Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1105 van de Commissie van 5 juli 2021 betreffende de erkenning van het juridisch, toezichthoudend en handhavingskader van Singapore voor derivatentransacties waarop toezicht wordt gehouden door de Monetary Authority of Singapore als gelijkwaardig aan bepaalde vereisten van artikel 11 van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1105 van de Commissie van 5 juli 2021 betreffende de erkenning van het juridisch, toezichthoudend en handhavingskader van Singapore voor derivatentransacties waarop toezicht wordt gehouden door de Monetary Authority of Singapore als gelijkwaardig aan bepaalde vereisten van artikel 11 van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters(1), en met name artikel 13, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
Artikel 13 van Verordening (EU) nr. 648/2012 voorziet in een mechanisme op grond waarvan de Commissie bevoegd is gelijkwaardigheidsbesluiten vast te stellen waarbij wordt verklaard dat het juridisch, toezichthoudend en handhavingskader van een derde land gelijkwaardig is aan de in de artikelen 4, 9, 10 en 11 van Verordening (EU) nr. 648/2012 neergelegde vereisten, zodat tegenpartijen die een transactie aangaan die onder het toepassingsgebied van genoemde verordening valt en waarbij ten minste één van de tegenpartijen in het betrokken derde land is gevestigd, geacht worden aan die vereisten te hebben voldaan door te voldoen aan de vereisten die in het rechtskader van dat derde land zijn vastgelegd. De gelijkwaardigheidsverklaring draagt bij tot de verwezenlijking van de overkoepelende doelstelling van Verordening (EU) nr. 648/2012, namelijk het beperken van het systeemrisico en het vergroten van de transparantie van derivatenmarkten door te zorgen voor een internationaal consistente toepassing van de met derde landen overeengekomen en in genoemde verordening vastgelegde beginselen.
Bij artikel 11, leden 1, 2 en 3, van Verordening (EU) nr. 648/2012, aangevuld met Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 149/2013(2) van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/2251(3) van de Commissie, zijn de wettelijke vereisten van de Unie vastgesteld met betrekking tot de tijdige bevestiging van de voorwaarden van een otc-derivatencontract, het comprimeren van portefeuilles en de regelingen voor het reconciliëren van portefeuilles in geval van niet door een centrale tegenpartij (hierna “CTP” genoemd) geclearde otc-derivatencontracten; in genoemde bepalingen zijn tevens de waarderings- en geschillenoplossingsverplichtingen vastgelegd die op deze contracten van toepassing zijn (hierna “technieken voor de inperking van operationele risico’s” genoemd), alsmede de verplichtingen inzake de uitwisseling van zekerheden (“margins”) tussen tegenpartijen.
Opdat een juridisch, toezichthoudend en handhavingskader van een derde land als gelijkwaardig aan het rechtsstelsel van de Unie kan worden beschouwd wat de technieken voor de inperking van operationele risico’s en de marginvereisten betreft, moet het concrete resultaat van het toepasselijk juridisch, toezichthoudend en handhavingskader gelijkwaardig zijn aan dat van de Unievereisten neergelegd in artikel 11 van Verordening (EU) nr. 648/2012 en waarborgen inzake het beroepsgeheim bieden die gelijkwaardig zijn aan de bescherming waarin artikel 83 van die verordening voorziet. Voorts moet het gelijkwaardige juridisch, toezichthoudend en handhavingskader metterdaad op een billijke en niet-verstorende wijze worden toegepast in dat derde land. De beoordeling van deze gelijkwaardigheid omvat derhalve een controle of het juridisch, toezichthoudend en handhavingskader van een derde land garandeert dat otc-derivatencontracten die niet door een CTP worden gecleard en die door ten minste één in dat derde land gevestigde tegenpartij worden gesloten, de financiële markten in de Unie niet aan een groter risico blootstellen en bijgevolg geen onaanvaardbaar systeemrisico in de Unie opleveren.
Dit besluit is niet alleen gebaseerd op een vergelijkende analyse van de in Singapore toepasselijke juridische, toezichthoudende en handhavingsvereisten, maar ook op een beoordeling van het resultaat van die vereisten en van de vraag of deze afdoende zijn om de risico’s die uit niet door een CTP geclearde otc-derivatencontracten voortvloeien, op zodanige wijze in te perken dat een resultaat wordt verkregen dat gelijkwaardig wordt geacht aan het resultaat van de vereisten van Verordening (EU) nr. 648/2012.
Het juridisch, toezichthoudend en handhavingskader dat in Singapore van toepassing is op niet-centraal geclearde derivatencontracten, is vastgelegd in de Securities and Futures (licensing and conduct of business) Regulations, alsook in de Guidelines on risk mitigation requirements for non-centrally cleared over-the-counter derivative contracts (hierna Guidelines on risk mitigation requirements genoemd) en in de Guidelines on margin requirements for non-centrally cleared derivative contracts (hierna Guidelines on margins genoemd) van de Monetary Authority of Singapore (“MAS”). De Guidelines on margins zijn op 1 maart 2017 in werking getreden en de Guidelines on risk mitigation requirements zijn in april 2019 gepubliceerd. De MAS is de centrale bank en de financiële toezichthouder van Singapore en oefent prudentieel toezicht uit op alle financiële instellingen in Singapore, waaronder banken, handelsbanken, verzekeringsmaatschappijen, kapitaalmarktintermediairs, financiële adviseurs en financiëlemarktinfrastructuren. De MAS is bevoegd voor otc-derivaten in de zin van artikel 2, lid 7, van Verordening (EU) nr. 648/2012.
De technieken voor de inperking van operationele risico’s verbonden aan niet door een CTP geclearde otc-derivatencontracten, zoals vastgelegd in artikel 54B van de Securities and Futures (Licensing and conduct of business) Regulations, in de Guidelines on risk mitigation requirements en in de Guidelines on Margin Requirements van de MAS zijn vergelijkbaar met de verplichtingen neergelegd in artikel 11, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 648/2012 en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 149/2013 wat betreft tijdige bevestiging, de waardering van contracten, het comprimeren van portefeuilles, het reconciliëren van portefeuilles en de oplossing van geschillen.
Wat betreft de vereisten voor tijdige bevestiging, het comprimeren en reconciliëren van portefeuilles, waardering en geschillenoplossing die op niet door een CTP geclearde otc-derivatencontracten van toepassing zijn, kunnen de in de Guidelines van de MAS opgenomen otc-derivatenvoorschriften als gelijkwaardig worden beschouwd aan de vereisten van artikel 11, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 648/2012. Niet-naleving van de Guidelines kan aanleiding geven tot een herziening van de vergunning op grond waarvan entiteiten die onder de Guidelines vallen, werken.
De marginvoorschriften van Singapore zijn van toepassing op otc-derivatencontracten als omschreven in artikel 2, punt 7, van Verordening (EU) nr. 648/2012, met uitzondering van fysiek afgewikkelde deviezenforwards en deviezenswaps, vaste, fysiek afgewikkelde deviezentransacties met uitwisseling van de hoofdsom door middel van valutaswaps, fysiek afgewikkelde grondstoffenderivaten die voor commerciële doeleinden zijn aangegaan, niet-geclearde derivaten zonder een juridisch afdwingbare verrekeningsovereenkomst, niet-geclearde derivaten zonder een juridisch afdwingbare zekerheidsovereenkomst, aandelenopties en aandelenindexopties. Bovendien bevatten de marginvoorschriften van Singapore geen specifieke behandeling voor gestructureerde producten, waaronder gedekte obligaties en securitisaties. Overeenkomstig Verordening (EU) nr. 648/2012 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/2251 zijn deviezenswaps en deviezenforwards en de uitwisseling van de hoofdsom van valutaswaps van de initiëlemarginvereisten vrijgesteld en zijn alleen derivaten in verband met gedekte obligaties voor afdekkingsdoeleinden, derivaten verbonden aan bepaalde securitisaties en derivaten met tegenpartijen in derde landen waar de juridische afdwingbaarheid van verrekeningsovereenkomsten of de bescherming van zekerheden niet kan worden gewaarborgd, evenals aandelenopties en indexopties, vrijgesteld van de marginvereisten. Dit besluit moet derhalve niet van toepassing zijn op fysiek afgewikkelde grondstoffenderivaten die voor commerciële doeleinden worden aangegaan.
De marginvereisten die in de Guidelines on margins zijn opgenomen, zijn van toepassing op “personen die zijn vrijgesteld van het bezit van een vergunning voor kapitaalmarktdiensten op grond van Section 99(1)(a) van de SFA” (hierna een “MAS Covered Entity” genoemd), die betrekking heeft op banken met een vergunning krachtens de Banking Act of Singapore en handelsbanken. Overheden, centrale banken, entiteiten uit de publieke sector, in aanmerking komende multilaterale agentschappen, organisaties of entiteiten, de Bank voor Internationale Betalingen, het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling zijn krachtens de Guidelines vrijgesteld van de uitwisseling van margins. De definitie van een “MAS Covered Entity” is derhalve een subset van de definitie van “financiële tegenpartij” in Verordening (EU) nr. 648/2012. Dit besluit moet derhalve betrekking hebben op het juridisch, toezichthoudend en handhavingskader met betrekking tot de inperking van operationele risico’s en de uitwisseling van zekerheidsverplichtingen die van toepassing zijn op MAS Covered Entities.
Een MAS Covered Entity moet de variatiemargin uitwisselen indien het geaggregeerd gemiddeld notioneel bedrag aan niet-geclearde derivatencontracten voor de maanden maart, april en mei van het jaar aan het einde van de maand meer bedraagt dan 5 miljard SUSD of in het geval van een transactie met een MAS Covered Entity waarvan het geaggregeerd gemiddeld notioneel bedrag aan niet-geclearde derivatencontracten voor de maanden maart, april en mei van het jaar aan het einde van de maand die drempel overschrijdt. Verordening (EU) nr. 648/2012 schrijft voor dat alle tegenpartijen bij een niet door een CTP geclearde otc-derivatentransactie dagelijks de variatiemargin moeten uitwisselen. Dit besluit moet daarom afhankelijk worden gesteld van de uitwisseling van de variatiemargin voor transacties met MAS Covered Entities waarop de marginvoorschriften van Singapore van toepassing zijn.
Volgens de Guidelines on margins moet de uitwisseling van initiële en variatiemargins (samen “margins” genoemd) plaatsvinden binnen de standaardafwikkelingscyclus voor het betreffende type zekerheid, maar niet later dan drie werkdagen na de transactiedatum of vanaf de datum waarop de margins opnieuw moeten worden berekend. Verordening (EU) nr. 648/2012 schrijft voor dat alle tegenpartijen bij een niet door een CTP gecleard otc-derivatencontract dagelijks de variatiemargin moeten uitwisselen of de marginrisicoperiode die wordt gebruikt om de initiële margin te berekenen, dienovereenkomstig aan moeten passen. Daarom moeten voorwaarden worden vastgesteld met betrekking tot de variatiemargin.
In de Guidelines on margins is net als in Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/2251 bepaald dat MAS Covered Entities waarvan het geaggregeerd notioneel bedrag aan niet-geclearde otc-derivaten, berekend op het niveau van de geconsolideerde groep en exclusief intragroeptransacties, voor de maanden maart, april en mei een jaar vóór het jaar waarin de berekening 13 miljard SGD overschrijdt, de initiële margin moeten uitwisselen. Singapore heeft het internationaal overeengekomen tijdschema voor de infasering van initiële marginvereisten aangenomen. De Guidelines on margins voorzien tevens in een gecombineerd minimumoverdrachtbedrag van de initiële en de variatiemargin van 800 000 SGD. De in artikel 25 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/2251 opgenomen drempelwaarde is 500 000 EUR. Gezien het minieme verschil in waarde tussen de in deze valuta’s luidende bedragen, moeten die bedragen als gelijkwaardig worden beschouwd.
Net als bij de in bijlage IV bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/2251 vastgelegde standaardmethode voor de berekening van de initiële margin is het op grond van de marginvoorschriften van Singapore toegestaan een standaardmodel te gebruiken dat gelijkwaardig is aan het in de bovengenoemde bijlage beschreven standaardmodel. Als alternatief kunnen voor de berekening van de initiële margin ook interne modellen of modellen van derden worden gebruikt indien die modellen bepaalde specifieke parameters bevatten, waaronder minimumbetrouwbaarheidsintervallen en marginrisicoperioden en bepaalde historische gegevens, waaronder stressperioden. Alvorens een intern model of een model van een derde te gebruiken en wijzigingen daarin aan te brengen, moeten tegenpartijen de MAS daarvan in kennis stellen en alle relevante documentatie verstrekken, met inbegrip van de modelmethodologie, de specificaties en de validatieverslagen, om aan te tonen dat het model voldoet aan de Guidelines on margins.
De vereisten van de marginvoorschriften van Singapore inzake in aanmerking komende zekerheden en de wijze waarop deze worden aangehouden en gescheiden, kunnen als gelijkwaardig aan die van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/2251 worden beschouwd. De marginvoorschriften van Singapore bevatten tevens vergelijkbare lijst van in aanmerking komende zekerheden en schrijven voor dat MAS Covered Entities een redelijke diversificatie van geïnde zekerheden moeten realiseren, onder meer door het aanvaarden van effecten met een lage liquiditeit te beperken teneinde een concentratie van zekerheden te vermijden. De op de waardering van zekerheden toepasselijke vereisten in de marginvoorschriften van Singapore zijn vergelijkbaar met de vereisten van artikel 19 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/2251.
Wat de gelijkwaardigheid van het niveau van bescherming van het beroepsgeheim in Singapore betreft, zij erop gewezen dat de werknemers van de MAS onderworpen zijn aan de bepalingen inzake het beroepsgeheim van de Monetary Authority of Singapore Act (hierna de “MAS Act” genoemd), die de directeuren, functionarissen, werknemers, adviseurs en agenten van de MAS verbiedt informatie bekend te maken waarvan zij bij de uitoefening van hun taken kennis hebben gekregen. Bijgevolg biedt de “MAS Act” garanties voor het beroepsgeheim, waaronder de bescherming van zakengeheimen die door de bevoegde autoriteiten met derden worden uitgewisseld, die gelijkwaardig zijn aan die van titel VIII van Verordening (EU) nr. 648/2012. Daarom moet de “MAS Act” worden geacht een gelijkwaardige bescherming van het beroepsgeheim te bieden als dat waarin Verordening (EU) nr. 648/2012 voorziet.
Wat ten slotte het effectieve toezicht op en de effectieve handhaving van de wettelijke regelingen in Singapore betreft, heeft de MAS de primaire verantwoordelijkheid voor het toezicht op en de handhaving van de naleving van de Guidelines. De MAS heeft de bevoegdheid een breed scala aan toezichtsmaatregelen te nemen om een einde te maken aan een eventuele inbreuk op de toepasselijke vereisten te, zoals waarschuwingsbrieven, ontslag van bestuurders, weigering van goedkeuring van de toezichthouder of beperkingen op de activiteiten van de MAS Covered Entities. Deze maatregelen moeten bijgevolg worden geacht te voorzien in de effectieve toepassing van het desbetreffend juridisch, toezichthoudend en handhavingskader uit hoofde van de otc-derivatenvoorschriften van Singapore, en dat op een billijke en niet-verstorende wijze, zodat effectief toezicht en effectieve handhaving zijn gewaarborgd.
Dit besluit erkent de gelijkwaardigheid van de op het moment van de vaststelling ervan geldende door de MAS vastgestelde bindende voorschriften met betrekking tot otc-derivatencontracten. De Commissie zal, in samenwerking met de ESMA, op regelmatige basis de ontwikkeling en de consistente en effectieve uitvoering monitoren van het juridisch, toezichthoudend en handhavingskader voor dergelijke otc-derivatencontracten wat de vereisten inzake tijdige bevestiging en het comprimeren en reconciliëren van portefeuilles, alsmede de waarderings-, geschillenoplossings- en marginvereisten van toepassing op niet door een CTP geclearde otc-derivatencontracten betreft ten aanzien waarvan dit besluit is genomen. In het kader van haar monitoringactiviteiten kan de Commissie de MAS verzoeken informatie te verstrekken over ontwikkelingen op het gebied van regelgeving en toezicht. De Commissie kan te allen tijde een specifieke evaluatie uitvoeren indien relevante ontwikkelingen het nodig maken dat de Commissie de bij dit besluit gedane verklaring van gelijkwaardigheid opnieuw beoordeelt. Een dergelijke herbeoordeling kan tot de intrekking van dit besluit leiden, waardoor de tegenpartijen automatisch wederom aan alle vereisten van Verordening (EU) nr. 648/2012 onderworpen zouden zijn.
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het effectenbedrijf.
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de toepassing van artikel 13, lid 3, van Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt het juridisch, toezichthoudend en handhavingskader van Singapore voor transactiebevestiging, het comprimeren en reconciliëren van portefeuilles, waardering en geschillenoplossing dat wordt toegepast op transacties die worden gereguleerd als otc-derivaten door de Monetary Authority of Singapore (hierna “de MAS” genoemd) en die niet door een CTP worden gecleard, als gelijkwaardig beschouwd aan de overeenkomstige vereisten van artikel 11, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 648/2012 ingeval ten minste één van de tegenpartijen bij die transacties in Singapore is gevestigd en een “MAS Covered Entity” is in de zin van de Guidelines on margin requirements for non-centrally cleared OTC derivative contracts.
Artikel 2
Voor de toepassing van artikel 13, lid 3, van Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt het juridisch, toezichthoudend en handhavingskader van Singapore voor de uitwisseling van zekerheden dat wordt toegepast op transacties die worden gereguleerd als otc-derivaten door de MAS of als otc-grondstoffenderivaten die niet door een CTP worden gecleard, met uitzondering van fysiek afgewikkelde grondstoffenderivaten voor commerciële doeleinden, als gelijkwaardig beschouwd aan de vereisten van artikel 11, lid 3, van Verordening (EU) nr. 648/2012, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan:
-
ten minste één van de tegenpartijen bij die transacties is in Singapore gevestigd en is een “MAS Covered Entity” in de zin van de Guidelines on margin requirements for non-centrally cleared OTC derivative contracts van Singapore;
-
wanneer op grond van Verordening (EU) nr. 648/2012 variatiemargin moet worden verstrekt, wordt de variatiemargin uitgewisseld op dezelfde dag als waarop deze wordt berekend.
In afwijking van punt b) wordt, indien tussen de tegenpartijen wordt vastgesteld dat de variatiemargin niet consequent kan worden verstrekt op dezelfde dag als waarop deze wordt berekend, het juridische, toezichthoudende en handhavingskader van Singapore ook als gelijkwaardig aan de vereisten van artikel 11, lid 3, van Verordening (EU) nr. 648/2012 beschouwd wanneer de variatiemargin binnen twee werkdagen na de berekening ervan wordt uitgewisseld en de marginrisicoperiode die voor de berekening van de initiële margin wordt gebruikt, dienovereenkomstig wordt aangepast.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 5 juli 2021.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula von der Leyen