Uitvoeringsverordening (EU) 2021/719 van de Commissie van 30 april 2021 tot verlening van een vergunning voor L-valine geproduceerd door Corynebacterium glutamicum CGMCC 7.358 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsverordening (EU) 2021/719 van de Commissie van 30 april 2021 tot verlening van een vergunning voor L-valine geproduceerd door Corynebacterium glutamicum CGMCC 7.358 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten (Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding(1), en met name artikel 9, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de gronden en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.
Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag ingediend voor de verlening van een vergunning voor L-valine. De krachtens artikel 7, lid 3, van die verordening vereiste nadere gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd.
De aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor L-valine, geproduceerd door Corynebacterium glutamicum CGMCC 7.358, als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten, in te delen in de categorie “nutritionele toevoegingsmiddelen”, functionele groep “aminozuren, de zouten en de analogen daarvan”.
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 30 september 2020(2) geconcludeerd dat L-valine, geproduceerd door Corynebacterium glutamicum CGMCC 7.358, geen ongunstige gevolgen heeft voor de diergezondheid, de gezondheid van de consument of het milieu indien het in passende hoeveelheden aan de voeding wordt toegevoegd. Wat betreft de veiligheid van de gebruiker van L-valine geproduceerd door Corynebacterium glutamicum CGMCC 7.358, kon de EFSA noch een risico bij inademing van de stof uitsluiten, noch dat deze huid- en oogirritatie veroorzaakt of huidallergeen is. Daarom moeten voor dit toevoegingsmiddel passende beschermende maatregelen worden genomen om negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid — en met name de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel — te voorkomen. Bovendien heeft de EFSA geconcludeerd dat het toevoegingsmiddel als een doeltreffende bron van het essentiële aminozuur L-valine voor diervoeding wordt beschouwd en dat het tegen afbraak in de pens moet worden beschermd om bij herkauwers doeltreffend te zijn. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. Zij heeft ook de verslagen over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding gecontroleerd die door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium waren ingediend.
Uit de beoordeling van L-valine geproduceerd door Corynebacterium glutamicum CGMCC 7.358) blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van deze stof zoals gespecificeerd in de bijlage bij deze verordening moet daarom worden toegestaan.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de in de bijlage gespecificeerde stof, die behoort tot de categorie “nutritionele toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “aminozuren, de zouten en de analogen daarvan”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 april 2021.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula von der Leyen
BIJLAGE
Identificatienummer van het toevoegingsmiddel |
Naam van de vergunninghouder |
Toevoegingsmiddel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimumgehalte |
Maximumgehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
mg toevoegingsmiddel/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % |
|||||||||
Categorie: nutritionele toevoegingsmiddelen. Functionele groep: aminozuren, de zouten en de analogen daarvan. |
|||||||||
3c371i |
— |
L-valine |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel Poeder met een minimumgehalte aan L-valine van 98 % (op basis van de droge stof) en een maximumgehalte aan water van 1,5 % |
Alle soorten |
— |
— |
— |
|
23.5.2031 |
Karakterisering van de werkzame stof L-valine ((2S)-2-amino-3-methylbutaanzuur) geproduceerd door Corynebacterium glutamicum CGMCC 7.358 Chemische formule: C5H11NO2 CAS-nummer: 72-18-4 |
|||||||||
Analysemethode(1) Voor de identificatie van L-valine in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:
Voor de kwantificering van valine in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:
Voor de kwantificering van valine in voormengsels, voedermiddelen en mengvoeders:
Voor de kwantificering van valine in water:
|