Home

Verordening (EU) 2021/1151 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot wijziging van Verordeningen (EU) 2019/816 en (EU) 2019/818 wat betreft de vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot andere EU-informatiesystemen voor de doeleinden van het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem

Verordening (EU) 2021/1151 van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2021 tot wijziging van Verordeningen (EU) 2019/816 en (EU) 2019/818 wat betreft de vaststelling van de voorwaarden voor toegang tot andere EU-informatiesystemen voor de doeleinden van het Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 82, lid 1, punt d),

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure(1),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Bij Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad(2) is een Europees reisinformatie- en -autorisatiesysteem (European Travel Information and Authorisation System — Etias) ingesteld voor onderdanen van derde landen die zonder visum de buitengrenzen van de Unie mogen overschrijden. In die verordening zijn de voorwaarden en procedures voor de afgifte of weigering van een reisautorisatie in het kader van Etias vastgesteld.

  2. Met Etias kan worden beoordeeld of de aanwezigheid van die onderdanen van derde landen op het grondgebied van de lidstaten een veiligheidsrisico, een risico op het gebied van illegale immigratie of een hoog epidemiologisch risico zou vormen.

  3. Om de in Verordening (EU) 2018/1240 bedoelde verwerking van de aanvraagdossiers door het centrale Etias-systeem mogelijk te maken, moet de interoperabiliteit tussen het Etias-informatiesysteem, enerzijds, en het inreis-uitreissysteem (EES), het Visuminformatiesysteem (VIS), het Schengen-informatie-systeem (SIS), Eurodac en het Europees Strafregister Informatiesysteem — Onderdanen van derde landen (Ecris-TCN) (“andere EU-informatiesystemen”), en Europol-gegevens als gedefinieerd in die Verordening (“Europol-gegevens”), anderzijds, tot stand worden gebracht.

  4. Deze verordening bepaalt, samen met Verordeningen (EU) 2021/1150(3) en (EU) 2021/1152(4) van het Europees Parlement en de Raad, regels over de uitvoering van de interoperabiliteit tussen het Etias-informatiesysteem, enerzijds, en andere EU-informatiesystemen en Europol-gegevens, anderzijds, en de voorwaarden voor de raadpleging van in andere EU-informatiesystemen opgeslagen gegevens en Europol-gegevens door Etias voor het automatisch vaststellen van hits. Dit noopt tot wijziging van Verordeningen (EU) 2019/816(5) en (EU) 2019/818(6) van het Europees Parlement en de Raad, teneinde het centrale Etias-systeem te verbinden met andere EU-informatiesystemen en met Europol-gegevens en te specificeren welke gegevens tussen die EU-informatiesystemen en Europol-gegevensbestanden zullen worden verzonden.

  5. Wat de uitvoering van de interoperabiliteit met Eurodac betreft zullen, overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1240, de nodige daaruit voortvloeiende wijzigingen worden vastgesteld wanneer de herschikking van Verordening (EU) nr. 603/2013 van het Europees Parlement en de Raad(7) wordt vastgesteld.

  6. Het Europees zoekportaal (ESP), dat werd ingesteld bij Verordening (EU) 2019/817 van het Europees Parlement en de Raad(8) en Verordening (EU) 2019/818, zal het mogelijk dat de in Etias opgeslagen gegevens en de in de andere EU-informatiesystemen opgeslagen gegevens tegelijkertijd worden doorzocht.

  7. Daarbij moeten technische regelingen worden vastgesteld op grond waarvan Etias regelmatig en automatisch in andere EU-informatiesystemen kan verifiëren of nog steeds wordt voldaan aan de voorwaarden voor de bewaring van aanvraagdossiers, als vastgesteld in Verordening (EU) 2018/1240.

  8. De lidstaten verzamelen en verwerken reeds gegevens van onderdanen van derde landen, zoals gedefinieerd in Verordening (EU) 2019/816, voor de doeleinden van die verordening. Onderhavige verordening verplicht de lidstaten niet toe tot wijziging of uitbreiding van de categorieën gegevens van onderdanen van derde landen, zoals gedefinieerd in Verordening (EU) 2019/816, die reeds in het kader van die verordening worden verzameld. Ten behoeve van zoekopdrachten in Ecris-TCN door Etias moeten alleen markeringen die aangeven dat onderdanen van derde landen, zoals gedefinieerd in Verordening (EU) 2019/816, zijn veroordeeld wegens een terroristisch misdrijf of een ander strafbaar feit dat is opgenomen in de lijst in de bijlage bij Verordening (EU) 2018/1240, indien dit strafbaar feit naar nationaal recht strafbaar is gesteld met een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel met een maximumduur van ten minste drie jaar, en de codes van de lidstaten van veroordeling worden toegevoegd in het Ecris-TCN-gegevensbestand.

  9. Overeenkomstig Verordening (EU) 2019/816 en ten behoeve van de ondersteuning van de Etias-doelstelling om bij te dragen aan een hoog niveau van veiligheid door grondig te beoordelen of aanvragers een veiligheidsrisico vormen, zulks voorafgaand aan hun aankomst bij de doorlaatposten aan de buitengrenzen, teneinde te bepalen of er feitelijke aanwijzingen of redelijke vermoedens op basis van feitelijke aanwijzingen bestaan om te besluiten dat hun aanwezigheid op het grondgebied van de lidstaten een veiligheidsrisico vormt, dient Etias te kunnen verifiëren of er enige overeenstemming is tussen gegevens in Etias-aanvraagdossiers en de gegevens opgeslagen in Ecris-TCN, wat betreft welke lidstaten over informatie beschikken inzake, in Verordening (EU) 2019/816 gedefinieerde, onderdanen van derde landen die zijn veroordeeld in de afgelopen 25 jaar wegens een terroristisch misdrijf of in de afgelopen 15 jaar wegens een ander strafbaar feit zoals vermeld in de bijlage bij Verordening (EU) 2018/1240, indien dit strafbaar feit naar nationaal recht strafbaar is gesteld met een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel met een maximumduur van ten minste drie jaar.

  10. De voorwaarden, met inbegrip van de toegangsrechten, waaronder de centrale Etias-eenheid en de nationale Etias-eenheden de in andere EU-informatiesystemen opgeslagen gegevens ten behoeve van Etias mogen raadplegen, dienen te worden gewaarborgd door duidelijke en precieze voorschriften inzake de toegang van de centrale Etias-eenheid en de nationale Etias-eenheden tot de in andere EU-informatiesystemen opgeslagen gegevens, de soorten zoekopdrachten en gegevenscategorieën; de toegang dient steeds beperkt te blijven tot hetgeen strikt noodzakelijk is voor de uitoefening van hun taken. Evenzo dienen de in de Etias-aanvraagdossiers opgeslagen gegevens alleen zichtbaar te zijn voor de lidstaten die de onderliggende informatiesystemen beheren, overeenkomstig de regelingen voor hun deelname.

  11. Een treffer in Ecris-TCN mag op zich niet worden uitgelegd als zou de betrokken onderdaan van een derde land zoals bepaald in Verordening (EU) 2019/816, in de genoemde lidstaten zijn veroordeeld. Het bestaan van eerdere veroordelingen mag alleen op basis van informatie die afkomstig is uit de strafregisters van de betrokken lidstaten worden bevestigd.

  12. Op grond van Verordening (EU) 2018/1240 dient het Agentschap van de Europese Unie voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht (eu-LISA), dat is opgericht bij Verordening (EU) 2018/1726 van het Europees Parlement en de Raad(9), verantwoordelijk te zijn voor de ontwerp- en ontwikkelingsfase van het Etias-informatiesysteem.

  13. Deze verordening laat Richtlijn 2004/38/EG van het Europees Parlement en de Raad(10) onverlet.

  14. Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat gehecht is aan het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze verordening; deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

  15. Overeenkomstig artikel 3 van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat gehecht is aan het VEU en het VWEU, kan Ierland de voorzitter van de Raad meedelen dat het aan de vaststelling en toepassing van deze verordening wenst deel te nemen

  16. Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 en artikel 4 bis, lid 1, van Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat gehecht is aan het VEU en het VWEU, en onverminderd artikel 4 van dat protocol, neemt Ierland niet deel aan de vaststelling van deze verordening; deze is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat.

  17. Verordening (EU) 2019/816 en Verordening (EU) 2019/818 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

  18. Daar de doelstellingen van deze verordening, namelijk Verordeningen (EU) 2019/816 en (EU) 2019/818 wijzigen teneinde het centrale Etias-systeem met andere EU-informatiesystemen en met Europol-gegevens te verbinden en de data die tussen die EU-informatiesystemen en Europol-gegevens verzonden worden nader te bepalen, niet voldoende door de lidstaten kunnen worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter door de Unie kunnen worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om deze doelstellingen te verwezenlijken.

  19. De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 41, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad(11),

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Wijzigingen van Verordening (EU) 2019/816

Verordening (EU) 2019/816 wordt als volgt gewijzigd:

  1. aan artikel 1 wordt het volgende punt toegevoegd:

    1. de voorwaarden waaronder de gegevens in Ecris-TCN door de centrale Etias-eenheid, die overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EU) 2018/1240 van het Europees Parlement en de Raad(1) is opgericht binnen het Europees Grens- en kustwachtagentschap, mogen worden gebruikt ten behoeve van de ondersteuning van de Etias-doelstelling om bij te dragen aan een hoog niveau van veiligheid door grondig te beoordelen of aanvragers een veiligheidsrisico vormen, zulks voorafgaand aan hun aankomst bij de doorlaatposten aan de buitengrenzen, teneinde te bepalen of er feitelijke aanwijzingen of redelijke vermoedens op basis van feitelijke aanwijzingen bestaan om te besluiten dat hun aanwezigheid op het grondgebied van de lidstaten een veiligheidsrisico vormt.

  2. artikel 2 wordt vervangen door:

    Deze verordening is van toepassing op het verwerken van identiteitsgegevens van in de lidstaten veroordeelde onderdanen van derde landen, teneinde te kunnen bepalen in welke lidstaten deze veroordelingen zijn uitgesproken. Met uitzondering van artikel 5, lid 1, onder b), punt ii), zijn de bepalingen van deze verordening die gelden voor onderdanen van derde landen ook van toepassing op burgers van de Unie die tevens de nationaliteit van een derde land bezitten en die in de lidstaten veroordeeld zijn.

    Deze verordening:

    1. ondersteunt de VIS-doelstelling om te beoordelen of de aanvrager van een visum, een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning een bedreiging kan vormen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 767/2008;

    2. ondersteunt de Etias-doelstelling om bij te dragen aan een hoog niveau van veiligheid, overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1240;

    3. vergemakkelijkt en draagt bij aan de correcte identificatie van personen, overeenkomstig deze verordening en Verordening (EU) 2019/818.”;

  3. in artikel 3 wordt punt 6 vervangen door:

    1. “bevoegde autoriteiten”: de centrale autoriteiten, Eurojust, Europol en het EOM, de aangewezen VIS-autoriteiten als bedoeld in artikel 9 quinquies en artikel 22 ter, lid 13, van Verordening (EG) nr. 767/2008, en de centrale Etias-eenheid, die bevoegd zijn om Ecris-TCN te raadplegen of te bevragen overeenkomstig deze verordening;”;

  4. artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

    1. lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

      1. onder punt a), iii), wordt het eerste streepje vervangen door:

        • identiteitsnummer, of soort en nummer van de identiteitsdocumenten, met inbegrip van reisdocumenten, alsmede de naam van de autoriteit van afgifte;”;

      2. punt c) wordt vervangen door:

        1. een markering om, voor de toepassing van Verordening (EG) nr. 767/2008 en Verordening (EU) 2018/1240, aan te geven dat de betrokken onderdaan van een derde land in de afgelopen 25 jaar is veroordeeld voor een terroristisch misdrijf of in de afgelopen 15 jaar is veroordeeld voor een ander strafbaar feit dat is opgenomen in de bijlage bij Verordening (EU) 2018/1240, indien het naar nationaal recht strafbaar is gesteld met een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel met een maximumduur van ten minste drie jaar, met inbegrip van de code van de lidstaat van veroordeling.”;

    2. lid 7 wordt vervangen door:

      “7.

      Markeringen en codes van lidstaten van veroordeling als bedoeld in lid 1, punt c), van dit artikel zijn uitsluitend te raadplegen en te doorzoeken door:

      1. het centrale systeem van het VIS, zoals vastgesteld in artikel 2 bis, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 767/2008, ten behoeve van verificaties uit hoofde van artikel 7 bis van deze verordening juncto artikel 9 bis, lid 4, punt e), of artikel 22 ter, lid 3, punt e), van Verordening (EG) nr. 767/2008;

      2. het centraal Etias-systeem, zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 1, punt 25), van Verordening (EU) 2018/1240, ten behoeve van verificaties uit hoofde van artikel 7 ter van deze verordening juncto artikel 20, lid 2, punt n), van Verordening (EU) 2018/1240 wanneer de geautomatiseerde verificatie krachtens artikel 20, artikel 24, lid 6, punt c), ii), en artikel 54, lid 1, punt b), van die verordening treffers oplevert.

      Onverminderd de eerste alinea van dit lid, zijn markeringen en de code van de lidstaat van veroordeling bedoeld in lid 1, punt c), niet zichtbaar voor andere autoriteiten dan de centrale autoriteit van de lidstaat van veroordeling die het gemarkeerde gegevensbestand heeft gecreëerd.”;

  5. in artikel 7 wordt lid 7 vervangen door:

    “7.

    Bij een treffer verstrekt het centrale systeem of het CIR de bevoegde autoriteit automatisch informatie over de lidstaten die over strafregistergegevens van een onderdaan van een derde land beschikken, alsmede de in artikel 5, lid 1, bedoelde bijbehorende referentienummers en alle overeenkomstige identiteitsgegevens. Deze identiteitsgegevens worden uitsluitend gebruikt ter verificatie van de identiteit van de betrokken onderdaan van een derde land. Het resultaat van een zoekopdracht in het centrale systeem wordt uitsluitend gebruikt voor:

    1. het indienen van een verzoek op grond van artikel 6 van Kaderbesluit 2009/315/JBZ;

    2. het indienen van een verzoek als bedoeld in artikel 17, lid 3, van deze verordening;

    3. de ondersteuning van de VIS-doelstelling inzake het beoordelen of de aanvrager van een visum, een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning een bedreiging kan vormen voor de openbare orde of de binnenlandse veiligheid, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 767/2008, of

    4. de ondersteuning van de Etias-doelstelling om bij te dragen aan een hoog niveau van veiligheid, overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1240.”;

  6. het volgende artikel wordt ingevoegd:

    1.

    De centrale Etias-eenheid heeft, voor het vervullen van de taken op grond van Verordening (EU) 2018/1240, het recht op het raadplegen en het doorzoeken van Ecris-TCN-gegevens. De centrale Etias-eenheid heeft overeenkomstig artikel 11, lid 8, van die verordening echter alleen recht van toegang tot gegevensbestanden die krachtens artikel 5, lid 1, punt c), van deze verordening zijn gemarkeerd.

    De in de eerste alinea bedoelde gegevens worden uitsluitend gebruikt ten behoeve van verificatie door:

    1. de centrale Etias-eenheid krachtens artikel 22 van Verordening (EU 2018/1240, of

    2. de nationale Etias-eenheden krachtens artikel 25 bis, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1240, voor de raadpleging van nationale strafregisters; nationale strafregisters worden geraadpleegd voorafgaand aan de beoordelingen en besluiten bedoeld in artikel 26 van die verordening en, in voorkomend geval, voorafgaand aan de beoordelingen en de adviezen op grond van artikel 28 van die verordening.

    2.

    Het CIR wordt gekoppeld aan het ESP teneinde de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 24, lid 6, punt c), ii), en artikel 54, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2018/1240 mogelijk te maken.

    3.

    Onverminderd artikel 24 van Verordening (EU) 2018/1240, maken de geautomatiseerde verificaties op grond van artikel 20, artikel 24, lid 6, punt c), ii), en artikel 54, lid 1, punt b), van die verordening de daaropvolgende verificaties bepaald in de artikelen 22 en 26 van die verordening mogelijk.

    Voor het verrichten van de verificaties bedoeld in artikel 20, lid 2, punt n), van Verordening (EU) 2018/1240 maakt het centrale Etias-systeem gebruik van het ESP om de gegevens in Etias te vergelijken met de Ecris-TCN-gegevens die zijn gemarkeerd krachtens artikel 5, lid 1, punt c), van deze verordening en artikel 11, lid 8, van Verordening (EU) 2018/1240, met gebruikmaking van de gegevens die zijn opgesomd in de concordantietabel in bijlage II bij deze verordening.”;

  7. in artikel 8 wordt lid 3 vervangen door:

    “3.

    De in artikel 5, lid 1, punt c), bedoelde markeringen worden automatisch gewist wanneer de in lid 1 van dit artikel bedoelde bewaringstermijn verstrijkt, of uiterlijk 25 jaar na het aanbrengen van de markering wat betreft veroordelingen in verband met terroristische misdrijven, dan wel uiterlijk 15 jaar na het aanbrengen van de markering wat betreft veroordelingen in verband met andere strafbare feiten, naargelang wat zich het eerst voordoet.”;

  8. in artikel 24 wordt lid 1 vervangen door:

    “1.

    De in het centrale systeem en in het CIR ingevoerde gegevens worden alleen verwerkt:

    1. om vast te stellen welke lidstaten over strafregistergegevens van onderdanen van derde landen beschikken;

    2. ter ondersteuning van de VIS-doelstelling inzake het beoordelen of de aanvrager van een visum, een visum voor verblijf van langere duur of een verblijfsvergunning een bedreiging kan vormen voor de openbare orde of de interne veiligheid, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 767/2008, of

    3. ter ondersteuning van de Etias-doelstelling om bij te dragen aan een hoog niveau van veiligheid, krachtens Verordening (EU) 2018/1240.

    De in het CIR ingevoerde gegevens worden ook verwerkt overeenkomstig Verordening (EU) 2019/818 om bij te dragen aan het vergemakkelijken en bevorderen van de correcte identificatie van in Ecris-TCN geregistreerde personen overeenkomstig deze verordening.”;

  9. het volgende artikel wordt ingevoegd:

    Voor de raadplegingen bedoeld in artikel 7 ter van deze verordening wordt per Ecris-TCN-gegevensverwerkingsverrichting in het CIR en Etias een logbestand bijgehouden overeenkomstig artikel 69 van Verordening (EU) 2018/1240.”;

  10. in artikel 32, lid 3, wordt de tweede alinea vervangen door:

    “Elke maand verstrekt eu-LISA de Commissie statistieken in verband met de registratie, opslag en uitwisseling van informatie die via Ecris-TCN en de Ecris-referentie-implementatie uit strafregisters is verkregen, onder meer statistieken met betrekking tot de gegevensbestanden die als bedoeld in artikel 5, lid 1, punt c), zijn gemarkeerd. Eu-LISA zorgt ervoor dat het niet mogelijk is om personen op basis van die statistieken te identificeren. Wanneer de Commissie daarom verzoekt, verstrekt eu-LISA haar statistieken over specifieke aspecten van de tenuitvoerlegging van deze verordening.”;

  11. de volgende bijlage wordt toegevoegd:

    “”

Artikel 2 Wijzigingen van Verordening (EU) 2019/818

Verordening (EU) 2019/818 wordt als volgt gewijzigd:

  1. in artikel 18 wordt het volgende lid ingevoegd:

    “1 ter.

    Voor de toepassing van artikel 20 van Verordening (EU) 2018/1240 worden in het CIR ook, logisch gescheiden van de gegevens als bedoeld in lid 1 van dit artikel, de in artikel 5, lid 1, punt c), van Verordening (EU) 2019/816 bedoelde gegevens opgeslagen. De in artikel 5, lid 1, punt c), van Verordening (EU) 2019/816 bedoelde gegevens zijn uitsluitend te raadplegen op de in artikel 5, lid 7, van die verordening bedoelde wijze.”;

  2. in artikel 68 wordt het volgende lid ingevoegd:

    “1 ter.

    Onverminderd lid 1 van dit artikel wordt het ESP uitsluitend ten behoeve van de geautomatiseerde verwerking op grond van de artikelen 20 en 23, artikel 24, lid 6, punt c), ii), artikel 41 en artikel 54, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2018/1240 in gebruik genomen zodra aan de voorwaarden van artikel 88 van die verordening is voldaan.”.

Artikel 3 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in de lidstaten overeenkomstig de Verdragen.

Gedaan te Straatsburg, 7 juli 2021.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

D. M. Sassoli

Voor de Raad

De voorzitter

A. Logar