In deze verordening worden de regels vastgesteld ter bepaling van de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder bepaalde categorieën dieren en goederen zijn vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten en de gevallen waarin en de voorwaarden waaronder specifieke controletaken door de douaneautoriteiten of andere overheidsinstanties kunnen worden uitgevoerd, voor zover die taken niet reeds onder de verantwoordelijkheid van die autoriteiten vallen, en verband houden met persoonlijke bagage van passagiers.
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2122 van de Commissie van 10 oktober 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft bepaalde categorieën dieren en goederen die van officiële controles aan grenscontroleposten zijn vrijgesteld, en specifieke controles van de persoonlijke bagage van passagiers en van kleine zendingen goederen die aan natuurlijke personen worden gezonden en niet bestemd zijn om in de handel te worden gebracht en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie (Voor de EER relevante tekst)
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2122 van de Commissie van 10 oktober 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft bepaalde categorieën dieren en goederen die van officiële controles aan grenscontroleposten zijn vrijgesteld, en specifieke controles van de persoonlijke bagage van passagiers en van kleine zendingen goederen die aan natuurlijke personen worden gezonden en niet bestemd zijn om in de handel te worden gebracht en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie (Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles)(1), en met name artikel 48, onder b), c), d), e) en f), artikel 53, lid 1, onder d), ii), en artikel 77, lid 1, onder k),
Overwegende hetgeen volgt:
Bij artikel 48 van Verordening (EU) 2017/625 is aan de Commissie de bevoegdheid verleend om regels vast te stellen tot vrijstelling van dieren en goederen van officiële controles aan grenscontroleposten, indien een dergelijke vrijstelling gerechtvaardigd is. Bij artikel 53, lid 1, onder d), ii), van Verordening (EU) 2017/625 is aan de Commissie de bevoegdheid verleend om regels vast te stellen met betrekking tot specifieke officiële controletaken die worden uitgevoerd door douaneautoriteiten of andere overheidsinstanties, voor zover die taken niet reeds onder de verantwoordelijkheid van die autoriteiten vallen, en verband houden met persoonlijke bagage van passagiers.
Tussen deze regels bestaat een wezenlijk verband en veel van deze regels moeten samen worden toegepast. Omwille van de eenvoud en de transparantie, om de toepassing van de regels te vergemakkelijken en om een wildgroei aan regels te voorkomen, moeten deze regels in één enkele handeling worden vastgelegd in plaats van in verschillende afzonderlijke handelingen die veel kruisverwijzingen zouden bevatten en een risico op overlapping zouden inhouden. Deze regels dienen doorgaans een gemeenschappelijk doel en hebben betrekking op complementaire activiteiten van exploitanten en bevoegde autoriteiten. Het is derhalve wenselijk om die regels in één gedelegeerde verordening samen te brengen.
Bij het vaststellen van de regels betreffende de vrijstelling van officiële controles aan grenscontroleposten, moeten voorwaarden worden vastgelegd, zoals passende controleregelingen, om te waarborgen dat het binnenbrengen in de Unie van dergelijke dieren en goederen geen onaanvaardbare risico’s voor de gezondheid van mensen, dieren en planten met zich meebrengt.
Vrijstellingen van officiële controles aan grenscontroleposten van producten die in de persoonlijke bagage van reizigers worden vervoerd, van producten als proviand voor de bemanning en passagiers aan boord van grensoverschrijdende vervoermiddelen, en van producten die in kleine zendingen aan particulieren worden gezonden, zijn al opgenomen in Richtlijn 97/78/EG van de Raad(2). Omwille van de juridische duidelijkheid en ter waarborging van een consistente toepassing van die vrijstellingen, en gelet op de intrekking van Richtlijn 97/78/EG vanaf 14 december 2019, is het passend om bepalingen inzake die vrijstellingen in deze verordening op te nemen. Die vrijstellingen hebben betrekking op bepaalde categorieën dieren en goederen die in de Unie worden binnengebracht maar er niet in de handel worden gebracht.
Ter waarborging van de consistentie van de Uniewetgeving moeten de lidstaten passende op risicobeoordelingen gebaseerde controles blijven uitvoeren om de introductie van bepaalde invasieve uitheemse soorten te voorkomen, zoals vereist bij Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad(3).
Met het oog op de bevordering van wetenschappelijke activiteiten is het gerechtvaardigd om bepaalde categorieën voor wetenschappelijke doeleinden bestemde dieren en goederen vrij te stellen van officiële controles aan grenscontroleposten.
Planten, plantaardige producten en ander materiaal als bedoeld in artikel 47, lid 1, onder c), van Verordening (EU) 2017/625 die voor wetenschappelijke doeleinden zijn bestemd, moeten, onder bepaalde voorwaarden, worden vrijgesteld van overeenstemmingscontroles en materiële controles bij grenscontroleposten, aangezien overeenkomstig artikel 48 van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad(4) toereikende beschermingsmaatregelen zijn vastgesteld.
Krachtens artikel 48, onder d) en e), van Verordening (EU) 2017/625 moeten goederen die in de persoonlijke bagage van reizigers voor persoonlijke consumptie of persoonlijk gebruik worden vervoerd en kleine zendingen van goederen die aan natuurlijke personen worden gezonden en niet bestemd zijn om in de handel te worden gebracht, worden vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten. Voor kleine zendingen goederen die aan natuurlijke personen worden gezonden en niet bestemd zijn om in de handel te worden gebracht, moeten de lidstaten op risicoanalyses gebaseerde controles verrichten. Het mogelijke risico op het binnenbrengen in de Unie van ziekteverwekkers of ziekten door het binnenbrengen van producten van dierlijke oorsprong moet in aanmerking worden genomen bij de maatregelen met betrekking tot het binnenbrengen van dergelijke zendingen of producten.
Om ervoor te zorgen dat de risico’s voor de gezondheid van mensen, dieren en planten tot een minimum worden beperkt, moeten de lidstaten hun specifieke controlemechanismen en maatregelen voor goederen die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van passagiers ten minste eens per jaar herzien en jaarlijks na het voornaamste reisseizoen actualiseren.
Verordening (EU) nr. 576/2013 van het Europees Parlement en de Raad(5) en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 577/2013 van de Commissie(6) bevatten voorschriften betreffende bepaalde soorten gezelschapsdieren die hun eigenaar of een gemachtigde persoon tijdens niet-commercieel verkeer naar de Unie uit derde landen vergezellen. De aan dergelijk verkeer verbonden administratieve lasten moeten tot een minimum worden beperkt, en tegelijkertijd moet een toereikend veiligheidsniveau worden gewaarborgd ten aanzien van de betrokken risico’s voor de gezondheid van mensen en dieren. Bovendien moeten de lidstaten het verkeer in de Unie van gezelschapsvogels alleen toestaan indien dat overeenkomstig Beschikking 2007/25/EG van de Commissie(7) gebeurt.
Bij artikel 48, onder f), van Verordening (EU) 2017/625 is aan de Commissie de bevoegdheid verleend om regels vast te stellen om gezelschapsdieren die voor niet-commerciële privédoeleinden worden gehouden, vrij te stellen van officiële controles aan grenscontroleposten. De regels van deze verordening inzake vrijstellingen moeten de verplichting van de lidstaten om officiële controles uit te voeren ter waarborging van de naleving van Verordening (EU) nr. 1143/2014 en van Verordening (EG) nr. 865/2006 van de Commissie(8), onverlet laten.
Teneinde burgers duidelijke en toegankelijke informatie te verstrekken met betrekking tot de regels die van toepassing zijn op het niet-commerciële verkeer in de Unie van bepaalde soorten gezelschapsdieren, moeten de lidstaten worden verplicht om die informatie publiekelijk beschikbaar te stellen.
De ernst van het risico voor de gezondheid van mensen en dieren als gevolg van het binnenbrengen van dierziekten en ziekteverwekkers hangt af van verschillende factoren, zoals het soort product, de diersoort waarvan de producten zijn verkregen en de waarschijnlijkheid van de aanwezigheid van ziekteverwekkers. In Verordening (EG) nr. 206/2009 van de Commissie(9) zijn alomvattende Unievoorschriften ter voorkoming van het binnenbrengen van dierziekten en ziekteverwekkers opgenomen om dergelijke risico’s te bestrijden. Aangezien in deze verordening voorschriften worden vastgelegd die onder Verordening (EG) nr. 206/2009 vallen, moet die verordening worden ingetrokken vanaf de datum van toepassing van deze verordening.
Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie(10) moet worden gewijzigd wat de vrijstelling van bepaalde voor onderzoek en diagnose bestemde monsters van veterinaire controles aan grescontroleposten betreft aangezien dat onderwerp binnen het toepassingsgebied van deze verordening valt.
Verordening (EU) 2017/625 is van toepassing met ingang van 14 december 2019. Bijgevolg moeten de in deze verordening vastgestelde voorschriften ook vanaf die datum van toepassing zijn,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1 Onderwerp
Artikel 2 Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
-
“voor onderzoek en diagnose bestemde monsters”: voor onderzoek en diagnose bestemde monsters als gedefinieerd in bijlage I, punt 38, bij Verordening (EU) nr. 142/2011;
-
“Imsoc”: het informatiemanagementsysteem voor officiële controles als bedoeld in artikel 131 van Verordening (EU) 2017/625;
-
“verse visserijproducten”: verse visserijproducten als gedefinieerd in bijlage I, punt 3.5, bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad(11);
-
“bewerkte visserijproducten”: bewerkte visserijproducten als gedefinieerd in bijlage I, punt 3.6, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
-
“verwerkte visserijproducten”: verwerkte visserijproducten als gedefinieerd in bijlage I, punt 7.4, bij Verordening (EG) nr. 853/2004;
-
“gezelschapsdier”: “gezelschapsdier als gedefinieerd in artikel 4, punt 11, van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad(12);
-
“niet-commercieel verkeer”: niet-commercieel verkeer als gedefinieerd in artikel 4, punt 14, van Verordening (EU) 2016/429;
-
“voeder voor gezelschapsdieren”: voeder voor gezelschapsdieren als gedefinieerd in bijlage I, punt 19, bij Verordening (EU) nr. 142/2011.
Artikel 3 Voor wetenschappelijke doeleinden bestemde dieren
Ongewervelde dieren die zijn bestemd voor wetenschappelijke doeleinden als onderzoek, onderwijs of onderzoek voor productontwikkeling, worden vrijgesteld van officiële controles aan grenscontroleposten met uitzondering van controles die worden verricht uit hoofde van artikel 15, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1143/2014, op voorwaarde dat:
-
de dieren voldoen aan de diergezondheidsvoorschriften die zijn vastgesteld in de in artikel 1, lid 2, onder d), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde regels;
-
de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming voorafgaande toestemming heeft verleend voor het binnenbrengen in de Unie van die dieren voor dat doeleinde;
-
de dieren en daarvan afgeleide producten, met uitzondering van de voor de wetenschappelijke doeleinden gebruikte hoeveelheden, worden verwijderd of teruggezonden naar het derde land van oorsprong nadat de aan de wetenschappelijke doeleinden verbonden activiteiten zijn uitgevoerd.
Lid 1 is niet van toepassing op honingbijen (Apis mellifera), hommels (Bombus spp.), weekdieren van het phylum Mollusca en schaaldieren van het subphylum Crustacea.
Artikel 4 Voor onderzoek en diagnose bestemde monsters
De bevoegde autoriteit kan voor onderzoek en diagnose bestemde monsters vrijstellen van officiële controles aan grensposten, op voorwaarde dat:
-
de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming aan de gebruiker van de monsters voorafgaande toestemming heeft verleend voor het binnenbrengen in de Unie van die monsters overeenkomstig artikel 27, lid 1, van Verordening (EU) nr. 142/2011, en die toestemming in een door die autoriteit verstrekt officieel document is geregistreerd;
-
zij vergezeld gaan van het onder a) bedoelde document of een kopie daarvan, totdat zij de onder a) bedoelde gebruiker of, in het onder c) bedoelde geval, de grenscontrolepost van binnenkomst bereiken;
-
in het geval van binnenkomst in de Unie via een andere lidstaat dan de lidstaat van bestemming, de exploitant de monsters bij een grenscontrolepost aanbiedt.
In het in lid 1, onder c), bedoelde geval stelt de bevoegde autoriteit van de grenscontrolepost de bevoegde autoriteit van de lidstaat van bestemming via het Imsoc in kennis van de binnenkomst van de monsters.