Home

Besluit (EU) 2021/1815 van de Europese Centrale Bank van 7 oktober 2021 betreffende de methode die wordt toegepast voor het berekenen van sancties wegens niet-naleving van de verplichting tot het aanhouden van minimumreserves en de daarmee verband houdende minimumreserveverplichtingen (ECB/2021/45)

Besluit (EU) 2021/1815 van de Europese Centrale Bank van 7 oktober 2021 betreffende de methode die wordt toegepast voor het berekenen van sancties wegens niet-naleving van de verplichting tot het aanhouden van minimumreserves en de daarmee verband houdende minimumreserveverplichtingen (ECB/2021/45)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 132, lid 3,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 19.1 en artikel 34,

Gezien Verordening (EG) nr. 2532/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot de bevoegdheid van de Europese Centrale Bank om sancties op te leggen(1), en met name artikel 6, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Met het oog op het verzekeren van rechtszekerheid en in het belang van transparantie dienen instellingen geïnformeerd te worden over de door de ECB toegepaste methoden voor het berekenen van sancties die krachtens artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) 2531/98 van de Raad(2) worden opgelegd voor niet-naleving van de in Verordening (EU) 2021/378 van de Europese Centrale Bank (ECB/2021/1)(3) neergelegde minimumreserveverplichtingen.

  2. De door de ECB toegepaste formule en methode voor het berekenen van sancties voor gehele of gedeeltelijke niet-naleving van de verplichting tot het aanhouden van minimumreserves worden uitgewerkt in een Kennisgeving van de Europese Centrale Bank betreffende het opleggen van sancties voor niet-naleving van de verplichting tot het aanhouden van minimumreserves(4). In het belang van rechtszekerheid en met het oog op het voorkomen van verdere fragmentatie van het juridisch kader voor het opleggen van sancties in de verschillende bevoegdheidsgebieden van de ECB, is het passend dat de kennisgeving wordt ingetrokken en dat de relevante inhoud ervan wordt overgeheveld naar een nieuw besluit.

  3. Evenzo is het vanuit het oogpunt van transparantie noodzakelijk om de formule en de methode vast te leggen die door de ECB worden toegepast voor de berekening van sancties krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2531/98 voor niet-naleving van de verplichting om de betrokken nationale centrale bank in kennis te stellen van beperkingen die de instelling beletten haar in de minimumreserve aangehouden gelden te liquideren, over te maken, toe te wijzen of af te stoten krachtens artikel 3, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EU) 2021/378 (ECB/2021/1).

  4. Teneinde een geharmoniseerd kader voor de toepassing van minimumreserveverplichtingen te verzekeren, is het noodzakelijk dat dit besluit wordt toegepast met ingang van dezelfde datum als de wijziging van artikel 11 van Verordening (EG) nr. 2157/1999 van de Europese Centrale Bank (ECB/1999/4)(5),

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1 Onderwerp

Dit besluit stelt de methode vast die door de ECB wordt toegepast voor het berekenen sancties opgelegd krachtens artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2531/98.

Artikel 2 Toegepaste methode voor de berekening van sancties wegens niet-naleving van de verplichting tot het aanhouden van minimumreserves

Indien de ECB krachtens artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2531/98 een sanctie oplegt, wordt de toepasselijke sanctie wegens niet-naleving van de verplichting tot het aanhouden van minimumreserves uit hoofde van Verordening (EU) 2021/378 (ECB/2021/1) berekend aan de hand van de in bijlage I bij dit besluit opgenomen formule en methode.

Artikel 3 Toegepaste methode voor de berekening van sancties wegens niet-naleving van kennisgevingsverplichting met betrekking tot minimumreserves

Indien de ECB krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2531/98 een sanctie oplegt wegens niet-naleving van de verplichting tot kennisgeving aan de betrokken nationale centrale banken van beperkingen die een instelling beletten haar in minimumreserve aangehouden middelen te liquideren, over te dragen, toe te wijzen of af te stoten overeenkomstig artikel 3, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EU) 2021/378 (ECB/2021/1), wordt de toepasselijke sanctie berekend aan de hand van de in bijlage II bij dit besluit opgenomen formule en methode.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op 3 november 2021.

BIJLAGE IFormule en methode voor de berekening van sancties krachtens artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2531/98

BIJLAGE IIFormule en methode voor de berekening van sancties krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2531/98 wegens niet-naleving van het vereiste om de betrokken nationale centrale bank in kennis te stellen van beperkingen die een instelling beletten haar in minimumreserve aangehouden middelen te liquideren, over te dragen, toe te wijzen of af te stoten krachtens artikel 3, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EU) 2021/378 (ECB/2021/1)