Home

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2065 van de Commissie van 25 augustus 2021 tot vaststelling van een teruggooiplan voor de tarbotvisserij in de Zwarte Zee

Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/2065 van de Commissie van 25 augustus 2021 tot vaststelling van een teruggooiplan voor de tarbotvisserij in de Zwarte Zee

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijk visserijbeleid, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad(1), en met name artikel 15, lid 6,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Verordening (EU) nr. 1380/2013 heeft onder meer tot doel de teruggooi in alle visserijen van de Unie geleidelijk uit te bannen door het opleggen van een aanlandingsverplichting.

  2. Met betrekking tot de Zwarte Zee is in artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1380/2013 een aanlandingsverplichting vastgesteld voor alle vangsten van soorten waarvoor vangstbeperkingen gelden. Overeenkomstig artikel 15, lid 1, punt d), van Verordening (EU) nr. 1380/2013 is de aanlandingsverplichting uiterlijk met ingang van 1 januari 2017 van toepassing op visserijbepalende soorten. Tarbot is een van die soorten.

  3. Op 20 oktober 2016 heeft de Commissie Gedelegeerde Verordening (EU) 2017/87(2) tot vaststelling van een teruggooiplan voor de tarbotvisserij in de Zwarte Zee vastgesteld, dat voorziet in een op hoge overlevingskansen gebaseerde vrijstelling voor tarbot die met geankerde kieuwnetten wordt gevangen. Zij was van toepassing van 1 januari 2017 tot en met 31 december 2019.

  4. Bulgarije en Roemenië hebben een rechtstreeks belang bij het beheer van de visserij op tarbot in de Zwarte Zee. Op 12 februari 2021 hebben die lidstaten bij de Commissie een gezamenlijke aanbeveling ingediend met een verzoek tot verlenging van het teruggooiplan en van de op hoge overlevingskansen gebaseerde vrijstelling voor tarbot die met geankerde kieuwnetten in de Zwarte Zee wordt gevangen. Op 15 juli 2021 hebben die lidstaten een bijgewerkte gezamenlijke aanbeveling ingediend. Er zijn wetenschappelijke bijdragen van relevante wetenschappelijke instanties verkregen met betrekking tot de hoge overlevingskansen van deze soort.

  5. Het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij(3) (WTECV) heeft de bijgewerkte gezamenlijke aanbeveling die werd ingediend, beoordeeld en geconstateerd dat verbeteringen van de verstrekte informatie nodig zijn. De Commissie erkent het bestaan van wetenschappelijke studies(4) waaruit de hoge overlevingskansen blijken van tarbot die wordt gevangen door vaartuigen van niet-EU-landen die kieuwnetten in de Zwarte Zee gebruiken. Aangezien de studies betrekking hebben op hetzelfde zeebekken, dezelfde soorten en hetzelfde vistuig als de studies die zijn opgenomen in het door Bulgarije en Roemenië ingediende verzoek tot vrijstelling, is de Commissie van mening dat deze studie in aanmerking moet worden genomen voor de vrijstelling.

  6. Op basis van het wetenschappelijk bewijs en de beoordeling van het WTECV moet de op grond van artikel 15, lid 4, punt b), van Verordening (EU) nr. 1380/2013 toegestane vrijstelling op basis van overlevingskansen voor één jaar in deze verordening worden opgenomen.

  7. Uiterlijk op 1 mei 2022 moeten de betrokken lidstaten aanvullende gegevens indienen over de overlevingsramingen met betrekking tot de visserij op tarbot met kieuwnetten.

  8. Aangezien de in deze verordening vastgestelde maatregelen rechtstreeks van invloed zijn op economische activiteiten die met het visseizoen van de vaartuigen van de Unie samenhangen, en op de programmering van dat visseizoen, moet deze verordening onmiddellijk na de bekendmaking ervan in werking treden. Overeenkomstig de gezamenlijke aanbeveling en rekening houdend met het in artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 vastgestelde tijdschema moet de onderhavige verordening met ingang van 1 januari 2022 van toepassing zijn,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Uitvoering van de aanlandingsverplichting

De in artikel 15, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1380/2013 bedoelde aanlandingsverplichting geldt in de Zwarte Zee voor de visserij op tarbot (Psetta maxima) die met geankerde kieuwnetten (vistuigcode(5) GNS) wordt gevangen, overeenkomstig deze verordening.

Artikel 2 Definitie

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder “Zwarte Zee” verstaan de maritieme wateren van geografisch deelgebied 29 van de Algemene Visserijcommissie voor de Middellandse Zee (GFCM), zoals omschreven in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1343/2011 van het Europees Parlement en de Raad(6).

Artikel 3 Op hoge overlevingskansen gebaseerde vrijstelling

1.

De vrijstelling van de aanlandingsverplichting voor soorten waarvoor wetenschappelijk vaststaat dat zij hoge overlevingskansen hebben, waarin is voorzien in artikel 15, lid 4, punt b), van Verordening (EU) nr. 1380/2013, geldt in 2022 voor tarbot (Psetta maxima) die met geankerde kieuwnetten (GNS) wordt gevangen in de Zwarte Zee.

2.

Tarbot (Psetta maxima) die in de in lid 1 bedoelde omstandigheden wordt gevangen, wordt onmiddellijk vrijgelaten in het gebied waar hij is gevangen.

3.

Uiterlijk op 1 mei 2022 dienen de lidstaten met een rechtstreeks belang bij het beheer van de tarbotvisserij in de Zwarte Zee bij de Commissie aanvullende gegevens inzake overlevingsramingen met betrekking tot de kieuwnetvisserij op tarbot, en alle andere relevante wetenschappelijke informatie ter ondersteuning van de in lid 1 vastgestelde vrijstelling in. Het WTECV beoordeelt die gegevens uiterlijk op 31 juli 2022.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing van 1 januari tot en met 31 december 2022.