Home

Besluit (EU) 2022/442 van de Raad van 21 februari 2022 tot machtiging tot het openen van onderhandelingen met IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein met het oog op de sluiting van overeenkomsten tussen de Europese Unie en die landen over aanvullende regels betreffende het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer

Besluit (EU) 2022/442 van de Raad van 21 februari 2022 tot machtiging tot het openen van onderhandelingen met IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein met het oog op de sluiting van overeenkomsten tussen de Europese Unie en die landen over aanvullende regels betreffende het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 77, lid 2, en artikel 79, lid 2, punt d), in samenhang met artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Op 7 juli 2021 werd Verordening (EU) 2021/1148 van het Europees Parlement en de Raad(1) vastgesteld, waarbij, in het kader van het Fonds voor geïntegreerd grensbeheer, voor de periode 2021-2027 het instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid werd opgericht.

  2. Verordening (EU) 2021/1148 heeft ten doel een kader te bieden voor het tonen van solidariteit door het financieren van bijstand aan de lidstaten en landen die de bepalingen van het Schengenacquis inzake de buitengrenzen toepassen. Die verordening vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan de geassocieerde landen deelnemen.

  3. Verordening (EU) 2021/1148 bouwt voort op het Schengenacquis en Denemarken heeft overeenkomstig artikel 4 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, besloten die verordening in zijn nationale recht om te zetten. Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van Protocol nr. 22 neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van dit besluit, en dit is bijgevolg niet bindend voor, noch van toepassing op Denemarken.

  4. Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad(2). Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit is niet bindend voor, noch van toepassing op Ierland.

  5. Op respectievelijk 1 september 2021, 17 december 2021, 11 augustus 2021 en 18 augustus 2021 hebben IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein kennisgegeven van hun besluit om de inhoud van het bij Verordening (EU) 2021/1148 opgerichte instrument voor financiële steun voor grensbeheer en visumbeleid te aanvaarden en in hun interne rechtsorde op te nemen.

  6. In het licht van artikel 7, lid 6, van Verordening (EU) 2021/1148 moeten er derhalve onderhandelingen worden geopend met het oog op de sluiting van internationale overeenkomsten met IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein over aanvullende regels betreffende de uitvoering van Verordening (EU) 2021/1148 door elk van die landen,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.

De Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen over overeenkomsten met IJsland, het Koninkrijk Noorwegen, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein inzake aanvullende regels betreffende de uitvoering door die landen van Verordening (EU) 2021/1148.

2.

De onderhandelingen worden gevoerd overeenkomstig de in het addendum bij dit besluit opgenomen onderhandelingenrichtsnoeren.

Artikel 2

De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met de raden Justitie en Binnenlandse Zaken, die de voorbereidende instantie zijn die wordt aangewezen als het bijzonder comité in de zin van artikel 218, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel, 21 februari 2022.

Voor de Raad

De voorzitter

J. Denormandie