Besluit (GBVB) 2021/1694 van de Raad van 21 september 2021 ter ondersteuning van de universalisering, uitvoering en versterking van het Verdrag inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionele wapens die geacht kunnen worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben (CWV)
Besluit (GBVB) 2021/1694 van de Raad van 21 september 2021 ter ondersteuning van de universalisering, uitvoering en versterking van het Verdrag inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionele wapens die geacht kunnen worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben (CWV)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 28, lid 1, en artikel 31, lid 1,
Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,
Overwegende hetgeen volgt:
In de integrale strategie van de Unie voor het buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie (“de integrale EU-strategie”) van 2016 wordt benadrukt dat de Unie haar bijdrage aan collectieve veiligheid zal opvoeren.
In de integrale EU-strategie wordt opgemerkt dat de Unie de universalisering, volledige uitvoering en handhaving van multilaterale verdragen en regelingen inzake ontwapening, non-proliferatie en wapenbeheersing krachtig steunt.
Eén van die instrumenten, namelijk het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het verbod of de beperking van het gebruik van bepaalde conventionele wapens die geacht kunnen worden buitensporig leed te veroorzaken of een niet-onderscheidende werking te hebben (CWV), regelt het gebruik in gewapende conflicten van bepaalde conventionele wapens die geacht worden buitensporig leed te veroorzaken bij strijders of niet-onderscheidende schade bij de burgerbevolking.
De Unie wenst bij te dragen tot de universalisering, uitvoering en versterking van het CWV, opdat dit een sterk en doeltreffend onderdeel blijft van het multilaterale systeem voor ontwapening, non-proliferatie en wapenbeheersing.
De zesde toetsingsconferentie van het CWV, die gepland staat voor december 2021, zal de prioriteiten van het CWV voor de komende jaren bepalen, evenals de strategieën en mechanismen om deze prioriteiten in daden om te zetten.
De Unie wenst bij te dragen tot de efficiënte uitvoering van de aanbevelingen en besluiten van de zesde toetsingsconferentie van het CWV.
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De Europese Unie ondersteunt de volgende projecten:
Voorbereiding op en follow-up van de zesde toetsingsconferentie van het CWV;
Steun voor de universalisering van het CWV;
Facilitering van besprekingen over onderbelichte, opkomende en horizontale kwesties die van belang zijn voor het CWV.
Een gedetailleerde omschrijving van die projecten is opgenomen in de bijlage van dit besluit.
Artikel 2
De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV) is belast met de uitvoering van dit besluit.
De technische uitvoering van het in artikel 1 bedoelde projecten wordt toevertrouwd aan het Bureau van de Verenigde Naties voor ontwapeningszaken (Unoda).
Het Unoda voert zijn taak uit onder verantwoordelijkheid van de HV. Daartoe treft de HV de nodige regelingen met het Unoda.
Artikel 3
Het financieel referentiebedrag voor de uitvoering van de in artikel 1 bedoelde projecten bedraagt 1 603 517,64 EUR.
Uitgaven die uit het in lid 1 genoemde financieel referentiebedrag worden gefinancierd, worden beheerd overeenkomstig de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de begroting van de Unie.
De Commissie ziet erop toe dat de in lid 2 bedoelde uitgaven correct worden beheerd. Hiertoe sluit zij de noodzakelijke overeenkomst met het Unoda. In die overeenkomst wordt bepaald dat het Unoda moet zorgen voor de zichtbaarheid van de bijdrage van de Unie op een manier die overeenstemt met de omvang van die bijdrage.
De Commissie tracht de in lid 3 bedoelde overeenkomst zo spoedig mogelijk na de inwerkingtreding van dit besluit te sluiten. Zij stelt de Raad in kennis van eventuele moeilijkheden die zich daarbij voordoen en van de datum van sluiting van die overeenkomst.
Artikel 4
De HV brengt verslag uit aan de Raad over de uitvoering van dit besluit, op basis van regelmatige kwartaalverslagen die door het Unoda worden opgesteld. Deze verslagen vormen de grondslag voor de evaluatie die door de Raad moet worden uitgevoerd.
De Commissie brengt verslag uit aan de Raad over de financiële aspecten van het in artikel 1 bedoelde project.