Home

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/339 van de Commissie van 7 maart 2018 tot wijziging en afwijking van Verordening (EG) nr. 2535/2001 wat betreft de invoercertificaten voor zuivelproducten van oorsprong uit IJsland

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/339 van de Commissie van 7 maart 2018 tot wijziging en afwijking van Verordening (EG) nr. 2535/2001 wat betreft de invoercertificaten voor zuivelproducten van oorsprong uit IJsland

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad(1), en met name artikel 187,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Bijlage V bij de bij Besluit (EU) 2017/1913 van de Raad(2) goedgekeurde Overeenkomst in de vorm van een op grond van artikel 19 van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte gevoerde briefwisseling tussen de Europese Unie en IJsland inzake aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten voorziet in een verhoging van de jaarlijkse rechtenvrije tariefcontingenten en in de invoering van een nieuw tariefcontingent voor kaas.

  2. De nieuwe contingenthoeveelheden zijn van toepassing met ingang van 1 mei 2018. Bijgevolg moet, in afwijking van artikel 6 van Verordening (EG) nr. 2535/2001van de Commissie(3), ter vervanging van de periode van 1 juli tot en met 31 december 2018 een nieuwe periode van 1 mei tot en met 31 december 2018 worden vastgesteld, die geldt voor de hoeveelheden die voor die nieuwe periode moeten worden vastgesteld in bijlage I, punt I, deel I, van die verordening, zoals die bij de onderhavige verordening wordt gewijzigd.

  3. De aanvraagperiode komt vóór het einde van de erkenningsprocedure voor aanvragers die moeten worden gemachtigd om met ingang van 1 juli 2018 in het kader van de contingenten te mogen invoeren. Om ervoor te zorgen dat aanvragers die nog niet op een erkenningslijst staan, kunnen deelnemen aan de contingenttoewijzing voor de periode van 1 mei tot en met 31 december 2018, moet worden voorzien in een afwijking van artikel 10 van Verordening (EG) nr. 2535/2001.

  4. De periode voor de indiening van invoercertificaataanvragen voor de eerste helft van 2018, als bedoeld in artikel 14, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 2535/2001, is verstreken. In afwijking van artikel 14, lid 1, onder b), van die verordening moet derhalve worden voorzien in een nieuwe periode voor de aanvraag van certificaten van 1 tot en met 10 april 2018.

  5. Verordening (EG) nr. 2535/2001 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  6. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Wijziging van Verordening (EG) nr. 2535/2001

Verordening (EG) nr. 2535/2001 wordt als volgt gewijzigd:

  1. in artikel 5 wordt punt i) vervangen door:

    de contingenten zoals bedoeld in bijlage V bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en IJsland inzake aanvullende handelspreferenties voor landbouwproducten, die is goedgekeurd bij Besluit (EU) 2017/1913 van de Raad(*) (hierna „de overeenkomst met IJsland” genoemd).

  2. bijlage I, punt I, deel I, van Verordening (EG) nr. 2535/2001 wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2 Afwijking van Verordening (EG) nr. 2535/2001

1.

In afwijking van artikel 6, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 2535/2001 wordt voor de hoeveelheden die in bijlage I, punt I, deel I, van die verordening zijn vastgesteld, de periode van zes maanden gaande van 1 juli tot en met 31 december 2018 vervangen door de periode van 1 mei tot en met 31 december 2018.

2.

In afwijking van artikel 10, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 2535/2001 worden, naast de marktdeelnemers die op de lijst vermeld staan, ook aanvragers die vóór 1 april 2018 overeenkomstig artikel 8 van die verordening een geldig erkenningsverzoek hebben ingediend, gemachtigd om certificaten aan te vragen voor de contingenten en de periode als bedoeld in lid 1 van dit artikel.

3.

In afwijking van artikel 14, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 2535/2001 moeten invoercertificaataanvragen voor de periode van 1 mei tot en met 31 december 2018 worden ingediend van 1 tot en met 10 april 2018 voor de hoeveelheden die zijn vastgesteld in bijlage I, punt I, deel I, van die verordening, zoals gewijzigd bij de onderhavige verordening.

4.

De in lid 3 bedoelde aanvragen hebben betrekking op minstens 5 ton en hoogstens de beschikbare hoeveelheid. Voor de periode van 1 juli tot en met 31 december 2018 worden geen aanvragen ingediend.

5.

De invoercertificaten die worden afgegeven voor aanvragen die overeenkomstig lid 3 zijn ingediend, zijn geldig tot en met 31 december 2018.

Artikel 3 Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2018.

Gedaan te Brussel, 7 maart 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude Juncker

BIJLAGE