Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 wordt als volgt gewijzigd:
-
aan artikel 2 wordt het volgende streepje toegevoegd:
-
inkomsten uit risicopremies die zijn gegenereerd in het kader van de financieringsverrichtingen van de EIB die door de Unie tegen een vergoeding worden gegarandeerd.”;
-
-
in artikel 3 wordt de derde alinea vervangen door:
„Indien het bedrag van het Fonds het uitstaande bedrag in hoofdsom van het totaal van de verplichtingen van de Unie met meer dan 10 % overschrijdt, wordt het surplus naar de algemene begroting van de Europese Unie teruggeboekt. Dat surplus wordt in één enkele transactie naar een speciaal begrotingsonderdeel in de staat van ontvangsten van de algemene begroting van de Europese Unie van het jaar n + 1 teruggeboekt, op basis van het verschil aan het einde van het jaar n – 1 tussen het bedrag van 10 % van het totale uitstaande bedrag in hoofdsom van de verplichtingen van de Unie en de waarde van de netto-activa van het Fonds, zoals berekend aan het begin van het jaar n.”;
-
artikel 7 wordt vervangen door:
De Commissie belast het EIB met het financiële beheer van het Fonds.
Uiterlijk op 30 juni 2019 dient de Commissie bij het Europees Parlement en bij de Raad een onafhankelijke externe evaluatie in over de voor- en nadelen van het belasten van de Commissie, de EIB, of een combinatie van beide, met het financieel beheer van de activa van het Fonds en van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling, rekening houdend met de relevante technische en institutionele criteria die worden gehanteerd bij het vergelijken van vermogensbeheersdiensten, met inbegrip van de technische infrastructuur, een vergelijking van de kosten voor de verleende diensten, de institutionele structuur, verslaglegging, prestaties, verantwoordingsplicht en de deskundigheid van elke instelling en de overige mandaten voor het beheren van activa voor de algemene begroting van de Europese Unie. Waar passend gaat de evaluatie vergezeld van een wetgevingsvoorstel.”;
-
artikel 8 wordt vervangen door:
De Commissie zendt het Europees Parlement, de Raad en de Rekenkamer uiterlijk op 31 mei van elk jaar een jaarverslag toe over het beheer van het Fonds tijdens het voorgaande kalenderjaar. Het jaarverslag bevat een overzicht van de financiële positie en informatie over het functioneren van het Fonds aan het eind van het voorgaande kalenderjaar, de financiële stromen alsmede de belangrijke transacties en alle relevante informatie over de financiële rekeningen, zoals gedetailleerde informatie over uitstaande bedragen in hoofdsom van gegarandeerde leningen of de activa van het Fonds tijdens het voorgaande kalenderjaar, naast conclusies en getrokken lering. Het verslag bevat tevens informatie over het financieel beheer, de prestaties en het risico van het Fonds aan het eind van het vorige kalenderjaar. Vanaf 2019 en vervolgens om de drie jaar bevat het daarnaast een evaluatie van de toereikendheid van het in artikel 3, tweede alinea, bedoelde streefbedrag van 9 % en de in artikel 3, derde alinea, bedoelde drempel van 10 % voor het Fonds.”.