Home

Besluit (EU) 2021/1313 van de Raad van 19 juli 2021 houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Internationale Criminele Politieorganisatie (ICPO-Interpol)

Besluit (EU) 2021/1313 van de Raad van 19 juli 2021 houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Internationale Criminele Politieorganisatie (ICPO-Interpol)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 16, lid 2, en artikel 77, leden 1 en 2, in samenhang met artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Er moeten onderhandelingen worden geopend met het oog op de sluiting van een samenwerkingsovereenkomst (“de overeenkomst”) tussen de Unie en de Internationale Criminele Politieorganisatie (“Interpol”). De overeenkomst heeft tot doel een regeling te treffen voor de samenwerking tussen de Unie en Interpol op het gebied van rechtshandhaving, justitiële samenwerking in strafzaken en grensbeveiliging (als onderdeel van het grensbeheer).

  2. De overeenkomst moet de nodige waarborgen en garanties bieden om de lidstaten en de agentschappen van de Unie via het Europees zoekportaal (“European Search Portal —ESP”) gecontroleerde toegang te verlenen tot de Interpol-databanken van gestolen en verloren reisdocumenten (“Stolen and Lost Travel Document — SLTD”) en van reisdocumenten die verband houden met kennisgevingen (“Travel Document Associated With Notices — TDAWN”), voor zover die toegang noodzakelijk is voor de uitvoering van hun taken, en in overeenstemming met hun toegangsrechten.

  3. De overeenkomst moet de nodige waarborgen en garanties bieden om de lidstaten van de Unie en de centrale Etias-eenheid die is opgericht binnen het Europees Grens- en kustwachtagentschap zoals geregeld bij Verordening (EU) 2019/1896 van het Europees Parlement en de Raad(1) (“Frontex”) krachtens Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad(2), via het ESP toegang te verlenen tot de SLTD- en de TDAWN-databank van Interpol.

  4. De overeenkomst moet de nodige waarborgen en garanties bieden voor de uitvoering van een herziene verordening betreffende het Visuminformatiesysteem die de lidstaten ten behoeve van de behandeling van aanvragen voor visa of verblijfsvergunningen via het ESP toegang verleent tot de Interpol-databanken.

  5. In artikel 9, lid 5, van Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad(3) en in artikel 12 van Verordening (EU) 2018/1240 is bepaald dat zoekopdrachten in de Interpol-databanken zodanig worden uitgevoerd dat aan de eigenaar van de Interpol-signalering geen informatie wordt onthuld. In artikel 65 van Verordening (EU) 2018/1240 is bepaald dat persoonsgegevens niet mogen worden doorgegeven aan of ter beschikking worden gesteld van derde landen, internationale organisaties of particuliere partijen, met uitzondering van de doorgifte aan Interpol met het oog op het uitvoeren van geautomatiseerde zoekopdrachten aan de hand van de SLTD- en de TDAWN-databank van Interpol, alsmede dat deze doorgifte is onderworpen aan Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad(4).

  6. De overeenkomst moet voorzien in de rechtsgrondslag die nodig is om de statutaire personeelsleden van Frontex die deel uitmaken van het permanente korps (personeelsleden van categorie 1) toegang te verlenen tot relevante Interpol-databanken voor de uitvoering van hun taken.

  7. Artikel 68, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1896 voorziet in de mogelijkheid dat Frontex samenwerkt met internationale organisaties, waaronder met name Interpol. Uit hoofde van artikel 82, lid 1, van Verordening (EU) 2019/1896 moeten de teamleden van het permanente korps van Frontex in staat zijn taken te verrichten en bevoegdheden uit te oefenen op het gebied van grenstoezicht overeenkomstig Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad(5) (“Schengengrenscode”). Overeenkomstig artikel 6, lid 1, punt e) en artikel 8, lid 3, punten a), i) en a), ii) van Verordening (EU) 2016/399 omvat dit de controle van onderdanen van derde landen aan de hand van de Interpol-databanken (met name de SLTD-databank) aan de buitengrenzen van de lidstaten en van derde landen die betrokken zijn bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis met betrekking tot de controle van personen aan de buitengrenzen.

  8. Het bij Verordening (EU) 2018/1726 van het Europees Parlement en de Raad(6) opgerichte Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA) moet de technische uitvoering van de toegang tot de databanken van Interpol ondersteunen in het kader van Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad(7) en de Verordeningen (EU) 2018/1240 en (EU) 2019/817, in overeenstemming met Verordening (EU) 2018/1726.

  9. In artikel 94 van Verordening (EU) 2018/1725 worden de voorwaarden vastgesteld voor de doorgifte van operationele persoonsgegevens aan internationale organisaties.

  10. De overeenkomst moet volledig in overeenstemming zijn met de bepalingen inzake gegevensbescherming die zijn opgenomen in Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad(8), Verordening (EU) 2018/1725 en Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad(9).

  11. De overeenkomst moet volledig de grondrechten eerbiedigen en de beginselen in acht nemen die in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (“het Handvest”) zijn neergelegd, met name het recht op eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven conform artikel 7 van het Handvest, het recht op de bescherming van persoonsgegevens, conform artikel 8 van het Handvest, en het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht conform artikel 47 van het Handvest. De overeenkomst moet worden toegepast in overeenstemming met alle rechten en beginselen die in het Handvest zijn vastgelegd.

  12. De overeenkomst moet de rechten en verplichtingen van de lidstaten in hun betrekkingen met Interpol die buiten het toepassingsgebied van de overeenkomst vallen, onverlet laten.

  13. Overeenkomstig de artikelen 1, 2 en 2 bis van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit en is dit niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

  14. Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad(10). Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

  15. Overeenkomstig artikel 41, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1725 is de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming geraadpleegd, en op 25 mei 2021 heeft hij een advies uitgebracht(11),

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.

De Commissie wordt gemachtigd om namens de Europese Unie onderhandelingen te openen over een samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Internationale Criminele Politieorganisatie (ICPO-Interpol).

2.

De onderhandelingen worden gevoerd op basis van de in het addendum bij dit besluit opgenomen onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad.

Artikel 2

De Commissie wordt aangewezen als de onderhandelaar van de Unie.

Artikel 3

De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met de Groep informatie-uitwisseling JBZ (Groep IXIM), behoudens eventuele sturing die de Raad later aan de Commissie kan verstrekken.

De Commissie brengt op gezette tijdstippen en telkens als de Raad daarom verzoekt verslag uit aan de Raad over het verloop en het resultaat van de onderhandelingen. In voorkomend geval of op verzoek van de Raad stelt de Commissie een schriftelijk verslag op.

Artikel 4

Dit besluit is gericht tot de Commissie.