Besluit (EU, Euratom) 2021/1587 van het Europees Parlementvan 28 april 2021over de afsluiting van de rekeningen van het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust) (voor 12 december 2019: Eurojust) voor het begrotingsjaar 2019
Besluit (EU, Euratom) 2021/1587 van het Europees Parlementvan 28 april 2021over de afsluiting van de rekeningen van het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust) (voor 12 december 2019: Eurojust) voor het begrotingsjaar 2019
HET EUROPEES PARLEMENT,
gezien de definitieve jaarrekening van het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust) voor het begrotingsjaar 2019,
gezien het jaarverslag van de Rekenkamer over de EU-agentschappen betreffende het begrotingsjaar 2019, vergezeld van de antwoorden van de agentschappen(1),
gezien de verklaring van de Rekenkamer(2) voor het begrotingsjaar 2019 waarin de betrouwbaarheid van de rekeningen en de wettigheid en regelmatigheid van de onderliggende verrichtingen worden bevestigd, overeenkomstig artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
gezien de aanbeveling van de Raad van 1 maart 2021 betreffende de aan het Agentschap te verlenen kwijting voor de uitvoering van de begroting voor het begrotingsjaar 2019 (05793/2021 — C9-0055/2021),
gezien artikel 319 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
gezien Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012(3), en met name artikel 70,
gezien Besluit 2002/187/JBZ van de Raad van 28 februari 2002 betreffende de oprichting van Eurojust teneinde de strijd tegen ernstige vormen van criminaliteit te versterken(4), en met name artikel 36,
gezien Verordening (EU) 2018/1727 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 betreffende het Agentschap van de Europese Unie voor justitiële samenwerking in strafzaken (Eurojust) en tot vervanging en intrekking van Besluit 2002/187/JBZ van de Raad(5), en met name artikel 63,
gezien Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 van de Commissie van 18 december 2018 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad(6), en met name artikel 105,
gezien de artikelen 32 en 47 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1271/2013 van de Commissie van 30 september 2013 houdende de financiële kaderregeling van de organen, bedoeld in artikel 208 van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad(7),
gezien artikel 100 van en bijlage V bij zijn Reglement,
gezien het advies van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken,
gezien het verslag van de Commissie begrotingscontrole (A9-0101/2021),
De voorzitter
David Maria Sassoli
De secretaris-generaal
Klaus Welle