Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/167 van de Commissie van 5 februari 2020 betreffende de ter ondersteuning van Richtlijn 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad opgestelde geharmoniseerde normen voor radioapparatuur

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad⁽¹⁾, en met name artikel 10, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

1. Overeenkomstig artikel 16 van Richtlijn 2014/53/EU van het Europees Parlement en de Raad⁽²⁾ wordt radioapparatuur die conform is met geharmoniseerde normen of delen ervan waarvan de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, geacht conform te zijn met de essentiële eisen van artikel 3 van die richtlijn die door die normen of delen ervan worden bestreken.

2. Bij Uitvoeringsbesluit C(2015) 5376 van de Commissie⁽³⁾ heeft de Commissie een verzoek ingediend bij het Europees Comité voor elektrotechnische normalisatie en het Europees Instituut voor telecommunicatienormen (ETSI) voor het opstellen en herzien van geharmoniseerde normen voor radioapparatuur ter ondersteuning van Richtlijn 2014/53/EU.

3. Op grond van het in Uitvoeringsbesluit C(2015) 5376 omschreven verzoek heeft het ETSI de volgende geharmoniseerde normen opgesteld: EN 300 328 V2.2.2 voor datatransmissieapparatuur werkend in de 2,4 GHz-band, EN 300 698 V2.3.1 voor radiotelefoniezenders en -ontvangers voor maritieme mobiele diensten, EN 303 098 V2.2.1 voor maritieme inrichtingen met laag vermogen voor persoonlijke lokalisering, EN 303 520 V1.2.1 voor draadloze medische apparaten voor capsule-endoscopie met een ultra-laag vermogen en EN 300 674-2-2 V2.2.1 voor telematica voor wegvervoer en -verkeer (TTT).

4. De Commissie heeft samen met het ETSI beoordeeld of deze geharmoniseerde normen voldoen aan het verzoek in Uitvoeringsbesluit C(2015) 5376.

5. De geharmoniseerde normen EN 300 328 V2.2.2, EN 303 098 V2.2.1 en EN 300 674-2-2 V2.2.1 voldoen aan de essentiële eisen die zij beogen te bestrijken en die zijn vastgesteld in Richtlijn 2014/53/EU. Het is daarom aangewezen de referentienummers van die normen bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie.

6. Volgens punt 8.2.3 van de geharmoniseerde norm EN 300 698 V2.3.1 mogen fabrikanten afwijken van het maximaal radiofrequent vermogen dat krachtens artikel 10, lid 8, van Richtlijn 2014/53/EU is aangegeven en in de overeenkomstig artikel 21 van die richtlijn opgestelde technische documentatie is aangetoond. De referentie van die geharmoniseerde norm moet daarom met een beperking worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

7. De geharmoniseerde norm EN 303 520 V1.2.1 staat fabrikanten toe om met testlaboratoria te onderhandelen over bepaalde testmethoden. Daarnaast staat deze norm fabrikanten toe om apparatuur te testen bij temperaturen die mogelijk niet overeenkomen met het beoogde gebruik. De mate waarin die geharmoniseerde norm onderhandelingen en interpretatie toelaat, kan invloed hebben op het aantonen van de conformiteit van de radioapparatuur met de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU. De referentie van die geharmoniseerde norm moet daarom met een beperking worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

8. Op grond van Uitvoeringsbesluit C(2015) 5376 heeft het ETSI de volgende geharmoniseerde normen waarvan de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie⁽⁴⁾ zijn bekendgemaakt, vervangen: EN 300 328 V2.1.1 is vervangen door EN 300 328 V2.2.2; EN 303 098 V2.1.1 is vervangen door EN 303 098 V2.2.1; EN 303 520 V1.1.1 is vervangen door EN 303 520 V1.2.1; EN 300 698 V2.2.1 is vervangen door EN 300 698 V2.3.1; en EN 300 674-2-2 V2.1.1 is vervangen door EN 300 674-2-2 V2.2.1.

9. Geharmoniseerde norm EN 302 065-3 V2.1.1 waarvan de referentie in het Publicatieblad van de Europese Unie⁽⁵⁾ is bekendgemaakt, bevat geen beschrijving van de “trigger before transmit”-mitigatietechnieken. Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/785 van de Commissie⁽⁶⁾ legt echter met ingang van 16 november 2019 technische eisen op voor gebruik binnen de frequentiebanden 3,8-4,2 GHz en 6-8,5 GHz voor toegangssystemen voor voertuigen die gebruikmaken van “trigger before transmit”. Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/785 bepaalt dat “trigger before transmit”-mitigatietechnieken die een passend prestatieniveau bieden om aan de essentiële eisen van Richtlijn 2014/53/EU te voldoen, moeten worden gebruikt voor toegangssystemen voor voertuigen. Aangezien de geharmoniseerde norm EN 302 065-3 V2.1.1 geen betrekking heeft op “trigger before transmit”-mitigatietechnieken, moet worden aangegeven dat de naleving van die geharmoniseerde norm niet garandeert dat wordt voldaan aan de eisen van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/785 die betrekking hebben op die technieken en bijgevolg geen vermoeden vestigt van conformiteit met de essentiële eisen van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 2014/53/EU die betrekking hebben op die technieken. De referentie van die geharmoniseerde norm moet daarom met een beperking worden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

10. Geharmoniseerde norm EN 302 752 V1.1.1, waarvan de referentie met een beperking in het Publicatieblad van de Europese Unie⁽⁷⁾ is bekendgemaakt, is in 2009 door het ETSI vastgesteld op grond van Richtlijn 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad⁽⁸⁾. Bij het in overeenstemming brengen van deze geharmoniseerde norm met Richtlijn 2014/53/EU heeft het ETSI de desbetreffende werkzaamheden stopgezet, omdat er geen belangen van belanghebbenden zijn vastgesteld, er geen gevolgen worden voorzien als er geen geharmoniseerde norm beschikbaar is voor actieve radar doelvergroters, aangezien er geen belangen van de industrie zijn vastgesteld en de geharmoniseerde norm als achterhaald kan worden beschouwd en moet worden ingetrokken.

11. Derhalve moeten de referenties van de vervangen normen, de referentie van de geharmoniseerde norm EN 302 065-3 V2.1.1 die met een beperking moet worden gepubliceerd en de referentie van de geharmoniseerde norm EN 302 752 V1.1.1 die als achterhaald wordt beschouwd, uit het Publicatieblad van de Europese Unie⁽⁹⁾ worden geschrapt. Om fabrikanten voldoende tijd te geven om zich voor te bereiden op de toepassing van de vervangende geharmoniseerde normen, is het noodzakelijk de schrapping van de referenties van de normen die worden vervangen, uit te stellen. Om fabrikanten ook tijd te geven om zich voor te bereiden op de schrapping van de referentie van de geharmoniseerde norm EN 302 752 V1.1.1, is het noodzakelijk de schrapping van de referentie van die norm uit te stellen.

12. Door naleving van een geharmoniseerde norm wordt een vermoeden van conformiteit gevestigd met de overeenkomstige essentiële eisen die in de harmonisatiewetgeving van de Unie zijn opgenomen vanaf de datum van bekendmaking van de referentie van deze norm in het Publicatieblad van de Europese Unie. Dit besluit moet derhalve in werking treden op de datum van de bekendmaking ervan,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: