Home

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1026 van de Commissie van 21 juni 2019 betreffende technische regelingen voor de ontwikkeling, het onderhoud en het gebruik van elektronische systemen voor de uitwisseling van informatie en voor de opslag van dergelijke informatie overeenkomstig het douanewetboek van de Unie

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1026 van de Commissie van 21 juni 2019 betreffende technische regelingen voor de ontwikkeling, het onderhoud en het gebruik van elektronische systemen voor de uitwisseling van informatie en voor de opslag van dergelijke informatie overeenkomstig het douanewetboek van de Unie

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie(1), en met name artikel 8, lid 1, onder b), en artikel 17,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EU) nr. 952/2013 (hierna "het wetboek" genoemd) moeten alle uitwisselingen van informatie, zoals aangiften, aanvragen of beschikkingen tussen douaneautoriteiten onderling en tussen marktdeelnemers en douaneautoriteiten, alsmede de door de douanewetgeving vereiste opslag van die informatie, met behulp van elektronische gegevensverwerkingstechnieken geschieden.

  2. Bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 van de Commissie(2) is het werkprogramma vastgesteld voor de implementatie van de voor de toepassing van het wetboek vereiste elektronische systemen, die worden ontwikkeld in het kader van de projecten die in deel II van de bijlage bij dat besluit zijn vermeld.

  3. Er moeten belangrijke technische regelingen voor de werking van de elektronische systemen worden gespecificeerd, zoals regelingen voor het ontwikkelen, het testen en de uitrol, en voor het onderhoud en de wijzigingen die in de elektronische systemen moeten worden ingevoerd. Daarnaast moeten er nadere regelingen worden gespecificeerd met betrekking tot de bescherming van gegevens, het bijwerken van gegevens, het beperken van de gegevensverwerking en de eigendom en veiligheid van systemen.

  4. Om de rechten en belangen van de Unie, de lidstaten en de marktdeelnemers veilig te stellen, is het van belang om procedureregels vast te leggen en voor alternatieve oplossingen te zorgen wanneer er sprake is van een tijdelijke storing van de elektronische systemen.

  5. Het systeem Douanebeschikkingen, dat in het kader van het in Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 genoemde project DWU-systeem Douanebeschikkingen is ontwikkeld, strekt tot harmonisering van het aanvraag-, besluitvormings- en beheerproces voor douanebeschikkingen in de gehele Unie door alleen elektronische gegevensverwerkingstechnieken te gebruiken. Er moeten daarom regels worden vastgelegd voor het beheer van dat elektronische systeem. De reikwijdte van het systeem moet worden bepaald op basis van de via dit systeem aangevraagde, afgegeven en beheerde douanebeschikkingen. Er moeten nadere bepalingen worden vastgesteld voor de gemeenschappelijke componenten (een EU-portaal voor ondernemers, een centraal systeem voor het beheer van douanebeschikkingen en een klantenreferentiesysteem) en de nationale componenten (een nationaal portaal voor ondernemers en een nationaal klantenreferentiesysteem) van het systeem door de functies en interconnecties van de componenten te specificeren.

  6. Verder moeten er regels worden vastgelegd ten aanzien van de gegevens met betrekking tot vergunningen die reeds in de bestaande elektronische systemen zijn opgeslagen, zoals in het systeem voor lijndiensten en in nationale systemen, en die naar het systeem Douanebeschikkingen moeten worden gemigreerd.

  7. Het systeem voor uniform gebruikersbeheer en digitale handtekeningen, dat in het kader van het in Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 genoemde project Directe toegang voor ondernemers tot de Europese informatiesystemen (uniform gebruikersbeheer & digitale handtekening) wordt ontwikkeld, is gericht op het beheer van het authenticatie- en toegangsverificatieproces voor marktdeelnemers en andere gebruikers. Er moeten nadere bepalingen ten aanzien van de reikwijdte en de kenmerken van het systeem worden vastgelegd, waarin de verschillende (gemeenschappelijke en nationale) componenten van het systeem, en de functies en interconnecties van deze componenten, worden gedefinieerd. De functionaliteit "digitale handtekening" is in het kader van het systeem voor uniform gebruikersbeheer en digitale handtekeningen echter nog niet beschikbaar. Daarom kunnen er in de onderhavige verordening geen nadere bepalingen met betrekking tot deze functionaliteit worden vastgesteld.

  8. Het Europese systeem betreffende bindende tariefinlichtingen (EBTI) dat in het kader van het in Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 genoemde project DWU Bindende tariefinlichtingen (BTI) een upgrade heeft gekregen, moet resulteren in een aanpassing van het aanvraag-, besluitvormings- en beheerproces voor BTI-beschikkingen aan de eisen van het douanewetboek door alleen elektronische gegevensverwerkende technieken te gebruiken. Er moeten daarom regels worden vastgelegd voor het beheer van dat systeem. Er moeten nadere bepalingen worden vastgesteld voor de gemeenschappelijke componenten (een EU-portaal voor ondernemers, een centraal EBTI-systeem en monitoring van het gebruik van BTI) en de nationale componenten (een nationaal portaal voor ondernemers en een nationaal BTI-systeem) van het systeem door de functies en interconnecties te specificeren. Het project heeft bovendien tot doel het toezicht op het verplichte gebruik van BTI en de monitoring en het beheer van verlengd BTI-gebruik te vergemakkelijken.

  9. Het EORI-systeem (registratie en identificatie van marktdeelnemers), dat in het kader van het in Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 genoemde project DWU Systeem voor de registratie en identificatie van marktdeelnemers (EORI 2) een upgrade heeft gekregen, moet resulteren in een upgrade van het bestaande trans-Europese EORI-systeem voor de registratie en identificatie van marktdeelnemers van de Unie en marktdeelnemers uit derde landen en van andere personen met het oog op de toepassing van de douanewetgeving van de unie. Er moeten daarom regels worden vastgelegd voor het beheer van het systeem door de componenten (centraal EORI-systeem en nationale EORI-systemen) en het gebruik van het EORI-systeem te specificeren.

  10. Het AEO-systeem (geautoriseerde marktdeelnemers), dat door middel van het in Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 genoemde DWU-project inzake geautoriseerde marktdeelnemers een upgrade heeft gekregen, strekt ertoe de bedrijfsprocessen met betrekking tot AEO-aanvragen en -vergunningen en het beheer ervan te verbeteren. Met het systeem wordt verder beoogd het elektronische formulier voor AEO-aanvragen en -beschikkingen te implementeren en marktdeelnemers toegang te geven tot een op EU-niveau geharmoniseerde interface (e-AEO Direct Trader Access) om AEO-aanvragen in te dienen en AEO-beschikkingen te ontvangen langs elektronische weg. Er moeten nadere bepalingen worden vastgesteld voor de gemeenschappelijke componenten van het systeem.

  11. Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2089 van de Commissie(3) zijn technische regelingen vastgesteld voor de ontwikkeling, het onderhoud en het gebruik van elektronische systemen voor de uitwisseling van informatie en voor de opslag van dergelijke informatie overeenkomstig het douanewetboek. Deze verordening heeft momenteel betrekking op de douanebeschikkingen en de systemen voor uniform gebruikersbeheer en digitale handtekeningen, die in oktober 2017 operationeel zijn geworden. Binnenkort zullen drie andere systemen (EBTI, EORI en AEO) operationeel worden, en daarom moeten ook voor die systemen technische regelingen worden gespecificeerd. Gezien het aantal wijzigingen dat in Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2089 zou moeten worden aangebracht, en omwille van de duidelijkheid moet deze verordening ingetrokken en vervangen worden.

  12. Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en de beginselen die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en met name het recht op bescherming van persoonsgegevens. Voor zover het voor de toepassing van de douanewetgeving van de Unie noodzakelijk is om persoonsgegevens in de elektronische systemen te verwerken, moeten deze gegevens worden verwerkt overeenkomstig Verordeningen (EU) 2016/679(4) en (EU) 2018/1725(5) van het Europees Parlement en de Raad. De door de elektronische systemen verwerkte persoonsgegevens van marktdeelnemers en andere personen zijn begrensd door de gegevensset die in bijlage A, titel 1, hoofdstuk 1, groep 3 — Partijen, in bijlage A, titel 1, hoofdstuk 2, groep 3 — Partijen, en in bijlage 12-01 bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie(6) is gedefinieerd.

  13. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Toepassingsgebied

Deze verordening is van toepassing op de volgende elektronische systemen, die in het kader van de volgende in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2016/578 genoemde projecten zijn ontwikkeld of geüpgraded:

  1. het systeem Douanebeschikkingen, dat in het kader van het project DWU Douanebeschikkingen is ontwikkeld;

  2. het systeem voor uniform gebruikersbeheer en digitale handtekeningen (UUM&DS), dat in het kader van het project Directe toegang voor ondernemers tot de Europese informatiesystemen (uniform gebruikersbeheer & digitale handtekening) is ontwikkeld;

  3. het Europese systeem betreffende bindende tariefinlichtingen (EBTI) dat in het kader van het project DWU Bindende tariefinlichtingen (BTI) is geüpgraded;

  4. het EORI-systeem (registratie en identificatie van marktdeelnemers), dat overeenkomstig de voorschriften van het wetboek in het kader van het EORI 2 is geüpgraded;

  5. het AEO-systeem (geautoriseerde marktdeelnemers), dat overeenkomstig de voorschriften van het wetboek in het kader van het AEO-project (geautoriseerde marktdeelnemers) is geüpgraded.

Artikel 2 Definities

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    1. "gemeenschappelijke component" :
    een op Unieniveau ontwikkelde component van de elektronische systemen, die beschikbaar is voor alle lidstaten;
    2. "nationale component" :
    een op nationaal niveau ontwikkelde component van de elektronische systemen, die beschikbaar is in de lidstaat die deze heeft ontwikkeld.

Artikel 3 Contactpunten voor de elektronische systemen

De Commissie en de lidstaten wijzen contactpunten aan voor elk van de elektronische systemen ten behoeve van de uitwisseling van informatie, teneinde te waarborgen dat de ontwikkeling, de werking en het onderhoud van deze elektronische systemen op een gecoördineerde wijze plaatsvindt.

Zij delen elkaar de gegevens van deze contactpunten mee en informeren elkaar onverwijld over eventuele wijzigingen in deze gegevens.

HOOFDSTUK II SYSTEEM DOUANEBESCHIKKINGEN

Artikel 4 Doel en structuur van het systeem Douanebeschikkingen

Artikel 5 Gebruik van het systeem Douanebeschikkingen

Artikel 6 Authenticatie en toegang tot het systeem Douanebeschikkingen

Artikel 7 EU-portaal voor ondernemers

Artikel 8 Centraal systeem voor het beheer van douanebeschikkingen

Artikel 9 Raadpleging tussen de douaneautoriteiten die het systeem Douanebeschikkingen gebruiken

Artikel 10 Klantenreferentiesysteem

Artikel 11 Nationaal portaal voor ondernemers

Artikel 12 Nationaal systeem voor het beheer van douanebeschikkingen

Artikel 13 Migratie van gegevens betreffende vergunningen naar het systeem Douanebeschikkingen

HOOFDSTUK III SYSTEEM VOOR UNIFORM GEBRUIKERSBEHEER EN DIGITALE HANDTEKENINGEN

Artikel 14 Doel en structuur van het systeem voor uniform gebruikersbeheer en digitale handtekeningen

Artikel 15 Gebruik van het systeem voor uniform gebruikersbeheer en digitale handtekeningen

Artikel 16 Toegangsbeheersysteem

Artikel 17 Administratief beheersysteem

Artikel 18 Identiteits- en toegangsbeheersystemen van de lidstaten

HOOFDSTUK IV EUROPEES INFORMATIESYSTEEM BETREFFENDE BINDENDE TARIEFINLICHTINGEN

Artikel 19 Doel en structuur van het EBTI-systeem

Artikel 20 Gebruik van het EBTI-systeem

Artikel 21 Authenticatie en toegang tot het EBTI-systeem

Artikel 22 EU-portaal voor ondernemers

Artikel 23 Centraal EBTI-systeem

Artikel 24 Raadpleging tussen de douaneautoriteiten die het centrale EBTI-systeem gebruiken

Artikel 25 Toezicht op het gebruik van BTI-beschikkingen

Artikel 26 Nationaal portaal voor ondernemers

Artikel 27 Nationaal BTI-systeem

HOOFDSTUK V SYSTEEM VOOR DE REGISTRATIE EN IDENTIFICATIE VAN MARKTDEELNEMERS

Artikel 28 Doel en structuur van het EORI-systeem

Artikel 29 Gebruik van het EORI-systeem

Artikel 30 Authenticatie en toegang tot het centrale EORI-systeem

Artikel 31 Centraal EORI-systeem

Artikel 32 Nationaal EORI-systeem

HOOFDSTUK VI SYSTEEM VAN GEAUTORISEERDE MARKTDEELNEMER

Artikel 33 Doel en structuur van het AEO-systeem

Artikel 34 Gebruik van het AEO-systeem

Artikel 35 Authenticatie en toegang tot het centrale AEO-systeem

Artikel 36 EU-portaal voor ondernemers

Artikel 37 Centraal AEO-systeem

Artikel 38 Nationaal portaal voor ondernemers

Artikel 39 Nationaal AEO-systeem

HOOFDSTUK VII WERKING VAN DE ELEKTRISCHE SYSTEMEN EN OPLEIDINGEN OVER HET GEBRUIK ERVAN

Artikel 40 Ontwikkelen, testen, uitrol en beheer van de elektronische systemen

Artikel 41 Onderhoud aan en wijzigingen in de elektronische systemen

Artikel 42 Tijdelijke storing van de elektronische systemen

Artikel 43 Ondersteuning bij opleidingen over het gebruik en de werking van de gemeenschappelijke componenten

HOOFDSTUK VIII GEGEVENSBESCHERMING, GEGEVENSBEHEER, EIGENDOM EN VEILIGHEID VAN DE ELEKTRONISCHE SYSTEMEN

Artikel 44 Bescherming van persoonsgegevens

Artikel 45 Bijwerking van gegevens in de elektronische systemen

Artikel 46 Beperking van de toegang tot gegevens en de gegevensverwerking

Artikel 47 Systeemeigendom

Artikel 48 Systeemveiligheid

HOOFDSTUK IX SLOTBEPALINGEN

Artikel 49 Beoordeling van de elektronische systemen

Artikel 50 Intrekking

Artikel 51 Inwerkingtreding