Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/358 van de Commissie van 13 december 2018 tot aanvulling van Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende de verzameling, verificatie, aggregatie, vergelijking en publicatie van gegevens over effectenfinancieringstransacties door transactieregisters (Voor de EER relevante tekst)
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/358 van de Commissie van 13 december 2018 tot aanvulling van Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende de verzameling, verificatie, aggregatie, vergelijking en publicatie van gegevens over effectenfinancieringstransacties door transactieregisters (Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012(1), en met name artikel 5, lid 7, onder a), en artikel 12, lid 3, onder a) en b),
Overwegende hetgeen volgt:
Teneinde te garanderen dat gegevens van hoge kwaliteit over effectenfinancieringstransacties (securities financing transactions, SFT's) aan transactieregisters worden gerapporteerd, moeten deze registers de identiteit van de rapporterende entiteiten, de logische integriteit van de volgorde waarin de SFT-gegevens worden gerapporteerd, en de volledigheid en juistheid van deze SFT-gegevens verifiëren.
Om dezelfde reden moeten transactieregisters de gegevens van elke ontvangen SFT-rapportage op elkaar afstemmen. Er moet een standaardprocedure worden vastgesteld opdat transactieregisters de afstemming op consistente wijze kunnen uitvoeren, alsook om het risico te beperken dat SFT-gegevens niet op elkaar worden afgestemd. Bepaalde SFT-gegevens kunnen mogelijk echter niet identiek zijn als gevolg van de specifieke kenmerken van de informatietechnologiesystemen die door de rapporterende entiteiten worden gebruikt. Daarom dienen bepaalde toleranties te worden toegepast, zodat minieme verschillen in de gerapporteerde SFT-gegevens de autoriteiten niet beletten de gegevens met voldoende betrouwbaarheid te analyseren.
Er mag worden verwacht dat de rapporterende entiteiten hun rapportage mettertijd zullen verbeteren, zowel in termen van een vermindering van het aantal verworpen rapportages als in termen van op elkaar afgestemde rapportages. Er moet hun echter voldoende tijd worden gegund om zich aan de rapportagevereisten aan te passen, met name om te voorkomen dat er zich onmiddellijk na de inwerkingtreding van de rapportageverplichting een opeenstapeling van niet-afgestemde transacties voordoet. Het is daarom raadzaam dat in een eerste fase slechts een beperkt aantal velden op elkaar moet worden afgestemd.
Rapporterende entiteiten en, in voorkomend geval, voor de rapportage verantwoordelijke autoriteiten moeten in staat zijn hun naleving van hun rapportageverplichtingen uit hoofde van Verordening (EU) 2015/2365 te controleren. Zij moeten bijgevolg dagelijks toegang kunnen krijgen tot bepaalde informatie over deze rapportages, met inbegrip van zowel de uitkomst van de verificatie van deze rapportages, als de vooruitgang die bij de afstemming van de gerapporteerde gegevens is geboekt. Daarom is het noodzakelijk te specificeren welke informatie een transactieregister aan het einde van elke werkdag ter beschikking van deze entiteiten moet stellen.
Teneinde de integriteit van de SFT-gegevens te bevorderen, moet de in artikel 12, lid 2, van Verordening (EU) 2015/2365 bedoelde rechtstreekse en onmiddellijke toegang op geharmoniseerde en consistente wijze worden verleend. Teneinde de rapportage te standaardiseren, de kosten voor de sector tot een minimum te beperken en voor alle transactieregisters de vergelijkbaarheid en de consistente aggregatie van gegevens te garanderen, verdient het aanbeveling dat voor alle outputverslagen en uitwisselingen templates in XML-formaat worden gebruikt en tevens een methode wordt gevolgd die algemeen gangbaar is in de financiële sector.
Het is van essentieel belang dat toegang wordt geboden tot gegevens over posities tussen twee gegeven tegenpartijen om de in artikel 12, lid 2, van Verordening (EU) 2015/2365 genoemde entiteiten in staat te stellen potentiële oorzaken van systeem- of niet-systeemrisico's voor de financiële stabiliteit te onderkennen.
Om het publiek voldoende transparantie te bieden ten aanzien van SFT's, moeten de criteria die voor de aggregatie van posities worden gehanteerd, het grote publiek in staat stellen zich een beeld te vormen van de wijze waarop SFT-markten functioneren, zonder dat de vertrouwelijkheid van de aan transactieregisters gerapporteerde gegevens in het gedrang komt. Welke gegevens een transactieregister overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EU) 2015/2365 over geaggregeerde posities moet publiceren en hoe vaak, moet worden gespecificeerd op een manier die voortbouwt op het gerelateerde kader waarin Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad(2) voorziet voor derivatencontracten.
Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten (European Securities and Markets Authority, ESMA) volgens de procedure van artikel 10 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad(3) aan de Commissie heeft voorgelegd.
De bepalingen van deze verordening hebben betrekking op operationele normen voor de verzameling, aggregatie en vergelijking van gegevens door transactieregisters, alsook op de procedures die transactieregisters moeten toepassen om de volledigheid en juistheid van de aan hen gerapporteerde SFT-gegevens te verifiëren. Om de consistentie tussen deze bepalingen te waarborgen en ervoor te zorgen dat transactieregisters zich gemakkelijk een totaalbeeld van de voorschriften kunnen vormen, is het wenselijk de desbetreffende technische reguleringsnormen in één enkele verordening op te nemen.
De ESMA heeft openbare raadplegingen over deze ontwerpen van technische reguleringsnormen gehouden, de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd, en de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 opgerichte ESMA-stakeholdergroep effecten en markten om advies verzocht,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Verificatie door transactieregisters van SFT-rapportages
Een transactieregister verifieert alle volgende elementen van een ontvangen SFT-rapportage:
-
identiteit van de rapporterende entiteit als bedoeld in veld 2 van tabel 1 van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/363 van de Commissie(4);
-
of de voor de rapportage van een SFT gebruikte XML-template in overeenstemming is met de ISO 20022-methode conform Uitvoeringsverordening (EU) 2019/363;
-
of de rapporterende entiteit, indien deze verschilt van de rapporterende tegenpartij als bedoeld in veld 3 van tabel 1 van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/363, naar behoren gemachtigd is om namens de rapporterende tegenpartij te rapporteren, behalve in het in artikel 4, lid 3, van Verordening (EU) 2015/2365 bedoelde geval;
-
of dezelfde SFT-rapportage niet al eerder is ingediend;
-
of een SFT-rapportage met actietype „Wijziging” betrekking heeft op een eerder ingediende SFT-rapportage;
-
of een SFT-rapportage met actietype „Wijziging” geen betrekking heeft op een SFT die als geannuleerd is gerapporteerd;
-
of een SFT-rapportage niet het actietype „Nieuw” bevat en betrekking heeft op een SFT die al eerder is gerapporteerd;
-
of een SFT-rapportage niet het actietype „Positiebestanddeel” bevat en betrekking heeft op een SFT die al eerder is gerapporteerd;
-
of de SFT-rapportage niet beoogt de gegevens van de rapporterende entiteit, de rapporterende tegenpartij of de andere tegenpartij bij een eerder gerapporteerde SFT te wijzigen;
-
of de SFT-rapportage niet beoogt een bestaande SFT-rapportage te wijzigen door een latere valutadatum te specificeren dan de gerapporteerde vervaldatum van de SFT;
-
de juistheid en volledigheid van de SFT-rapportage.
Een transactieregister verifieert of in de velden 73 tot en met 96 van tabel 2 van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/363 informatie over gestelde zekerheden is gerapporteerd voor SFT's waarvoor veld 72 „SL-markering niet door zekerheden gedekt” van diezelfde tabel als „Onwaar” is gerapporteerd. Overeenkomstig artikel 3 van deze verordening stelt het transactieregister zowel de rapporterende entiteit en de rapporterende tegenpartij als, in voorkomend geval, de voor de rapportage verantwoordelijke entiteit in kennis van de uitkomst van de verificatie.
Een transactieregister verwerpt een SFT-rapportage die niet aan één van de vereisten van lid 1 voldoet en brengt deze rapportage onder in één van de verwerpingscategorieën die in tabel 2 van bijlage I bij deze verordening zijn vermeld.
Uiterlijk zestig minuten na ontvangst van een SFT-rapportage verstrekt een transactieregister zowel aan de rapporterende entiteit en de rapporterende tegenpartij als, in voorkomend geval, aan de voor de rapportage verantwoordelijke entiteit gedetailleerde informatie over de resultaten van de in lid 1 bedoelde gegevensverificatie. Een transactieregister verstrekt deze resultaten in een template in XML-formaat die overeenkomstig de ISO 20022-methode is ontwikkeld. De resultaten omvatten, in voorkomend geval, de specifieke redenen voor de verwerping van een SFT-rapportage in overeenstemming met lid 3.
Artikel 2 Afstemming van gegevens door transactieregisters
Een transactieregister streeft de afstemming van een gerapporteerde SFT na door de in lid 2 beschreven stappen te ondernemen, mits aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
-
het transactieregister heeft de in artikel 1, leden 1 en 2, beschreven verificaties voltooid;
-
beide tegenpartijen bij de gerapporteerde SFT hebben een rapportageverplichting;
-
het transactieregister heeft met betrekking tot de gerapporteerde SFT geen latere rapportage met actietype „Fout” ontvangen.
Wanneer aan alle voorwaarden van lid 1 is voldaan, onderneemt een transactieregister de volgende stappen, waarbij het gebruikmaakt van de laatst gerapporteerde waarde voor elk van de velden van tabel 1 van bijlage I bij deze verordening:
-
een transactieregister dat een SFT-rapportage heeft ontvangen, verifieert of het een overeenkomstige SFT-rapportage van of namens de andere tegenpartij heeft ontvangen;
-
een transactieregister dat geen overeenkomstige SFT-rapportage als bedoeld onder a) heeft ontvangen, tracht het transactieregister te identificeren dat de overeenkomstige SFT-rapportage heeft ontvangen door aan alle geregistreerde transactieregisters de waarden van de volgende velden van de gerapporteerde SFT mee te delen: „Unieke transactie-identificatiecode”, „Rapporterende tegenpartij”, „Andere tegenpartij” en „Soort raamovereenkomst”;
-
een transactieregister dat vaststelt dat een ander transactieregister een overeenkomstige SFT-rapportage als bedoeld onder a) heeft ontvangen, wisselt met dat transactieregister de gegevens van de gerapporteerde SFT uit in een template in XML-formaat die overeenkomstig de ISO 20022-methode is ontwikkeld;
-
behoudens punt e) behandelt een transactieregister een gerapporteerde SFT als afgestemd wanneer de gegevens van die SFT overeenstemmen met de gegevens van de overeenkomstige SFT-rapportage als bedoeld onder a) van dit lid;
-
een transactieregister streeft de afzonderlijke matching na van de velden betreffende de leninggegevens en de velden betreffende de gegevens over gestelde zekerheden van een gerapporteerde SFT met inachtneming van de tolerantiegrenzen en de desbetreffende toepassingsdata die in tabel 1 van bijlage I bij deze verordening zijn vastgelegd;
-
vervolgens kent een transactieregister aan elke gerapporteerde SFT waarden voor de afstemmingscategorieën toe, zoals deze zijn vermeld in tabel 3 van bijlage I bij deze verordening;
-
een transactieregister voltooit zo spoedig mogelijk de onder a) tot en met f) van dit lid beschreven stappen en onderneemt op een gegeven werkdag geen van deze stappen na 18.00 uur gecoördineerde universele tijd (Universal Coordinated Time, UTC);
-
een transactieregister dat een gerapporteerde SFT niet kan afstemmen, streeft op de volgende werkdag de matching na van de gegevens van de desbetreffende gerapporteerde SFT. Het transactieregister streeft niet langer de afstemming van de gerapporteerde SFT na dertig kalenderdagen na de gerapporteerde vervaldatum van de SFT of nadat het transactieregister een op de SFT betrekking hebbende rapportage met actietype „Beëindiging” of „Positiebestanddeel” heeft ontvangen.
Aan het einde van elke werkdag gaat een transactieregister met elk transactieregister waarmee het gerapporteerde SFT's heeft afgestemd, na hoeveel het totaal aantal afgestemde, gerapporteerde SFT's bedraagt.
Uiterlijk zestig minuten na de voltooiing van het afstemmingsproces overeenkomstig lid 2, onder g), verstrekt een transactieregister zowel aan de rapporterende entiteit en de rapporterende tegenpartij als, in voorkomend geval, aan de voor de rapportage verantwoordelijke entiteit de resultaten van het afstemmingsproces dat het met betrekking tot de gerapporteerde SFT's heeft uitgevoerd. Een transactieregister verstrekt deze resultaten in een template in XML-formaat die overeenkomstig de ISO 20022-methode is ontwikkeld, met vermelding van informatie over de velden die niet op elkaar zijn afgestemd.
Artikel 3 Eindedagsresponsmechanismen
Aan het einde van elke werkdag verstrekt een transactieregister zowel aan de rapporterende entiteit en de rapporterende tegenpartij als, in voorkomend geval, aan de voor de rapportage verantwoordelijke entiteit de volgende informatie over de desbetreffende SFT's in een template in XML-formaat die overeenkomstig de ISO 20022-methode is ontwikkeld:
-
in de loop van die dag gerapporteerde SFT's;
-
laatste transactiestatus van de SFT's die niet zijn vervallen of waarvoor geen rapportages met actietype „Fout”, „Beëindiging” of „Positiebestanddeel” zijn ontvangen;
-
de unieke transactie-identificatiecode (UTI) van de SFT's waarvoor veld 72 van tabel 2 van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/363 als „Onwaar” is gerapporteerd, en waarvoor in de velden 73 tot en met 96 van dezelfde tabel nog geen informatie over gestelde zekerheden is gerapporteerd;
-
de SFT-rapportages die in de loop van die dag zijn verworpen;
-
afstemmingsstatus van alle gerapporteerde SFT's, met uitzondering van de SFT's die zijn vervallen of waarvoor meer dan een maand vóór die werkdag SFT-rapportages met actietype „Beëindiging” of „Positiebestanddeel” zijn ontvangen.
Artikel 4 Toegang tot SFT-gegevens
Een transactieregister biedt de in artikel 12, lid 2, van Verordening (EU) 2015/2365 genoemde entiteiten, ook wanneer er sprake is van delegatie op grond van artikel 28 van Verordening (EU) nr. 1095/2010, rechtstreekse en onmiddellijke toegang tot de SFT-gegevens in een elektronische en machineleesbare vorm overeenkomstig Gedelegeerde verordening (EU) 2019/357 van de Commissie(5).
Voor de toepassing van de eerste alinea maakt een transactieregister gebruik van een template in XML-formaat die overeenkomstig de ISO 20022-methode is ontwikkeld.