Home

Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1730 van de Commissie van 28 september 2021 betreffende het geharmoniseerde gebruik van de gepaarde frequentiebanden 874,4-880,0 MHz en 919,4-925,0 MHz en van de ongepaarde frequentieband 1900-1910 MHz voor mobiele spoorwegradio (Kennisgeving geschied onder nummer C(2021) 6862) (Voor de EER relevante tekst)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/1730 van de Commissie van 28 september 2021 betreffende het geharmoniseerde gebruik van de gepaarde frequentiebanden 874,4-880,0 MHz en 919,4-925,0 MHz en van de ongepaarde frequentieband 1900-1910 MHz voor mobiele spoorwegradio (Kennisgeving geschied onder nummer C(2021) 6862) (Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Beschikking nr. 676/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een regelgevingskader voor het radiospectrumbeleid in de Europese Gemeenschap (Radiospectrumbeschikking)(1), en met name artikel 4, lid 3,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Het radiocommunicatiesysteem dat momenteel wordt gebruikt voor spoorwegactiviteiten, namelijk het Wereldwijd systeem voor mobiele communicatie — spoor (Global System for Mobile Communications — Rail — GSM-R), is gebaseerd op specificaties die twintig jaar geleden zijn afgerond en, omdat dit systeem technologisch verouderd is, zal de industriële ondersteuning van GSM-R waarschijnlijk tot niet ver na 2030 worden gegarandeerd. Het toekomstige mobiele spoorwegcommunicatiesysteem (Future Railway Mobile Communication System — FRMCS) zal GSM-R opvolgen als een van de essentiële elementen van het Europees beheersysteem voor het spoorverkeer (European Railway Traffic Management System — ERTMS). Daarmee worden de digitalisering van het spoor en de innovatie van diensten ondersteund. GSM-R en de opvolger(s) daarvan, waaronder FRMCS, worden aangeduid als mobiele spoorwegradio (Railway Mobile Radio — RMR).

  2. In vergelijking met GSM-R biedt FRMCS een betere dienstverlening, maakt het efficiënter gebruik van spectrum en is het kostenefficiënter. Het is ook de bedoeling dat het systeem meer toepassingen oplevert, zoals automatische treinbesturing (Automatic Train Operation — ATO) of het “Connected Driver Advisory System” (C-DAS). Verwacht wordt dat er geleidelijk meer toepassingen zullen worden geïntroduceerd. Kritieke FRMCS-spoorwegtoepassingen zoals monitoring en controle van kritieke infrastructuur kunnen efficiënt worden bediend met gebruikmaking van smalband-IoT. FRMCS moet in staat zijn nieuwe toepassingen en technologische ontwikkelingen gedurende een langere periode te integreren, aangezien spoorwegcommunicatiesystemen een veel langere levenscyclus hebben dan openbare elektronische-communicatienetwerken en -diensten.

  3. Daarom moeten de frequentiebanden worden geharmoniseerd om de invoering van FRMCS mogelijk te maken.

  4. Om parallelle exploitatie van GSM-R en de opvolger daarvan mogelijk te maken tijdens een ongeveer 10-jarige migratiefase van GSM-R naar FRMCS en om te kunnen profiteren van nieuwe cruciale spoorwegtoepassingen tijdens en na de migratie, is toegang tot voldoende geharmoniseerd spectrum voor RMR van essentieel belang.

  5. Om een gemeenschappelijke aanpak van het spectrum voor RMR in de hele Unie te ondersteunen, heeft de Commissie op 12 juli 2018 overeenkomstig artikel 4, lid 2, van Beschikking nr. 676/2002/EG (de Radiospectrumbeschikking) een mandaat gegeven aan de Europese Conferentie van post- en telecommunicatieadministraties (CEPT).

  6. In antwoord op dat mandaat heeft de CEPT haar CEPT-verslag 74 van 3 juli 2020 en haar CEPT-verslag 76 van 20 november 2020 uitgebracht. In deze verslagen, die gebaseerd zijn op haalbaarheidsstudies, wordt de vereiste hoeveelheid spectrum beoordeeld, worden de passende spectrumbanden vastgesteld en worden geharmoniseerde technische voorwaarden voor FRMCS voorgesteld.

  7. Met name in CEPT-verslag 74 wordt de co-existentie met alle toepassingen in de aangrenzende frequentiebanden beoordeeld, onder meer elektronische-communicatiediensten in de frequentiebanden 900 MHz en 2 GHz, korteafstandsapparatuur in de zin van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/1538 van de Commissie(2) en digitale Europese draadloze telecommunicatie (DECT) in de zin van Richtlijn 91/287/EEG van de Raad(3). Ook wordt daarin rekening gehouden met de mogelijke invoering van onbemande luchtvaartuigsystemen in het frequentiebereik 1 880-1 920 MHz.

  8. In de geharmoniseerde technische voorwaarden voor RMR (FRMCS)-basisstations die actief zijn in de 1 900-1 910 MHz-frequentieband, zoals gedefinieerd in CEPT-verslag 76, wordt ervan uitgegaan dat basisstations die elektronische-communicatiediensten aanbieden waarvoor frequenties van meer dan 1 920 MHz worden gebruikt voor ontvangst uit hoofde van Uitvoeringsbesluit (EU) 2020/667 van de Commissie(4), over een verbeterde selectiviteit beschikken ten opzichte van de huidige geharmoniseerde Europese normen. Basisstations die elektronische-communicatiediensten aanbieden die in de nabijheid van een RMR-basisstation liggen en die niet aan het verbeterde-selectiviteitscriterium voldoen, moeten zo nodig worden aangepast om schadelijke interferentie te beperken.

  9. In CEPT-verslag 74 werd ingegaan op de technische haalbaarheid van het gebruik van commerciële mobiele netwerken, waarbij rekening werd gehouden met draadloze dekking en de betrouwbaarheidsbehoeften van het spoorwegsysteem. Daarin werd bevestigd dat het mogelijk was commerciële mobiele netwerken te gebruiken voor alle relevante spoorwegtoepassingen, met inbegrip van kritieke spoorwegtoepassingen, op voorwaarde dat de relevante delen van het commerciële mobiele netwerk voldoen aan de eisen inzake dienstverlening van spoorwegsystemen.

  10. RMR-ontvangers (basisstations en cabineradio’s) moeten bestand zijn tegen emissies in aangrenzende frequenties. De lidstaten kunnen op nationaal niveau aanvullende maatregelen treffen om voor co-existentie te zorgen, zoals die relevant zijn voor DECT binnen de 1 880-1 900 MHz-frequentieband en voor RMR binnen de 1 900-1 910 MHz-frequentieband, of een frequentiescheiding van 200 kHz tussen RMR en elektronische-communicatienetwerken op de 925-MHz-frequentiegrens.

  11. In CEPT-verslag 76 zijn FRMCS-systemen met actieve antennesystemen niet in aanmerking genomen. Er moeten aanvullende studies worden uitgevoerd indien actieve antennesystemen worden overwogen voor de uitrol van FRMCS.

  12. Zolang een lidstaat geen spoorlijnen in gebruik heeft, moet dat land de mogelijkheid hebben de uitvoering van maatregelen voor de harmonisatie van het RMR-spectrum uit te stellen totdat dat land wel plannen heeft om een spoorlijn in gebruik te nemen.

  13. Op basis van de nationale vraag moet de lidstaten overeenkomstig het Unierecht een variabele invoeringsdatum van de maatregelen voor de harmonisatie van het RMR-spectrum in de frequentieband 1 900-1 910 MHz worden toegestaan, namelijk tot uiterlijk 1 januari 2025.

  14. Overeenkomstig het Unierecht geldt de uitvoering van dit besluit onverminderd het recht van de lidstaten om hun radiospectrum in het belang van de openbare orde en veiligheid en voor defensie te organiseren en te gebruiken, overeenkomstig artikel 1, lid 4, van de Radiospectrumbeschikking.

  15. Rapportage door alle lidstaten aan de Commissie over de uitvoering van dit besluit, met inbegrip van ontwikkelingen op het gebied van spectrumbeheer die een negatief effect hebben op de interoperabiliteit, alsmede de onmiddellijke rapportage over de eventuele toepassing van artikel 1, lid 4, van de Radiospectrumbeschikking, zouden helpen bij de beoordeling van het effect ervan op het niveau van de Unie en bij de tijdige evaluatie ervan.

  16. De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Radiospectrumcomité,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Bij dit besluit worden de geharmoniseerde voorwaarden vastgesteld voor de beschikbaarheid en het efficiënte gebruik van radiospectrum voor de mobiele spoorwegradio (RMR) op de frequentiebanden 874,4-880,0 MHz, 919,4-925,0 MHz en 1 900-1 910 MHz.

Artikel 2

Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:

  1. “RMR-terminal”: een onderdeel van mobiele-radioapparatuur dat onder controle van het RMR-netwerk staat;

  2. “cabineradio”: een RMR-terminal die aan boord van een trein is geïnstalleerd en die spraak- en gegevenstoepassingen ondersteunt;

  3. “equivalent isotropisch uitgestraald vermogen (equivalent isotropically radiated power, EIRP)”: het product van het aan de antenne geleverde vermogen en de absolute of isotrope versterking in een bepaalde richting ten opzichte van een isotrope antenne.

Artikel 3

1.

Uiterlijk op 1 januari 2022 wijzen de lidstaten de gepaarde frequentiebanden 874,4-880,0 MHz en 919,4-925,0 MHz voor mobiele spoorwegradio aan en stellen zij deze op niet-exclusieve basis beschikbaar overeenkomstig de technische voorwaarden in de bijlage.

2.

Uiterlijk op 1 januari 2025 wijzen de lidstaten op basis van de nationale vraag de ongepaarde frequentieband 1 900-1 910 MHz aan en stellen deze op niet-exclusieve basis beschikbaar voor mobiele spoorwegradio overeenkomstig de technische voorwaarden in de bijlage.

3.

De lidstaten zorgen ervoor dat netwerken die gebruikmaken van de in lid 1 bedoelde frequentiebanden passende bescherming bieden aan systemen in aangrenzende banden.

4.

Lidstaten waar op 1 januari 2022 geen spoorwegdiensten worden verleend, passen lid 1 pas toe zodra er plannen zijn een spoorlijn in gebruik te nemen.

Artikel 4

De lidstaten brengen uiterlijk op 1 januari 2025 bij de Commissie verslag uit over de uitvoering van dit besluit.

De lidstaten monitoren het gebruik door RMR van de frequentiebanden die onder dit besluit vallen en brengen op verzoek of op eigen initiatief verslag uit aan de Commissie over hun bevindingen, met inbegrip van eventuele gevolgen voor de interoperabiliteit in verband met spectrumkwesties, zodat dit besluit, indien nodig, tijdig kan worden herzien.

Artikel 5

BIJLAGE