Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1961 van de Commissie van 5 augustus 2021 tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EU) 2019/631 van het Europees Parlement en de Raad teneinde rekening te houden met de ontwikkeling van de massa van nieuwe personenauto’s die in 2017, 2018 en 2019 zijn geregistreerd (Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2019/631 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 tot vaststelling van CO2-emissienormen voor nieuwe personenauto’s en nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen, en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 443/2009 en (EU) nr. 510/2011⁽¹⁾, en met name artikel 14, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

1. De waarde M0 voor de jaren 2022, 2023 en 2024 als bedoeld in artikel 14, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2019/631 moet worden vastgesteld op basis van de gemiddelde massa in rijklare toestand van alle in 2017, 2018 en 2019 in de Unie geregistreerde nieuwe personenauto’s.

2. Op basis van de waarden die in de Uitvoeringsbesluiten (EU) 2019/582⁽²⁾, (EU) 2020/1035⁽³⁾ en (EU) 2021/973⁽⁴⁾ van de Commissie zijn gespecificeerd, gewogen naar het aantal nieuwe registraties in elk van die jaren, bedroeg de gemiddelde massa in rijklare toestand van de in de kalenderjaren 2017, 2018 en 2019 geregistreerde nieuwe personenauto’s 1 398,50 kg.

3. De specifieke emissiestreefcijfers voor fabrikanten van nieuwe personenauto’s moeten daarom voor de kalenderjaren 2022, 2023 en 2024 worden berekend volgens de formule in deel A, punt 4, van bijlage I bij Verordening (EU) 2019/631, waarbij de waarde 1 398,50 als M0 wordt gebruikt.

4. Verordening (EU) 2019/631 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: