Home

Besluit (EU) 2020/1264 van de Europese Centrale Bank van 8 september 2020 tot wijziging van Besluit (EU) 2019/1743 van de Europese Centrale Bank betreffende de rentevergoeding op aangehouden extra reserves en bepaalde deposito’s (ECB/2020/38)

Besluit (EU) 2020/1264 van de Europese Centrale Bank van 8 september 2020 tot wijziging van Besluit (EU) 2019/1743 van de Europese Centrale Bank betreffende de rentevergoeding op aangehouden extra reserves en bepaalde deposito’s (ECB/2020/38)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 127, lid 2, het eerste streepje,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 3.1, het eerste streepje, en de artikelen 17 tot en met 19,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. De Raad van bestuur is van mening dat de verplicht bij de ECB gedeponeerde middelen ten behoeve van de terugbetaling van de financiële bijstand uit hoofde van Verordening (EU) 2020/672 van de Raad(1) moeten worden uitgesloten van negatieve rentetarieven.

  2. Derhalve moet Besluit (EU) 2019/1743 (ECB/2019/31)(2) dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1 Wijziging

Artikel 2 van Besluit (EU) 2019/1743 (ECB/2019/31) wordt vervangen door:

Artikel 2 Rentevergoeding op bepaalde bij de ECB aangehouden deposito’s

Overeenkomstig Besluit ECB/2003/14 van de Europese Centrale Bank(*), Besluit ECB/2010/31 van de Europese Centrale Bank(**), Besluit ECB/2010/17 van de Europese Centrale Bank(***) en Verordening (EU) 2020/672 van de Raad(****) wordt de vergoeding van bij de ECB aangehouden rekeningen voortgezet tegen de rente op de depositofaciliteit. Indien evenwel op die rekeningen deposito’s moeten worden aangehouden vóór de datum waarop een betaling moet worden gedaan overeenkomstig de op de betrokken faciliteit toepasselijke wettelijke of contractuele regels, is de rentevergoeding op die deposito’s gedurende deze voorafgaande periode 0 procent of, indien deze hoger is, de rente op de depositofaciliteit.

“Artikel 2 Rentevergoeding op bepaalde bij de ECB aangehouden deposito’s

Overeenkomstig Besluit ECB/2003/14 van de Europese Centrale Bank(*), Besluit ECB/2010/31 van de Europese Centrale Bank(**), Besluit ECB/2010/17 van de Europese Centrale Bank(***) en Verordening (EU) 2020/672 van de Raad(****) wordt de vergoeding van bij de ECB aangehouden rekeningen voortgezet tegen de rente op de depositofaciliteit. Indien evenwel op die rekeningen deposito’s moeten worden aangehouden vóór de datum waarop een betaling moet worden gedaan overeenkomstig de op de betrokken faciliteit toepasselijke wettelijke of contractuele regels, is de rentevergoeding op die deposito’s gedurende deze voorafgaande periode 0 procent of, indien deze hoger is, de rente op de depositofaciliteit.

Artikel 2 Inwerkingtreding

Overeenkomstig Besluit ECB/2003/14 van de Europese Centrale Bank(*), Besluit ECB/2010/31 van de Europese Centrale Bank(**), Besluit ECB/2010/17 van de Europese Centrale Bank(***) en Verordening (EU) 2020/672 van de Raad(****) wordt de vergoeding van bij de ECB aangehouden rekeningen voortgezet tegen de rente op de depositofaciliteit. Indien evenwel op die rekeningen deposito’s moeten worden aangehouden vóór de datum waarop een betaling moet worden gedaan overeenkomstig de op de betrokken faciliteit toepasselijke wettelijke of contractuele regels, is de rentevergoeding op die deposito’s gedurende deze voorafgaande periode 0 procent of, indien deze hoger is, de rente op de depositofaciliteit.

Gedaan te Frankfurt am Main, 8 september 2020.

Voor de Raad van Bestuur

De president van de ECB

Christine Lagarde