Voor de toepassing van deze verordening wordt onder “gespecificeerde planten” op natuurlijke of kunstmatige wijze opgekweekte voor opplant bestemde miniatuurplanten van de volgende soorten verstaan:
-
Chamaecyparis sp. Spach,
-
Juniperus sp. L.,
-
Pinus parviflora Sieb. & Zucc. (Pinus pentaphylla Mayr),
-
Pinus thunbergii Parl.,
-
Pinus parviflora Sieb. & Zucc., geënt op een onderstam van een andere Pinus-soort, van oorsprong uit Japan, en
-
Pinus thunbergii Parl., geënt op een onderstam van een andere Pinus-soort, van oorsprong uit Japan.