimaDonna/Compolite CS van 10 kg en 5 kg uit de handel te nemen en terug te roepen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2018) 2535) (Voor de EER relevante tekst. )

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2010/35/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 juni 2010 betreffende vervoerbare drukapparatuur en houdende intrekking van Richtlijnen 76/767/EEG, 84/525/EEG, 84/526/EEG, 84/527/EEG en 1999/36/EG van de Raad(1), en met name artikel 31, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. In augustus 2016 stelde Denemarken de Commissie overeenkomstig artikel 30 van Richtlijn 2010/35/EU in kennis van een maatregel om gasflessen van composietmaterialen, vervaardigd door Composite Scandinavia AB, Kompositvägen 3, 943 33 Öjebyn in Zweden en verdeeld in Denemarken door Primagaz Danmark A/S, na een aantal ongevallen uit de handel te nemen en terug te roepen.

  2. De producten waren vervaardigd door Composite Scandinavia AB. Voor de producten was een typegoedkeuring verleend onder de typebenamingen „Compolite CS 6” en „Compolite CS 10, Passion 10”, overeenkomstig de verklaringen van EG-typeonderzoeken 01-794441 en 08-11688701, afgegeven door de aangemelde instantie Inspecta Sweden AB, nadat tests waren verricht volgens de normen EN 12245:2002 en EN 14427:2004+A1:2005. Ze werden verkocht door de firma Primagaz Danmark A/S onder de handelsnaam „PrimaDonna 5 kg code 1305” en „PrimaDonna 10 kg code 1310”. De flessen voor op gas werkende vorkheftrucks die volgens de bovengenoemde typeaanduidingscertificaten zijn ontworpen, worden niet uit de handel genomen en teruggeroepen.

  3. De technische eisen die van toepassing zijn op vervoerbare drukapparatuur, zijn opgenomen in de bijlagen bij Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en de Raad(2). Volgens de specifieke eisen van punt 6.2.4.1 in deel I.1 van bijlage I en deel II.1 van bijlage II bij Richtlijn 2008/68/EG wordt, indien voor de toepassing van dezelfde eisen naar meer dan één norm wordt verwezen, slechts een van die normen toegepast, maar in zijn geheel tenzij anders aangegeven. Daarom kan een typegoedkeuringscertificaat niet overeenkomstig twee verschillende normen worden afgegeven.

  4. In punt 5.2.12 van norm EN 12245:2002 is bepaald dat de gasflessen niet mogen barsten binnen een periode van twee minuten nadat de brandproef is begonnen, terwijl in de punten 5.2.13.1 en 5.2.13.2 van norm EN 14427:2004+A1:2005 is bepaald dat de gasflessen niet op catastrofale wijze mogen barsten in de loop van de test, die ten minste gedurende dertig minuten moet worden uitgevoerd.

  5. De mededeling van Denemarken ging vergezeld van een verslag over de tests die het Deense instituut voor brand- en veiligheidstechnologie volgens norm EN 14427:2004+A1:2005 op die uit composietmaterialen vervaardigde gasflessen had uitgevoerd. Volgens het testverslag voldeden de geteste gasflessen niet aan de criteria van de punten 5.2.13.1 en 5.2.13.2 van de norm, omdat zij na minder dan drie minuten op catastrofale wijze zijn gebarsten.

  6. De Deense autoriteiten gelastten de verdeler daarom de van composietmaterialen vervaardigde gasflessen uit de distributieketen te halen en de flessen die in het bezit van consumenten waren, terug te roepen.

  7. De Commissie verzocht de fabrikant en de verdeler in Denemarken om hun opmerkingen over de maatregel van de Deense autoriteiten kenbaar te maken. De fabrikant, Composite Scandinavia AB, stelde in zijn antwoord dat het besluit ongegrond was omdat het risico dat door de producten wordt veroorzaakt fout was ingeschat en de producten aan alle veiligheidseisen voldeden. Volgens de fabrikant werd door ongepast gebruik of rechtstreekse blootstelling aan vuur niet bewezen dat het product op zich een ernstig risico inhoudt. Ook de verdeler, Primagaz Danmark A/S, trok het besluit van de Deense autoriteiten in twijfel.

  8. De Commissie werd er vervolgens van in kennis gesteld dat dezelfde producten in Finland, Zweden en Noorwegen eveneens uit de markt zijn genomen.

  9. Onderzoek van het bewijsmateriaal dat door de Deense autoriteiten is geleverd, bevestigt dat de bovengenoemde gasflessen niet voldoen aan de eisen van Richtlijn 2008/68/EG betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over land. De van composietmaterialen vervaardigde gasflessen houden daarom een ernstig risico in en moeten uit de markt worden gehaald en teruggeroepen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De door Denemarken genomen maatregel, waarbij door Composite Scandinavia vervaardigde gasflessen van composietmaterialen van het type PrimaDonna/Compolite CS van 10 kg en 5 kg uit de handel worden genomen en teruggeroepen, is gerechtvaardigd.

Artikel 2

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 30 april 2018.

Voor de Commissie

Violeta Bulc

Lid van de Commissie