Home

Besluit (EU) 2022/134 van de Europese Centrale Bank van 19 januari 2022 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake de toezending van toezichtinfomatie aan autoriteiten en organen door de Europese Centrale Bank voor het vervullen van de bij Verordening (EU) nr. 1024/2013 aan haar opgedragen taken (ECB/2022/2)

Besluit (EU) 2022/134 van de Europese Centrale Bank van 19 januari 2022 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake de toezending van toezichtinfomatie aan autoriteiten en organen door de Europese Centrale Bank voor het vervullen van de bij Verordening (EU) nr. 1024/2013 aan haar opgedragen taken (ECB/2022/2)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1024/2013 van de Raad van 15 oktober 2013 waarbij aan de Europese Centrale Bank specifieke taken worden opgedragen betreffende het beleid inzake het prudentieel toezicht op kredietinstellingen(1), en met name artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Artikel 4, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie bepaalt dat de Unie en de lidstaten elkaar steunen bij de vervulling van de taken die uit de Verdragen voortvloeien en artikel 13, lid 2, van datzelfde Verdrag verplicht de instellingen van de Unie tot loyale samenwerking. Artikel 3 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 schrijft voor dat de Europese Centrale Bank (ECB) samenwerkt met andere nationale autoriteiten en organen en autoriteiten en organen van de Unie.

  2. Teneinde de ECB in staat te stellen aan artikel 3 te voldoen en de bij artikel 4 van Verordening (EU) nr. 1024/2013 aan haar opgedragen taken uit te voeren, is het noodzakelijk dat de ECB toezichtinformatie waarover zij beschikt doorgeeft aan nationale en internationale autoriteiten en autoriteiten en organen van de Unie.

  3. Uit hoofde van artikel 27, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1024/2013 kan de ECB, met het oog op de uitvoering van de haar bij die verordening opgedragen taken en binnen de grenzen en onder de voorwaarden van het toepasselijke Unierecht, informatie uitwisselen met nationale autoriteiten en organen en autoriteiten en organen van de Unie, indien de nationale bevoegde autoriteiten krachtens het toepasselijke Unierecht informatie aan die entiteiten openbaar mogen maken of wanneer de lidstaten krachtens het toepasselijke Unierecht in die openbaarmaking mogen voorzien.

  4. Er zijn ook omstandigheden waaronder de ECB toezichtinformatie toezendt aan autoriteiten en organen op grond van een verplichting uit hoofde van het Unierecht. Zo zijn krachtens artikel 80 van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad(2) de bevoegde autoriteiten verplicht de EBA op haar verzoek alle informatie te doen toekomen betrekking tot nieuw uitgegeven kapitaalinstrumenten die door de EBA relevant wordt geacht, teneinde de EBA in staat te stellen de kwaliteit te monitoren van de eigenvermogeninstrumenten die door instellingen waar ook in de Unie worden uitgegeven.

  5. De toezending van toezichtinformatie aan autoriteiten en organen veronderstelt een beoordeling van de geschiktheid van een dergelijke overdracht in het kader van de uitvoering van de taken die bij Verordening (EU) nr. 1024/2013 aan de ECB zijn opgedragen.

  6. Het is derhalve noodzakelijk gemeenschappelijke regels vast te stellen voor de toezending van toezichtinformatie waarover de ECB beschikt aan autoriteiten en organen, eventueel aangevuld met memoranda van overeenstemming of andere vormen van bilaterale of multilaterale instrumenten met betrekking tot die transmissie die door de ECB met dergelijke autoriteiten of organen zijn gesloten.

  7. De in dit besluit vastgestelde gemeenschappelijke regels mogen geen afbreuk doen aan de bepalingen van andere instrumenten die specifieke regels bevatten betreffende de toezending van bepaalde categorieën toezichtinformatie aan autoriteiten en organen. Dit is bijvoorbeeld het geval met betrekking tot memoranda van overeenstemming waarin de ECB haar beleidsvrijheid uitoefent en zich ertoe verbindt informatie te verstrekken aan specifieke ontvangende autoriteiten of organen. Bovendien mogen de in dit besluit vastgelegde gemeenschappelijke regels niet worden toegepast op de toezending van toezichtinformatie waarop verschillende rechtskaders van toepassing zijn, zoals de openbaarmaking van informatie aan strafrechtelijke opsporingsdiensten, parlementaire enquêtecommissies en overheidsaccountants. Het toepassingsgebied van dit besluit kan evenwel ook de toezending van persoonsgegevens bestrijken.

  8. Dit besluit en andere instrumenten waarin specifieke regels voor de toezending van toezichtinformatie zijn vastgelegd voorzien in beleidsvrijheid. Dientengevolge moeten zij worden vastgesteld volgens de geen-bezwaarprocedure van artikel 26, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1024/2013.

  9. De in dit besluit en in andere instrumenten betreffende bepaalde categorieën van toezending van toezichtinformatie vastgelegde regels dienen te worden toegepast door de voor de goedkeuring van de transmissie verantwoordelijke personeelsleden, zoals bepaald door de directie. Uit hoofde van artikel 11.6 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank draagt de directie verantwoordelijkheid voor de dagelijkse gang van zaken van de ECB. In dit verband bepalen artikel 10.1 en artikel 10.2 van Besluit ECB/2004/2 van de Europese Centrale Bank(3) dat alle arbeidseenheden van de ECB onder het beheer van de directie vallen. Krachtens artikel 13 quaterdecies.1 van Besluit ECB/2004/2 omvatten de bevoegdheden van de directie met betrekking tot de interne structuur en het personeel van de ECB toezichttaken.

  10. Dit besluit laat de regels inzake de toezending aan andere autoriteiten of organen van toezichtinformatie waarover de ECB beschikt, of waarover de nationale bevoegde autoriteiten in de zin van artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1024/2013 beschikken, onverlet. De toezending van toezichtinformatie waarover de ECB beschikt aan aan autoriteiten en organen die buiten het toepassingsgebied van dit besluit vallen, moet worden goedgekeurd volgens de passende besluitvormingsprocedure,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1 Onderwerp

1.

Dit besluit stelt gemeenschappelijke regels vast voor de toezending van toezichtinformatie waarover de ECB beschikt aan autoriteiten en organen in de zin van artikel 2, lid 2.

2.

Dit besluit laat de regels inzake de toezending aan andere autoriteiten en organen van toezichtinformatie waarover de ECB beschikt, of waarover de nationale bevoegde autoriteiten in de zin van artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1024/2013 beschikken, onverlet.

Artikel 2 Definities

Voor de toepassing van dit besluit gelden de volgende definities:

  1. “toezichtinformatie”: vertrouwelijke informatie waarover de ECB beschikt en waarvan de toezending aan autoriteiten en organen een beoordeling veronderstelt met betrekking tot de vraag of een dergelijke overdracht passend is in het kader van de uitvoering van de bij Verordening (EU) nr. 1024/2013 aan de ECB opgedragen taken;

  2. “autoriteiten en organen”: nationale en internationale autoriteiten en organen of autoriteiten en organen van de Unie, met uitzondering van nationale bevoegde autoriteiten als gedefinieerd in artikel 2, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1024/2013;

  3. “besluit betreffende de toewijzing van taken”: een besluit door middel waarvan de directie aan een voor de goedkeuring van de toezending verantwoordelijke functionaris de taak opdraagt de in dit besluit vastgelegde regels en/of, in voorkomend geval, in instrumenten vastgelegde specifieke regels die van toepassing zijn op bepaalde categorieën van toezending van toezichtinformatie toe te passen;

  4. “goedkeuring van de toezending”: de toestemming van een voor de goedkeuring van de toezending verantwoordelijke functionaris om toezichtinformatie toe te zenden aan autoriteiten en organen bij de toepassing van dit besluit en/of, in voorkomend geval, instrumenten waarin specifieke regels worden vastgesteld voor bepaalde categorieën van toezending van toezichtinformatie, welke toestemming wordt verstrekt krachtens een besluit betreffende de toewijzing van taken.

Artikel 3 Gemeenschappelijke regels voor de toezending van toezichtinformatie

1.

De ECB zendt toezichtinformatie aan autoriteiten en organen indien:

  1. het toepasselijke recht toezending van dergelijke toezichtinformatie aan deze autoriteiten en organen toestaat en aan de voor die toestemming gestelde voorwaarden wordt voldaan;

  2. de toezichtinformatie adequaat, relevant en niet buitensporig is in verband met de taken van deze relevante autoriteiten of organen, en

  3. er geen dwingende redenen zijn om de openbaarmaking van deze toezichtinformatie te weigeren uit noodzaak om enigerlei inbreuk op de werking en onafhankelijkheid van het gemeenschappelijk toezichtsmechanisme te voorkomen, met name door de uitvoering de taken ervan gevaar te brengen.

2.

Indien er dwingende redenen zijn om de openbaarmaking van de in lid 1, punt c), genoemde toezichtinformatie te weigeren, besluit de Raad van bestuur over de toezending van toezichtinformatie, zulks met inachtneming van de in artikel 26, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1024/2013 vastgelegde procedure.

3.

De in lid 1 vastgestelde gemeenschappelijke regels laten de in artikel 4 bedoelde specifieke regels onverlet.

Artikel 4 Instrumenten houdende specifieke regels

Dit besluit laat andere instrumenten waarin specifieke of aanvullende regels worden vastgelegd ten aanzien van bepaalde categorieën van toezending van toezichinformatie aan autoriteiten en organen onverlet.

Artikel 5 Gegevensverwerking

Artikel 6 Inwerkingtreding

BIJLAGE