Home

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1587 van de Commissie van 24 september 2019 tot instelling van een verbod op het binnenbrengen in de Unie van specimens van bepaalde in het wild levende dier- en plantensoorten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1587 van de Commissie van 24 september 2019 tot instelling van een verbod op het binnenbrengen in de Unie van specimens van bepaalde in het wild levende dier- en plantensoorten overeenkomstig Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer(1), en met name artikel 4, lid 6, onder a) en b),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Verordening (EG) nr. 338/97 heeft ten doel in het wild levende dier- en plantensoorten te beschermen en hun instandhouding te garanderen door het handelsverkeer in de dier- en plantensoorten in de bijlagen bij de verordening te controleren. Ter uitvoering van die verordening kan de Commissie beperkingen opleggen ten aanzien van het binnenbrengen van specimens van bepaalde soorten in de Unie.

  2. De momenteel geldende lijst van de soorten waarop het verbod op het binnenbrengen in de Unie van toepassing is, is in oktober 2017 vastgesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1915 van de Commissie(2).

  3. Op basis van de desbetreffende aanbevelingen van de 69e en 70e vergadering van het Permanent Comité van Cites(3) en van de verslagen die zijn opgesteld voor de Wetenschappelijke Studiegroep van de EU(4) is de Wetenschappelijke Studiegroep tot het besluit gekomen dat de staat van instandhouding van bepaalde bijkomende soorten die zijn opgenomen in bijlage B bij Verordening (EG) nr. 338/97, ernstig in gevaar zal worden gebracht als het binnenbrengen van die soorten in de Unie vanuit bepaalde landen van herkomst niet wordt verboden(5). Daarom moet een verbod worden ingesteld op het binnenbrengen in de Unie van specimens van de volgende soorten:

    • Pericopsis elata uit Ivoorkust;

    • Prunus africana uit Equatoriaal-Guinea.

  4. Gezien de afscheiding van Zuid-Sudan van Sudan op 9 juli 2011 en de toelating van dat land als lidstaat van de VN door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 14 juli 2011, moet, om de reeds voor de voorgangerstaat geldende bepalingen te handhaven, het binnenbrengen in de Unie van specimens van de volgende soorten eveneens worden verboden:

    • Torgos tracheliotus uit Zuid-Sudan.

  5. Op basis van verdere aanbevelingen van de 69e en 70e vergadering van het Permanent Comité van Cites en van verslagen die zijn opgesteld voor de Wetenschappelijke Studiegroep van de EU(6), is de Wetenschappelijke Studiegroep daarnaast tot het besluit gekomen dat het verbod op het binnenbrengen in de Unie voor specimens van de volgende soorten niet langer noodzakelijk is:

    • Hippopotamus amphibius, Stangeriaceae spp. en Zamiaceae spp. uit Mozambique;

    • Balearica regulorum en Agapornis fischeri uit Tanzania;

    • Poicephalus fuscicollis uit Mali;

    • Phelsuma breviceps en Phelsuma standingi uit Madagaskar;

    • Naja atra, Naja kaouthia, Naja siamensis, Cuora galbinifrons, Heosemys annandalii en Heosemys grandis uit Laos;

    • Stigmochelys pardalis uit de Democratische Republiek Congo;

    • Hippocampus kuda uit Vietnam;

    • Pandinus roeseli(7) uit Benin, Ghana en Togo;

    • Acanthastrea hemprichii, Favites halicora en Platygyra sinensis uit Tonga.

  6. De Wetenschappelijke Studiegroep is verder tot het besluit gekomen dat op basis van de meest recente beschikbare informatie met betrekking tot de nomenclatuur de naam van de soort Ovis vignei bochariensis moet worden gewijzigd in Ovis aries cycloceros. Deze wijziging in de nomenclatuur heeft geen invloed op de reikwijdte van de reeds van kracht zijnde schorsing.

  7. De Wetenschappelijke Studiegroep is ten slotte tot het besluit gekomen dat op basis van de meest recente beschikbare informatie het verbod op het binnenbrengen in de Unie van specimens van de familie Cycadaceae uit Mozambique zo moet worden aangepast dat het alleen nog betrekking heeft op specimens van de tot die familie behorende soort Cycas thouarsii.

  8. Op basis van de besluiten van de Wetenschappelijke Studiegroep en — in het geval van de in overweging 3 genoemde combinaties van soorten en landen — na raadpleging van de betrokken herkomstlanden in het kader van het Permanent Comité van Cites moet de lijst van de soorten waarop het verbod op het binnenbrengen in de Unie van toepassing is, worden bijgewerkt en moet Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1915 omwille van de duidelijkheid worden vervangen.

  9. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het krachtens artikel 18 van de verordening ingestelde Comité voor de handel in wilde dier- en plantensoorten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Het binnenbrengen in de Unie van specimens van de in de bijlage bij deze verordening genoemde in het wild levende dier- en plantensoorten uit de in die bijlage vermelde landen van oorsprong is verboden.

Artikel 2

Uitvoeringsverordening (EU) 2017/1915 wordt ingetrokken.

Verwijzingen naar de ingetrokken uitvoeringsverordening gelden als verwijzingen naar deze verordening.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 september 2019.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude Juncker

BIJLAGE