De bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Verordening (EU) 2021/644 van de Commissie van 15 april 2021 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van fluxapyroxad, hymexazool, metamitron, penflufen en spirotetramat in of op bepaalde producten (Voor de EER relevante tekst)
Verordening (EU) 2021/644 van de Commissie van 15 april 2021 tot wijziging van de bijlagen II en III bij Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de maximumgehalten aan residuen van fluxapyroxad, hymexazool, metamitron, penflufen en spirotetramat in of op bepaalde producten (Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad(1), en met name artikel 14, lid 1, onder a), en artikel 49, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
Voor fluxapyroxad, hymexazool, metamitron en spirotetramat zijn maximumresidugehalten (MRL’s) vastgesteld in bijlage III, deel A, bij Verordening (EG) nr. 396/2005. Voor penflufen zijn in Verordening (EG) nr. 396/2005 geen MRL’s vastgesteld, en aangezien deze werkzame stof niet is opgenomen in bijlage IV bij die verordening, is de standaardwaarde van 0,01 mg/kg, als vastgesteld in artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005 van toepassing.
Voor fluxapyroxad heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de herziening van de bestaande MRL’s uitgebracht(2). Voor bepaalde producten heeft zij aanbevolen de bestaande MRL’s te verhogen of te handhaven. De MRL’s voor deze producten moeten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het door de EFSA vastgestelde niveau. De EFSA heeft geconcludeerd dat met betrekking tot de MRL’s voor wortel- en knolgewassen, bolgewassen, koolsoorten, bladgroenten, kruiden en eetbare bloemen, kardoenen, bleekselderij, knolvenkel, artisjokken, preien, rabarber, peulvruchten, granen, kruidenthee van bladeren en kruiden, kruidenthee van wortels en suikergewassen, bepaalde informatie niet beschikbaar was en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Aangezien er geen risico is voor de consumenten, moeten de MRL’s voor die producten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het door de EFSA vastgestelde gehalte. Al deze MRL’s worden herzien; daarbij zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt.
Voor hymexazool heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de herbeoordeling van de bestaande MRL’s uitgebracht(3). Zij heeft aanbevolen het MRL voor suikerbiet te verlagen. Aangezien er geen risico is voor de consumenten, moet dit MRL in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het door de EFSA vastgestelde gehalte.
Voor metamitron heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de herbeoordeling van de bestaande MRL’s uitgebracht(4). Zij heeft aanbevolen de bestaande MRL’s voor appelen, peren, rode bieten, wortels, mierikswortels, pastinaken, wortelpeterselie, rapen, uien en suikerbiet te verlagen. De MRL’s voor deze producten moeten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het door de EFSA vastgestelde niveau. De EFSA heeft geconcludeerd dat met betrekking tot de MRL’s voor aardbeien, raketsla/rucola, Babyleafgewassen (met inbegrip van Brassica-soorten), spinazie en dergelijke bladgroente, kruidenthee van bladeren en kruiden, kruidenthee van wortels, als specerij gebruikte zaden en als specerij gebruikte vruchten bepaalde informatie niet beschikbaar was en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Aangezien er geen risico is voor de consumenten, moeten de MRL’s voor die producten ook in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het door de EFSA vastgestelde gehalte. Al deze MRL’s worden herzien; daarbij zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt.
Voor penflufen heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de herbeoordeling van de bestaande MRL’s uitgebracht(5). De EFSA heeft aanbevolen het bestaande MRL voor aardappelen te handhaven. Dat MRL moet in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het door de EFSA vastgestelde niveau.
Voor spirotetramat heeft de EFSA overeenkomstig artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een met redenen omkleed advies over de herbeoordeling van de bestaande MRL’s uitgebracht(6). Zij heeft voorgesteld de residudefinitie te wijzigen. Zij heeft aanbevolen de bestaande MRL’s voor citrusvruchten, pitvruchten, aardbeien, tafelolijven, kiwi’s, avocado’s, bananen, granaatappels, ananassen, andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet, knoflook, sjalotten, Solanaceae en Malvaceae, witlof/witloof/Brussels lof, olijven voor oliewinning en wortelcichorei te verlagen. Voor andere producten heeft zij aanbevolen de bestaande MRL’s te verhogen of te handhaven. De MRL’s voor deze producten moeten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het door de EFSA vastgestelde niveau. De EFSA heeft geconcludeerd dat met betrekking tot de MRL’s voor spruitjes en koolrabi’s bepaalde informatie niet beschikbaar was en dat er behoefte was aan verder onderzoek door risicomanagers. Aangezien er geen risico is voor de consumenten, moeten de MRL’s voor die producten ook in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het door de EFSA vastgestelde gehalte. Al deze MRL’s worden herzien; daarbij zal rekening worden gehouden met de informatie die binnen twee jaar na de bekendmaking van deze verordening beschikbaar komt.
In de met redenen omklede adviezen van de EFSA is rekening gehouden met de bestaande Codex-grenswaarden (CXL’s). CXL’s die veilig zijn voor de consumenten in de Unie werden voor de vaststelling van de MRL’s in overweging genomen.
Met betrekking tot producten waarop het gebruik van het betrokken gewasbeschermingsmiddel niet is toegelaten en waarvoor geen invoertoleranties of CXL’s bestaan, moeten de MRL’s worden vastgesteld op de specifieke bepaalbaarheidsgrens of moet het standaard-MRL overeenkomstig artikel 18, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 396/2005 van toepassing zijn.
De Commissie heeft de referentielaboratoria van de Europese Unie voor bestrijdingsmiddelenresiduen geraadpleegd over de noodzaak van de aanpassing van bepaalde bepaalbaarheidsgrenzen. Die laboratoria kwamen tot de conclusie dat in verband met de technische ontwikkeling voor bepaalde producten specifieke bepaalbaarheidsgrenzen voor alle onder deze verordening vallende stoffen zijn vereist.
In het kader van een procedure voor de verlening van een vergunning voor het gebruik van een gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof spirotetramat bevat op “ander kleinfruit en besvruchten” is overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 396/2005 een aanvraag tot wijziging van de bestaande MRL’s ingediend. Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 396/2005 is deze aanvraag door Duitsland geëvalueerd en is het evaluatieverslag bij de EFSA en de Commissie ingediend. De EFSA heeft het evaluatieverslag beoordeeld en een met redenen omkleed advies over de voorgestelde MRL’s uitgebracht(7). Zij heeft aanbevolen om de bestaande MRL’s voor die producten te verhogen. De MRL’s voor deze producten moeten in bijlage II bij Verordening (EG) nr. 396/2005 worden vastgesteld op het door de EFSA vastgestelde niveau.
Overeenkomstig artikel 6, leden 2 en 4, van Verordening (EG) nr. 396/2005 zijn aanvragen voor invoertoleranties ingediend voor fluxapyroxad dat in de Verenigde Staten op “andere wortel- en knolgewassen, behalve suikerbiet” wordt gebruikt en in Brazilië op koffiebonen. De aanvragers voeren aan dat het toegestane gebruik van die stof op de voornoemde gewassen in die landen leidt tot residugehalten die het MRL in Verordening (EG) nr. 396/2005 overschrijden en dat een hoger MRL nodig is om handelsbelemmeringen voor de invoer van die gewassen te vermijden. Overeenkomstig artikel 8 van Verordening (EG) nr. 396/2005 zijn die aanvragen door de betrokken lidstaten geëvalueerd en zijn de evaluatieverslagen bij de EFSA en de Commissie ingediend. De EFSA heeft de aanvragen en de evaluatieverslagen beoordeeld, waarbij zij bijzondere aandacht heeft geschonken aan de risico’s voor de consument en, indien relevant, voor dieren en zij heeft met redenen omklede adviezen over de voorgestelde MRL’s uitgebracht(8). Zij heeft die adviezen naar de aanvragers, de Commissie en de lidstaten gezonden en openbaar gemaakt.
Wat alle andere toepassingen betreft, heeft de EFSA geconcludeerd dat aan alle eisen met betrekking tot de gegevens was voldaan en dat de door de aanvragers gevraagde wijzigingen van de MRL’s op grond van een consumentenblootstellingsbeoordeling voor 27 specifieke Europese consumentengroepen uit het oogpunt van de consumentenveiligheid aanvaardbaar waren. Zij heeft rekening gehouden met de meest recente informatie over de toxicologische eigenschappen van de stoffen. Noch uit de gegevens over de levenslange blootstelling aan deze stoffen via de consumptie van alle levensmiddelen die deze stoffen kunnen bevatten, noch uit de gegevens over de blootstelling op korte termijn door hoge consumptie van de desbetreffende producten is gebleken dat er een risico bestaat dat de aanvaardbare dagelijkse inname of de acute referentiedosis wordt overschreden.
Op grond van de met redenen omklede adviezen van de EFSA en rekening houdend met de ter zake relevante factoren voldoen de wijzigingen van de MRL’s aan de vereisten van artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 396/2005.
De handelspartners van de Unie zijn via de Wereldhandelsorganisatie over de nieuwe MRL’s geraadpleegd en er is rekening gehouden met hun opmerkingen.
Verordening (EG) nr. 396/2005 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.
Deze verordening moet voorzien in een overgangsregeling voor producten die vóór de wijziging van de MRL’s rechtmatig werden vervaardigd en waarvoor uit de informatie is gebleken dat een hoog niveau van consumentenbescherming wordt gehandhaafd, zodat deze op een normale wijze in de handel gebracht, verwerkt en geconsumeerd kunnen worden.
Er moet worden voorzien in een redelijke termijn voordat de gewijzigde MRL’s van toepassing worden, zodat de lidstaten, derde landen en de exploitanten van levensmiddelenbedrijven zich kunnen voorbereiden op de nieuwe eisen die uit de wijziging van de MRL’s zullen voortvloeien.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 2
Verordening (EG) nr. 396/2005 blijft in de versie die vóór de wijziging uit hoofde van deze verordening van kracht was, van toepassing op producten die vóór 10 november 2021 in de Unie zijn geproduceerd of ingevoerd.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 10 november 2021.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 april 2021.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula von der Leyen