Het „U.S. Soybean Sustainability Assurance Protocol” (hierna „de regeling” genoemd), waarvoor op 15 november 2018 een verzoek tot erkenning is ingediend bij de Commissie, toont aan dat leveringen van biobrandstoffen en vloeibare biomassa die worden geproduceerd in overeenstemming met de in de regeling vastgestelde normen voor de productie van biobrandstoffen en vloeibare biomassa, voldoen aan de duurzaamheidscriteria zoals vastgesteld in artikel 7 ter, leden 3, 4 en 5, van Richtlijn 98/70/EG en artikel 17, leden 3, 4 en 5, van Richtlijn 2009/28/EG.
Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/142 van de Commissie van 29 januari 2019 inzake de erkenning van het „U.S. Soybean Sustainability Assurance Protocol” voor het aantonen van de naleving van de duurzaamheidscriteria overeenkomstig de Richtlijnen 98/70/EG en 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad
Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/142 van de Commissie van 29 januari 2019 inzake de erkenning van het „U.S. Soybean Sustainability Assurance Protocol” voor het aantonen van de naleving van de duurzaamheidscriteria overeenkomstig de Richtlijnen 98/70/EG en 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 98/70/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 oktober 1998 betreffende de kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en tot wijziging van Richtlijn 93/12/EEG van de Raad(1), en met name artikel 7 quater, lid 4, tweede alinea,
Gezien Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG(2), en met name artikel 18, lid 4, tweede alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
In de artikelen 7 ter en 7 quater van en bijlage IV bij Richtlijn 98/70/EG en de artikelen 17 en 18 van en bijlage V bij Richtlijn 2009/28/EG zijn vergelijkbare duurzaamheidscriteria voor biobrandstoffen en vloeibare biomassa vastgesteld en vergelijkbare procedures voor de controle op de naleving van deze criteria.
Wanneer biobrandstoffen en vloeibare biomassa in aanmerking moeten worden genomen voor de doeleinden van artikel 17, lid 1, onder a), b) en c), van Richtlijn 2009/28/EG, verplichten de lidstaten de marktpartijen aan te tonen dat die biobrandstoffen en vloeibare biomassa voldoen aan de duurzaamheidscriteria van artikel 17, leden 2 tot en met 5, van die Richtlijn.
Het verzoek om te erkennen dat het „U.S. Soybean Sustainability Assurance Protocol” aantoont dat leveringen van biobrandstoffen voldoen aan de duurzaamheidscriteria van de Richtlijnen 98/70/EG en 2009/28/EG, werd op 15 november 2018 bij de Commissie ingediend. De regeling is gevestigd te 16305 Swingley Ridge Road, Suite 200 Chesterfield, MO 63017, in de Verenigde Staten. Zij heeft betrekking op in de Verenigde Staten geproduceerde sojabonen en de controleketen vanaf de landbouwbedrijven die de sojabonen produceren tot de plaats waar deze worden uitgevoerd.
Uit de evaluatie van het „U.S. Soybean Sustainability Assurance Protocol” door de Commissie is gebleken dat deze regeling in de juiste mate aan de duurzaamheidscriteria van de Richtlijnen 98/70/EG en 2009/28/EG voldoet en een massabalanssysteem gebruikt in overeenstemming met de eisen van artikel 7 quater, lid 1, van Richtlijn 98/70/EG en van artikel 18, lid 1, van Richtlijn 2009/28/EG.
Uit de evaluatie van het „U.S. Soybean Sustainability Assurance Protocol” is gebleken dat het beantwoordt aan passende normen inzake betrouwbaarheid, transparantie en onafhankelijke auditing, en aan de methodologische eisen van bijlage IV bij Richtlijn 98/70/EG en bijlage V bij Richtlijn 2009/28/EG.
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de duurzaamheid van biobrandstof en vloeibare biomassa,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De regeling bevat accurate gegevens voor de toepassing van artikel 17, lid 2, van Richtlijn 2009/28/EG en artikel 7 ter, lid 2, van Richtlijn 98/70/EG met betrekking tot de op jaarbasis berekende emissies van wijzigingen in koolstofvoorraden door wijzigingen van landgebruik (e l ), als bedoeld in Richtlijn 98/70/EG, bijlage IV, deel C, punt 1, en Richtlijn 2009/28/EG, bijlage V, deel C, punt 1, waarbij wordt aangetoond dat die emissies gelijk zijn aan nul.
Artikel 2
De Commissie wordt onverwijld in kennis gesteld van iedere wijziging in de inhoud van de regeling, zoals op 15 november 2018 voor erkenning bij de Commissie ingediend, die gevolgen kan hebben voor de grondslag van dit besluit.
De Commissie beoordeelt de gemelde wijzigingen om na te gaan of de regeling nog steeds in de juiste mate voldoet aan de duurzaamheidscriteria waarvoor ze is erkend.
Artikel 3
De Commissie kan dit besluit intrekken, onder meer in elk van de volgende gevallen:
-
als duidelijk wordt aangetoond dat de regeling elementen die van belang voor dit besluit worden geacht, niet ten uitvoer legt of als een ernstige en structurele inbreuk op deze elementen heeft plaatsgevonden;
-
als de regeling geen jaarlijks verslag indient bij de Commissie overeenkomstig artikel 7 quater, lid 6, van Richtlijn 98/70/EG en artikel 18, lid 6, van Richtlijn 2009/28/EG;
-
als de regeling de door middel van uitvoeringshandelingen omschreven normen voor onafhankelijke auditing als bedoeld in artikel 7 quater, lid 5, derde alinea, van Richtlijn 98/70/EG en artikel 18, lid 5, derde alinea, van Richtlijn 2009/28/EG niet toepast of geen verbeteringen uitvoert met betrekking tot andere elementen van de regeling die van belang worden geacht voor een blijvende erkenning.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Het is van toepassing tot en met 30 juni 2021.