Home

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1242 van de Commissie van 1 september 2020 tot verlenging van de afwijking van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad wat betreft de minimumafstand van de kust en de minimumdiepte voor bootzegens voor de visserij op glasgrondel (Aphia minuta) in de Spaanse territoriale wateren van de autonome gemeenschap van de regio Murcia

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1242 van de Commissie van 1 september 2020 tot verlenging van de afwijking van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad wat betreft de minimumafstand van de kust en de minimumdiepte voor bootzegens voor de visserij op glasgrondel (Aphia minuta) in de Spaanse territoriale wateren van de autonome gemeenschap van de regio Murcia

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad van 21 december 2006 inzake beheersmaatregelen voor de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1626/94(1), en met name artikel 13, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Bij artikel 13, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 is het verboden gesleept vistuig te gebruiken binnen drie zeemijl uit de kust of, waar deze diepte op kortere afstand van de kust wordt bereikt, binnen het gebied bepaald door de dieptelijn van vijftig meter.

  2. Op verzoek van een lidstaat kan de Commissie een afwijking van artikel 13, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 toestaan mits wordt voldaan aan een aantal voorwaarden die in artikel 13, leden 5 en 9, van die verordening zijn vastgesteld.

  3. Een afwijking van artikel 13, lid 1, eerste alinea, voor het gebruik van bootzegens voor de visserij op glasgrondel (Aphia minuta) in de Spaanse territoriale wateren van de autonome gemeenschap van de regio Murcia werd voor het eerst verleend tot en met 31 december 2016, bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 773/2013 van de Commissie(2). Die afwijking was gebaseerd op een aanvullende afwijking van de minimummaaswijdte die door Spanje op grond van artikel 9, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 was goedgekeurd omdat de betrokken visserij zonder die afwijking niet had kunnen plaatsvinden en gewoonweg had moeten sluiten.

  4. Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/677 van de Commissie(3) werd een verlenging van de afwijking tot en met 31 december 2019 toegestaan, rekening houdend met het door Spanje op grond van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1967/2006 vastgestelde beheersplan voor de visserijen waarvoor de afwijking gold.

  5. Spanje heeft in 2017, 2018 en 2019 wetenschappelijke rapporten over de uitvoering van dit beheersplan ingediend.

  6. Op 26 juni 2019 heeft Spanje de Commissie verzocht de afwijking van artikel 13, lid 1, eerste alinea, te verlengen tot na 31 december 2019. Spanje heeft overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1967/2006 een ontwerp van het nieuwe beheersplan voor de visserij op glasgrondel (Aphia minuta) in de interne wateren van de regio Murcia overgelegd, en heeft ook actuele informatie verstrekt die de verlenging van de afwijking rechtvaardigt.

  7. Het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) heeft de gevraagde verlenging van de afwijking en het daarmee verband houdende ontwerpbeheersplan in september 2019 onderzocht(4). Het WTECV concludeerde dat het beheersplan voor bootzegens in de regio Murcia in de periode 2016‐2019 naar behoren was uitgevoerd en dat nog steeds werd voldaan aan de voorwaarden waaronder in 2016 een afwijking voor de minimumafstand van de kust en de minimumdiepte was verleend. Het WTECV wijst erop dat het vistuig zeer selectief lijkt te zijn.

  8. Spanje heeft dit nieuwe beheersplan op 21 december 2019 vastgesteld(5).

  9. De door Spanje gevraagde afwijking voldoet aan de voorwaarden van artikel 13, leden 5 en 9, van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

  10. De beperkte afmetingen van het continentaal plat ter plaatse en de beperkte omvang van de visgronden waar trawlvisserij mogelijk is, doordat de doelsoorten zich uitsluitend ophouden in bepaalde zones in de kustgebieden op diepten van minder dan vijftig meter, vormen specifieke geografische restricties.

  11. De visserij heeft geen significante impact op het mariene milieu, aangezien de trek van de bootzegens in de waterkolom plaatsvindt en de zeebodem daarbij niet wordt geraakt. Door het gebruik van echoloden is de visserij zeer selectief, met weinig bijvangsten. Daarnaast worden ongewenste vangsten onmiddellijk levend vrijgelaten, met een zeer hoge overlevingskans.

  12. De door Spanje gevraagde afwijking betreft slechts een beperkt aantal vaartuigen (27).

  13. De visserij kan niet met ander vistuig worden verricht, aangezien bootzegens het enige gereglementeerde vistuig zijn waarmee zulke kleine soorten als glasgrondels, met scholingsgedrag in ondiepe kustwateren, mogen worden gevangen.

  14. De vaartuigen zijn geregistreerd in de Spaanse nationale inventaris van de operationele visserijvloot, hebben een geregistreerde activiteit in de visserij van meer dan vijf jaar en zullen hun activiteiten uitoefenen in het kader van een beheersplan.

  15. Het beheersplan garandeert dat de afwijking niet tot een toekomstige toename van de bestaande visserijinspanning zal leiden, aangezien slechts voor 27 vaartuigen met een maximale capaciteit van 116 HP per vaartuig vismachtigingen zullen worden afgegeven. De visserij blijft plaatsvinden op werkdagen (maandag-vrijdag) in december, januari en februari. Bovendien is het maximale quotum per visseizoen verlaagd tot 18,2 ton. Op basis van het beheersplan wordt de visserij gesloten tot het volgende seizoen indien het quotum wordt overschreden.

  16. De betrokken visserij is in overeenstemming met artikel 4, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1967/2006, waarbij, bij wijze van afwijking, onder bepaalde voorwaarden wordt toegestaan dat boven beschermde habitats wordt gevist indien daarbij het zeegrasveld niet wordt geraakt.

  17. Bovendien kon de betrokken visserij niet plaatsvinden zonder een afwijking van de toepasselijke minimummaaswijdte.

  18. Aangezien deze visserij zeer selectief is, een verwaarloosbaar effect op het mariene milieu heeft en niet onder artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 valt, stond Spanje in het verleden echter de afwijking van de minimummaaswijdte op basis van artikel 9, lid 7, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 toe.

  19. Artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1967/2006 is geschrapt bij Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad(6). Overeenkomstig deel B, punt 4, van bijlage IX bij Verordening (EU) 2019/1241 kunnen op basis van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1967/2006 vastgestelde afwijkingen van de minimummaaswijdte die op 14 augustus 2019 van kracht waren, van toepassing blijven op voorwaarde dat zij niet tot een toename van de vangst van jonge exemplaren leiden. De door Spanje gevraagde verlengde afwijking voldoet aan de voorwaarden van artikel 15, lid 5, en bijlage IX, deel B, punt 4, van Verordening (EU) 2019/1241, aangezien deze afwijking niet leidt tot een verzwakking van de op 14 augustus 2019 geldende selectiviteitsnormen, met name wat een toename van de vangsten van jonge exemplaren betreft, en gericht is op het bereiken van de doelstellingen en streefdoelen van de artikelen 3 en 4 van die verordening.

  20. De betrokken visserijactiviteiten worden geregistreerd overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad(7).

  21. De betrokken visserij vindt plaats op zeer korte afstand van de kust en doorkruist de visserijactiviteiten van andere vaartuigen bijgevolg niet.

  22. De betrokken visserij wordt in het Spaanse beheersplan zo geregeld dat de vangsten van in bijlage IX bij Verordening (EU) 2019/1241 genoemde soorten zo gering mogelijk zijn.

  23. Met bootzegens wordt niet gericht op koppotigen gevist.

  24. Overeenkomstig artikel 13, lid 9, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 omvat het Spaanse beheersplan maatregelen voor de monitoring van de visserij.

  25. De gevraagde afwijking moet derhalve worden toegestaan.

  26. Spanje moet bijtijds verslag uitbrengen bij de Commissie overeenkomstig het in het Spaanse beheersplan vervatte monitoringplan.

  27. Een beperking van de duur van de afwijking maakt het mogelijk snel corrigerende beheersmaatregelen te nemen wanneer de monitoring van het beheersplan op een slechte staat van instandhouding van het beviste bestand wijst, en creëert tegelijk ruimte om de wetenschappelijke basis te verbeteren met het oog op een beter beheersplan. Er moet derhalve worden bepaald dat de afwijking verstrijkt aan het einde van het visseizoen. Dienovereenkomstig moet de afwijking gelden tot en met 1 maart 2023.

  28. Aangezien de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/677 toegestane afwijking is verstreken op 31 december 2019, moet de onderhavige verordening, om de juridische continuïteit te waarborgen, van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2020. Omwille van de rechtszekerheid moet deze verordening met spoed in werking treden.

  29. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Afwijking

In de Spaanse territoriale wateren van de autonome gemeenschap van de regio Murcia is artikel 13, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 niet van toepassing op de visserij op glasgrondel (Aphia minuta) met bootzegens die worden gebruikt door vaartuigen die:

  1. zijn geregistreerd in de maritieme inventaris die wordt beheerd door het directoraat-generaal Landbouw, Veehouderij, Visserij en Aquacultuur van de autonome gemeenschap van de regio Murcia;

  2. een geregistreerde activiteit in de visserij van meer dan vijf jaar hebben en de vastgestelde visserijinspanning in de toekomst niet verhogen;

  3. een vismachtiging hebben en hun activiteiten uitoefenen in het kader van het door Spanje overeenkomstig artikel 19, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 vastgestelde beheersplan.

Artikel 2 Monitoringplan en rapportage

Spanje stuurt de Commissie voor de eerste keer uiterlijk op 1 oktober 2020 en daarna elke twaalf maanden een verslag toe dat is opgesteld overeenkomstig het monitoringplan dat is vervat in het in artikel 1, onder c), bedoelde beheersplan.

Artikel 3 Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing van 1 januari 2020 tot en met 1 maart 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 1 september 2020.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula von der Leyen