Gezien Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad van 12 september 2018 tot oprichting van een Europees reisinformatie en -autorisatiesysteem (Etias) en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1077/2011, (EU) nr. 515/2014, (EU) 2016/399, (EU) 2016/1624 en (EU) 2017/2226(1), en met name artikel 54, lid 2, vijfde alinea,
Bij Verordening (EU) 2018/1240 is voor onderdanen van derde landen die zijn vrijgesteld van de verplichting om in het bezit te zijn van een visum wanneer zij de buitengrenzen overschrijden, een Europees reisinformatie en -autorisatiesysteem (Etias) opgericht. Bij die verordening werden de voorwaarden en procedures voor het verlenen of weigeren van een reisautorisatie vastgesteld.
Elk aanvraagdossier dient na de geldigheidsduur van de reisautorisatie te worden gewist. Met het oog op het faciliteren van een nieuwe aanvraag na het einde van de geldigheidsduur kunnen aanvragers toestemming geven om de bewaringstermijn van het aanvraagdossier met drie jaar te verlengen. Bij dit besluit moeten de voorwaarden worden vastgesteld voor de wijze waarop aanvragers met een speciaal instrument hun toestemming kunnen geven of intrekken.
Dit instemmingsinstrument dient toegankelijk te zijn via een speciale openbare website, een app voor mobiele apparaten en via een beveiligde koppeling, nadat de Etias-autorisatie is verleend.
Met het instemmingsinstrument moet het mogelijk zijn de identiteit van de aanvrager te bevestigen. Derhalve moeten authenticatievereisten voor de toegang tot het instemmingsinstrument worden vastgesteld en dient er te worden gezorgd voor beveiligde toegang, onder meer door aanvragers een unieke code te verstrekken. Het instemmingsinstrument dient aanvragers ook de mogelijkheid te bieden om gegevens te raadplegen die zijn opgeslagen voordat zij toestemming hebben gegeven of ingetrokken. Daarnaast moet erin worden vastgesteld hoe toestemming moet worden gegeven of ingetrokken.
De communicatiekanalen tussen het instemmingsinstrument en het centrale Etias-systeem moeten worden vastgesteld. Voorts moeten het berichtformaat, de normen en protocollen, alsook de veiligheidseisen worden bepaald.
Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol (nr. 22) betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, heeft Denemarken niet deelgenomen aan de vaststelling van Verordening (EU) 2017/2226 van het Europees Parlement en de Raad(2) en is deze niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. Omdat Verordening (EU) 2018/1240 echter voortbouwt op het Schengenacquis, heeft Denemarken op 21 december 2018 overeenkomstig artikel 4 van dat protocol zijn besluit meegedeeld dat het Verordening (EU) 2018/1240 in zijn nationale wetgeving zal omzetten.
Dit besluit houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad(3); het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.
Dit besluit houdt een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad(4); Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.
Wat IJsland en Noorwegen betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis(5) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, onder A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad(6).
Wat Zwitserland betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis(7) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, onder A, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad(8).
Wat Liechtenstein betreft, houdt dit besluit een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis(9) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, onder A, van Besluit 1999/437/EG, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad(10).
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is op 28 januari 2019 geraadpleegd en heeft op 8 februari 2019 een advies uitgebracht,