Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1191 wordt als volgt gewijzigd:
-
In artikel 1 worden de punten b), c) en d) vervangen door:
-
“gespecificeerde planten”: planten, met uitzondering van gespecificeerde zaden en gespecificeerde vruchten, van Solanum lycopersicum L. en hybriden daarvan en van Capsicum spp.;
-
“gespecificeerde zaden”: zaden van Solanum lycopersicum L. en hybriden daarvan en van Capsicum spp.;
-
“gespecificeerde vruchten”: vruchten van Solanum lycopersicum L. en hybriden daarvan en van Capsicum spp.”.
-
-
Artikel 4 wordt vervangen door:
1.Wanneer de aanwezigheid of vermoedelijke aanwezigheid van het gespecificeerde plaagorganisme op het grondgebied van een lidstaat officieel wordt bevestigd, zorgt de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat ervoor dat passende maatregelen worden genomen om het gespecificeerde plaagorganisme uit te roeien overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) 2016/2031.
Bovendien neemt die bevoegde autoriteit de in de leden 2 en 3 van dit artikel vastgestelde maatregelen, tenzij met betrekking tot het gespecificeerde plaagorganisme is voldaan aan de voorwaarden van artikel 18, lid 4, van Verordening (EU) 2016/2031.
2.De bevoegde autoriteit stelt onverwijld een afgebakend gebied in als volgt:
-
in geval van aanwezigheid van het gespecificeerde plaagorganisme op productielocaties met fysieke bescherming bestaat het afgebakende gebied ten minste uit de productielocatie waar het specifieke plaagorganisme is aangetroffen;
-
in geval van aanwezigheid van het gespecificeerde plaagorganisme op andere dan de onder punt a) bedoelde productielocaties, bestaat het afgebakende gebied uit:
-
een besmet gebied dat ten minste de productielocatie omvat waar de aanwezigheid van het gespecificeerde plaagorganisme is vastgesteld;
-
een bufferzone van ten minste 30 m rond het besmette gebied.
-
3.In het afgebakende gebied moet de bevoegde autoriteit of de professionele exploitant onder officieel toezicht van de bevoegde autoriteit:
-
voor productielocaties die bestemd zijn voor de productie van gespecificeerde voor opplant bestemde planten of voor de productie van gespecificeerde zaden:
-
alle besmette partijen van de gespecificeerde voor opplant bestemde planten en, in voorkomend geval, de gespecificeerde zaden van die partijen onmiddellijk verwijderen en vernietigen. De verwijdering en vernietiging worden op zodanige wijze uitgevoerd dat er geen risico op verspreiding van het gespecificeerde plaagorganisme bestaat;
-
specifieke hygiënemaatregelen toepassen op personeel, structuren, gereedschappen en machines, materialen en vervoermiddelen van of op de productielocatie, om te voorkomen dat het gespecificeerde plaagorganisme zich verspreidt naar de andere op de productielocatie aanwezige partijen, opeenvolgende teelten van de gespecificeerde planten of andere productielocaties;
-
het groeimedium ten minste aan het einde van het teeltseizoen te vernietigen of zodanig te behandelen dat er geen aanwijsbaar risico op verspreiding van het gespecificeerde plaagorganisme bestaat;
-
-
voor productielocaties die bestemd zijn voor de productie van gespecificeerde vruchten:
-
alle gespecificeerde planten van de productielocatie verwijderen en vernietigen, ten minste aan het einde van het teeltseizoen; De verwijdering wordt op zodanige wijze uitgevoerd dat er geen aanwijsbaar risico op verspreiding van het gespecificeerde plaagorganisme bestaat;
-
specifieke hygiënemaatregelen toepassen op het/de personeel, structuren, gereedschap, machines en materialen van of op de productielocatie, en de middelen die zijn gebruikt om de vruchten te verpakken en te vervoeren, om te voorkomen dat het betrokken plaagorganisme zich verspreidt naar opeenvolgende teelten van de gespecificeerde planten of naar andere productielocaties;
-
het groeimedium ten minste aan het einde van het teeltseizoen te vernietigen of zodanig te behandelen dat er geen aanwijsbaar risico op verspreiding van het gespecificeerde plaagorganisme bestaat.
-
4.De bevoegde autoriteiten kunnen een afgebakend gebied opheffen en de respectieve uitroeiingsmaatregelen beëindigen indien de locatie na bemonstering en tests van de gespecificeerde planten van een opeenvolgende teelt gedurende een periode van ten minste zes maanden na het planten van die planten vrij van het gespecificeerde plaagorganisme is bevonden.”.
-
-
In artikel 7, lid 1, eerste alinea, wordt punt b) vervangen door:
-
de gespecificeerde zaden of de moederplanten zijn door de bevoegde autoriteit bemonsterd en op het gespecificeerde plaagorganisme getest, of zijn onder officieel toezicht van de bevoegde autoriteit door professionele marktdeelnemers bemonsterd en getest, en uit die tests is gebleken dat zij vrij zijn van het gespecificeerde plaagorganisme. Wanneer moederplanten worden getest, vindt de bemonstering zo kort mogelijk vóór de eerste oogst van de vruchten plaats.
Indien wordt vermoed dat het gespecificeerde plaagorganisme aanwezig is, worden de bemonstering en tests alleen door de bevoegde autoriteit uitgevoerd overeenkomstig artikel 87, lid 3, punt c), van Verordening (EU) 2016/2031;”.
-
-
In artikel 9, lid 1, punt a), wordt punt ii) vervangen door:
-
de betrokken gespecificeerde zaden of de moederplanten van de betrokken gespecificeerde zaden zijn onderworpen aan officiële bemonstering en tests op het gespecificeerde plaagorganisme zoals omschreven in de bijlage waaruit is gebleken dat zij vrij zijn van het gespecificeerde plaagorganisme.
Wanneer moederplanten worden getest, vindt de bemonstering zo kort mogelijk vóór de eerste oogst van de vruchten plaats;”.
-
-
Artikel 10 wordt vervangen door:
De bevoegde autoriteit bemonstert en test ten minste 20 % van de zendingen gespecificeerde zaden en gespecificeerde voor opplant bestemde planten bij de grenscontrolepost van de eerste aankomst in de Unie of bij een controlepunt zoals bedoeld in Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/2123 van de Commissie(*), zoals vastgesteld in de bijlage bij onderhavige verordening.
Voor zendingen gespecificeerde zaden en gespecificeerde voor opplant bestemde planten van oorsprong uit Israël bedraagt dat bemonsterings- en testpercentage 50 % en voor zendingen gespecificeerde zaden van oorsprong uit China 100 %.
-
In artikel 12 wordt de datum “31 mei 2022” vervangen door “31 mei 2023”.
-
De bijlage wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.