Home

Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/707 van de Commissie van 28 februari 2018 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 wat betreft de criteria om in aanmerking te komen voor steun voor hennep in het kader van de basisbetalingsregeling en wat betreft bepaalde vereisten met betrekking tot vrijwillige gekoppelde steun

Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/707 van de Commissie van 28 februari 2018 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 wat betreft de criteria om in aanmerking te komen voor steun voor hennep in het kader van de basisbetalingsregeling en wat betreft bepaalde vereisten met betrekking tot vrijwillige gekoppelde steun

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad(1), en met name artikel 35, lid 3, artikel 52, lid 9, en artikel 67, leden 1 en 2,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Krachtens artikel 9, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 van de Commissie(2) moet voor de productie van hennep zaaizaad worden gebruikt dat is gecertificeerd overeenkomstig Richtlijn 2002/57/EG van de Raad(3). Richtlijn 2008/62/EG van de Commissie(4) voorziet evenwel in een alternatieve certificering van hennepzaad in het geval van instandhoudingsrassen. Daarom is het passend om in artikel 9, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 een verwijzing naar die richtlijn op te nemen.

  2. Krachtens artikel 52 van Verordening (EU) nr. 1307/2013 kunnen de lidstaten landbouwers gekoppelde steun verlenen onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in titel IV, hoofdstuk 1, van die verordening en in Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014.

  3. Artikel 52 van Verordening (EU) nr. 1307/2013 is gewijzigd bij Verordening (EU) 2017/2393 van het Europees Parlement en de Raad(5) om meer duidelijkheid te scheppen met betrekking tot de verantwoordelijkheden van de lidstaten ten aanzien van de productiebeperkende aard van de vrijwillige gekoppelde steun. Daarom moet de terminologie van hoofdstuk 5, afdeling 1, en artikel 67 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 en van bijlage I bij die verordening worden aangepast aan de nieuwe formulering van artikel 52 van Verordening (EU) nr. 1307/2013. Op basis van de ervaring die met de toepassing van artikel 53 van Verordening (EU) nr. 1307/2013 is opgedaan, is het ook passend de inhoud te actualiseren van de informatie die de lidstaten aan de Commissie moeten verstrekken overeenkomstig bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014.

  4. Overeenkomstig artikel 52, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 mag vrijwillige gekoppelde steun alleen worden verleend in sectoren of regio's waar specifieke soorten landbouw of specifieke landbouwsectoren bepaalde problemen ondervinden. Overeenkomstig artikel 52, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 kan een bepaalde soort landbouw of een specifieke landbouwsector slechts worden geacht zich in moeilijkheden te bevinden indien er sprake is van een risico van stopzetting of achteruitgang van de productie. Als gevolg van de verduidelijking van de verantwoordelijkheden van de lidstaten ten aanzien van de productiebeperkende aard van de vrijwillige gekoppelde steun, is een dergelijke beperking niet gerechtvaardigd. Daarom is het passend artikel 52, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 te schrappen. Het is ook passend het verbod op de cumulatie van steun dat in artikel 54, lid 3, van die verordening is vastgesteld, te actualiseren.

  5. Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  6. Aangezien de schrapping van artikel 52, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 en de herformulering van artikel 52, lid 6, van die verordening, die bij Verordening (EU) 2017/2393 zijn vastgesteld, met ingang van 1 januari 2015 van toepassing zijn, moeten de overeenkomstige wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 van toepassing worden op de steunaanvragen voor de kalenderjaren volgende op het kalenderjaar 2014, met uitzondering van de bepaling inzake de cumulatie van steun. Met het oog op rechtszekerheid moet cumulatie van steun verder worden vastgesteld op basis van een vergelijking tussen de respectieve doelstellingen van de gekoppelde steunmaatregelen of andere betrokken maatregelen en beleidslijnen van de Unie. In dat verband moet de doelstelling van de vrijwillige gekoppelde steun worden gezien als het op peil houden van de huidige productieniveaus overeenkomstig artikel 52, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 vóór dat lid werd gewijzigd bij Verordening (EU) 2017/2393. Bijgevolg moet de wijziging van artikel 54, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 van toepassing worden op de steunaanvragen voor het kalenderjaar 2019 en de daaropvolgende kalenderjaren.

  7. Het is passend dat de nieuwe bepaling inzake de certificering van hennepzaad van toepassing wordt op de steunaanvragen voor het kalenderjaar 2018 en de daaropvolgende kalenderjaren,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 639/2014 wordt als volgt gewijzigd:

  1. In artikel 9 wordt lid 1 vervangen door:

    „1.

    Voor de toepassing van artikel 32, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 zijn voor de productie van hennep gebruikte arealen slechts subsidiabel indien zij zijn ingezaaid met zaad van rassen uit de overeenkomstig artikel 17 van Richtlijn 2002/53/EG van de Raad(*) gepubliceerde gemeenschappelijke rassenlijst voor landbouwgewassen die geldt op 15 maart van het jaar waarvoor de betaling wordt toegekend. Het zaad moet zijn gecertificeerd overeenkomstig Richtlijn 2002/57/EG van de Raad(**) of, in het geval van instandhoudingsrassen, overeenkomstig artikel 10 van Richtlijn 2008/62/EG van de Commissie(***).

  2. In artikel 52 wordt lid 3 geschrapt.

  3. In artikel 53, lid 2, wordt de derde alinea vervangen door:

    „Onverminderd artikel 52, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 kunnen de lidstaten besluiten voor de in de tweede alinea van dit lid bedoelde steunbedragen per eenheid gebruik te maken van gedifferentieerde bedragen per eenheid voor bepaalde categorieën van landbouwers of op het niveau van de landbouwbedrijven, teneinde rekening te houden met schaalvoordelen als gevolg van de omvang van de productiestructuren in de beoogde specifieke soort landbouw of specifieke landbouwsector of, indien de maatregel gericht is op een regio of een hele sector, in de betrokken regio of sector. Artikel 67, lid 1, van deze verordening is van overeenkomstige toepassing op de melding van die besluiten.”.

  4. In artikel 53 bis worden de leden 2 en 3 vervangen door:

    „2.

    Indien het areaal of het aantal dieren dat subsidiabel is in het kader van een maatregel voor vrijwillige gekoppelde steun, in het betrokken aanvraagjaar gelijk is aan of groter is dan het areaal of aantal dieren als bedoeld in artikel 52, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 en als gemeld overeenkomstig bijlage I, punt 3, onder j), bij de onderhavige verordening, komt die steunmaatregel niet in aanmerking voor een overdracht van middelen uit andere steunmaatregelen.

    3.

    Indien het areaal of het aantal dieren dat subsidiabel is in het kader van een maatregel voor vrijwillige gekoppelde steun, in het betrokken aanvraagjaar kleiner is dan het areaal of aantal dieren als bedoeld in artikel 52, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 en als gemeld overeenkomstig bijlage I, punt 3, onder j), bij de onderhavige verordening, mag een overdracht van middelen niet tot gevolg hebben dat het bedrag per eenheid lager ligt dan de verhouding tussen het overeenkomstig punt 3), onder i), van die bijlage gemelde, voor de financiering vastgestelde bedrag en het in artikel 52, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 bedoelde areaal of aantal dieren.”.

  5. In artikel 54 wordt lid 3 vervangen door:

    „3.

    Wanneer steun die krachtens een bepaalde gekoppelde steunmaatregel wordt verleend, ook kan worden verleend krachtens een andere gekoppelde steunmaatregel of krachtens een maatregel die wordt uitgevoerd in het kader van andere maatregelen en beleidslijnen van de Unie, zorgen de lidstaten ervoor dat de betrokken landbouwer steun voor de aanpak van eenzelfde probleem als bedoeld in artikel 52, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 en als gedefinieerd voor die gekoppelde steunmaatregel, slechts krachtens een van die maatregelen kan ontvangen per overeenkomstig de genoemde bepaling beoogde sector, regio, specifieke soort landbouw of specifieke landbouwsector.”.

  6. In artikel 67, lid 3, wordt punt c) vervangen door:

    voor elke betrokken maatregel een motivering dat de overdracht strookt met de productiebeperkende aard van de regeling als bedoeld in artikel 52, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 en dat de overeenkomstig artikel 54 van die verordening en de leden 1 en 2 van het onderhavige artikel aan de Commissie gemelde besluiten niet inhoudsloos worden.”.

  7. bijlage I wordt vervangen door de tekst die is opgenomen in de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2 Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 1, punten 2, 3, 4, 6 en 7, is van toepassing op de steunaanvragen voor de kalenderjaren volgende op het kalenderjaar 2014.

Artikel 1, punt 1, is van toepassing op de steunaanvragen voor het kalenderjaar 2018 en de daaropvolgende kalenderjaren.

Artikel 1, punt 5, is van toepassing op de steunaanvragen voor het kalenderjaar 2019 en de daaropvolgende kalenderjaren.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 februari 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude Juncker

BIJLAGE

BIJLAGE I

Overeenkomstig artikel 67, lid 1, aan de Commissie te verstrekken informatie

Deze informatie omvat:

  1. voor elk jaar tot en met 2020 het betrokken percentage van het nationale maximum als bedoeld in artikel 53 van Verordening (EU) nr. 1307/2013;

  2. de titel van elke steunmaatregel;

  3. een beschrijving van elke steunmaatregel, met ten minste de volgende informatie:

    1. de beoogde regio of sector;

    2. de geselecteerde specifieke soorten landbouw en/of specifieke landbouwsectoren en een beschrijving van de ondervonden problemen, alsook, waar van toepassing, de door de lidstaten vastgelegde criteria om de in artikel 52, lid 1, van deze verordening bedoelde regio's vast te stellen;

    3. het betrokken economische, sociale of ecologische belang;

    4. elke toepassing van de afwijking als bedoeld in artikel 52, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1307/2013;

    5. de looptijd;

    6. de geldende subsidiabiliteitsvoorwaarden;

    7. voor lidstaten die artikel 53, lid 2, derde alinea, van deze verordening toepassen: de criteria die overeenkomstig die alinea zijn toegepast voor de invoering van elk gedifferentieerd bedrag per eenheid;

    8. het (de) geraamde steunbedrag(en) per eenheid, berekend overeenkomstig artikel 53, lid 2, derde alinea, van deze verordening;

    9. het voor de financiering vastgestelde bedrag;

    10. de vaste arealen en opbrengsten of het vaste aantal dieren als bedoeld in artikel 52, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1307/2013;

    11. in voorkomend geval, het maximumareaal dat is vastgesteld voor de tenuitvoerlegging van de steun voor oliehoudende zaden als bedoeld in artikel 53, lid 3, van deze verordening;

    12. bestaande maatregelen die op grond van andere uniale steunmaatregelen of uit staatssteun gefinancierde maatregelen worden toegepast in dezelfde regio of sector als de gekoppelde steunmaatregel en, in voorkomend geval, de criteria en administratieve voorschriften die overeenkomstig artikel 52, lid 9, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 moeten voorkomen dat steun voor de aanpak van eenzelfde probleem als bedoeld in artikel 52, lid 3, van die verordening ook wordt verleend op grond van andere uniale steunregelingen;

  4. in voorkomend geval, een uitgebreide beschrijving van de bijzondere situatie in de beoogde regio of sector en van de kenmerken van de specifieke soorten landbouw of specifieke landbouwsectoren, waardoor het in artikel 53, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2013 genoemde percentage ontoereikend is om iets aan de vastgestelde problemen te doen, en een verhoging van het steunniveau overeenkomstig artikel 54, lid 2, van die verordening gerechtvaardigd is;

  5. in voorkomend geval, informatie waaruit het bestaan van een van de behoeften als bedoeld in artikel 55, lid 1, onder a), b), c) of d), van Verordening (EU) nr. 1307/2013 blijkt.

BIJLAGE I