Home

Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1253 van de Commissie van 28 juni 2018 tot rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/2374 tot vaststelling van een teruggooiplan voor bepaalde demersale visserijen in de zuidwestelijke wateren

Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/1253 van de Commissie van 28 juni 2018 tot rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/2374 tot vaststelling van een teruggooiplan voor bepaalde demersale visserijen in de zuidwestelijke wateren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad(1), en met name artikel 15, lid 6, en artikel 18, leden 1 en 3,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Verordening (EU) nr. 1380/2013 heeft onder meer tot doel de teruggooi in alle visserijen van de Unie geleidelijk uit te bannen middels de invoering van een aanlandingsverplichting voor vangsten van soorten waarvoor vangstbeperkingen gelden.

  2. Artikel 15, lid 6, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 geeft de Commissie de bevoegdheid om, met het oog op de uitvoering van de aanlandingsverplichting, door middel van gedelegeerde handelingen teruggooiplannen vast te stellen op basis van gezamenlijke aanbevelingen die de lidstaten in overleg met de desbetreffende adviesraden hebben opgesteld.

  3. Bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/2374 van de Commissie(2) is een teruggooiplan voor bepaalde demersale visserijen in de zuidwestelijke wateren vastgesteld op basis van een gemeenschappelijke aanbeveling die in 2016 door België, Frankrijk, Nederland, Portugal en Spanje („groep voor de zuidwestelijke wateren”) is ingediend.

  4. Op 2 juni 2017 hebben België, Frankrijk, Nederland, Portugal en Spanje een nieuwe gemeenschappelijke aanbeveling ingediend, waarin een aantal wijzigingen van het teruggooiplan werden voorgesteld. Op basis daarvan heeft de Commissie Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/44 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/2374(3) vastgesteld.

  5. Op 26 oktober 2017 heeft de groep voor de zuidwestelijke wateren de Commissie gewezen op een redactionele fout in de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/44 wat betreft de omschrijving van de visserijen op heek die onder de aanlandingsverplichting vallen. Volgens de huidige versie van die bijlage vallen de visserijen op heek met bodemtrawls en zegens in de ICES-sectoren VIIIc en IXa (ICES = Internationale Raad voor het onderzoek van de zee) onder de aanlandingsverplichting indien de totale hoeveelheid in 2014/2015 aangelande heek meer dan 5 % van alle aangelande soorten en meer dan 5 metrische ton bedraagt. Die voorwaarde is echter niet langer van toepassing.

  6. Daarom moet Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/2374, zoals gewijzigd bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/44, worden gerectificeerd.

  7. Om ervoor te zorgen dat de aanlandingsverplichting ononderbroken wordt toegepast en dat daarbij geen rechtsonzekerheid ontstaat, dient de onderhavige verordening op de dag na die van de bekendmaking ervan in werking te treden en met terugwerkende kracht van toepassing te zijn met ingang van de datum van toepassing van Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/44, die aan de basis ligt van de redactionele fout in de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/2374,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In de vierde kolom van tabel „3. Visserijen op heek (Merluccius merluccius)” van de bijlage bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/2374 wordt de tekst:

„Vaartuigen die aan elk van de volgende criteria voldoen:

  1. zij gebruiken een maaswijdte van 70 mm of meer;

  2. de totale hoeveelheid in 2014-2015 (1) aangelande heek vormt meer dan 5 % van alle aangelande soorten en bedraagt meer dan 5 metrische ton.”

vervangen door:

„70 mm of meer”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2018.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 28 juni 2018.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude Juncker