Uitvoeringsverordening (EU) 2018/198 van de Commissie van 7 februari 2018 houdende intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 716/2012 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/198 van de Commissie van 7 februari 2018 houdende intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 716/2012 tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie(1), en met name artikel 57, lid 4, en artikel 58, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad(2) is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van bepaalde goederen te worden vastgesteld.
Bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 716/2012(3) heeft de Commissie twee soorten in capsules verpakte biestpoeders onder post 1901 van de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld als „bereidingen voor menselijke consumptie van producten bedoeld bij de posten 0401 tot en met 0404, geen of minder dan 5 gewichtspercenten cacao bevattend, berekend op een geheel ontvette basis, elders genoemd noch elders onder begrepen”. Indeling van de producten onder post 2106 van de gecombineerde nomenclatuur was uitgesloten, omdat de Commissie van mening was dat de producten in kwestie beter werden omschreven door de tekst van post 1901 dan de tekst van post 2106.
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1343(4) heeft de Commissie een nieuwe aanvullende aantekening (GN) 4 op hoofdstuk 19 van de gecombineerde nomenclatuur ingevoerd om ervoor te zorgen dat de indeling van bepaalde producten voor menselijke consumptie voldoet aan de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie. In overeenstemming met de nieuwe aanvullende aantekening (GN) 4 op hoofdstuk 19 van de gecombineerde nomenclatuur moeten de onder Uitvoeringsverordening (EU) nr. 716/2012 vallende in capsules verpakte biestpoeders worden ingedeeld onder post 2106.
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 716/2012 dient daarom te worden ingetrokken, teneinde te voorkomen dat in capsules verpakte biestpoeders onder verschillende tariefposten worden ingedeeld en om een uniforme toepassing van de gecombineerde nomenclatuur in de Unie te waarborgen.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Uitvoeringsverordening (EU) nr. 716/2012 wordt ingetrokken.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 7 februari 2018.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Stephen Quest
Directeur-generaal
Directoraat-generaal Belastingen en Douane-unie