Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/696 van de Commissie van 29 april 2022 waarbij een door Ierland gevraagde afwijking krachtens Richtlijn 91/676/EEG van de Raad inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen wordt toegestaan (Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 2596) (Slechts de teksten in de Engelse en de Ierse taal zijn authentiek)
Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/696 van de Commissie van 29 april 2022 waarbij een door Ierland gevraagde afwijking krachtens Richtlijn 91/676/EEG van de Raad inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen wordt toegestaan (Kennisgeving geschied onder nummer C(2022) 2596) (Slechts de teksten in de Engelse en de Ierse taal zijn authentiek)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen(1), en met name punt 2, derde alinea, van bijlage III,
Overwegende hetgeen volgt:
Bij Richtlijn 91/676/EEG zijn regels vastgesteld voor de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen.
In punt 2 van bijlage III bij Richtlijn 91/676/EEG is bepaald dat lidstaten die voornemens zijn meer dierlijke mest dan 170 kg stikstof per hectare (ha) op of in de bodem te brengen, hoeveelheden moeten vaststellen, zodanig dat geen afbreuk wordt gedaan aan het bereiken van de in artikel 1 van die richtlijn genoemde doelstellingen. Deze hoeveelheden moeten worden gemotiveerd aan de hand van objectieve criteria.
Op 22 oktober 2007 heeft de Commissie Beschikking 2007/697/EG(2) vastgesteld, waarbij een door Ierland gevraagde afwijking krachtens Richtlijn 91/676/EEG wordt toegestaan met als doel de aanwending van dierlijke mest tot een maximum van 250 kg stikstof/ha per jaar onder bepaalde voorwaarden toe te staan op landbouwbedrijven met ten minste 80 % grasland, in de context van het Ierse actieprogramma zoals door Ierland uitgevoerd door middel van de European Communities (Good Agricultural Practice for Protection of Waters) Regulations 2006(3).
Op 24 februari 2011 heeft de Commissie Besluit 2011/127/EU(4) vastgesteld tot wijziging van Beschikking 2007/697/EG en tot verlenging van de afwijking tot en met 31 december 2013, in de context van het Ierse actieprogramma zoals door Ierland uitgevoerd door middel van de European Communities (Good Agricultural Practice for Protection of Waters) Regulations 2010(5).
Op 27 februari 2014 heeft de Commissie Uitvoeringsbesluit 2014/112/EU(6) vastgesteld, waarbij een door Ierland gevraagde afwijking krachtens Richtlijn 91/676/EEG wordt toegestaan met als doel de aanwending van dierlijke mest tot een maximum van 250 kg stikstof/ha per jaar onder bepaalde voorwaarden toe te staan op landbouwbedrijven met ten minste 80 % grasland, in de context van het Ierse actieprogramma zoals door Ierland uitgevoerd door middel van de European Union (Good Agricultural Practice for Protection of Waters) Regulations 2014(7).
Op 8 februari 2018 heeft de Commissie Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/209(8) vastgesteld, waarbij een door Ierland gevraagde afwijking krachtens Richtlijn 91/676/EEG wordt toegestaan met als doel de aanwending van dierlijke mest tot een maximum van 250 kg stikstof/ha per jaar onder bepaalde voorwaarden toe te staan op landbouwbedrijven met ten minste 80 % grasland, in de context van het Ierse actieprogramma zoals door Ierland uitgevoerd door middel van de European Union (Good Agricultural Practice for Protection of Waters) Regulations 2017(9). Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/209 is op 31 december 2021 vervallen.
De bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/209 toegestane afwijking betrof in 2020 6 016 bedrijven, wat ongeveer 4,9 % van het totale aantal bedrijven met grazende dieren, 15,9 % van het totale aantal grootvee-eenheden, en 9,6 % van het totale nettolandbouwoppervlak in Ierland vertegenwoordigt.
Op 14 oktober 2021 heeft Ierland bij de Commissie een verzoek tot verlenging van de afwijking krachtens punt 2, derde alinea, van bijlage III bij Richtlijn 91/676/EEG ingediend.
Overeenkomstig de European Union (Good Agricultural Practice for Protection of Waters) Regulations 2022(10) heeft Ierland een nieuw actieprogramma vastgesteld met aanvullende en verscherpte maatregelen om aan de doelstellingen van Richtlijn 91/676/EEG te voldoen.
Overeenkomstig artikel 5, lid 2, van Richtlijn 91/676/EEG past Ierland op zijn hele grondgebied een actieprogramma toe.
Uit de gegevens die Ierland in het kader van de verslagleggingsverplichting krachtens artikel 10 van Richtlijn 91/676/EEG heeft verstrekt, blijkt dat, voor de periode 2016-2019, het water over het algemeen van goede kwaliteit is. In dit verband had 98,5 % van alle meetstations voor grondwater in Ierland gemiddelde nitraatconcentraties van minder dan 50 mg/l en had 81,5 % van die meetstations gemiddelde nitraatconcentraties van minder dan 25 mg/l. Alle meetstations voor oppervlaktewater in Ierland hadden gemiddelde nitraatconcentraties van minder dan 50 mg/l en 99,2 % van die meetstations had gemiddelde nitraatconcentraties van minder dan 25 mg/l. Bovendien rapporteerde 14 % van de meetstations voor oppervlaktewater eutrofiëring en rapporteerde 10 % een eutrofiëringsrisico. Wat de trends betreft, rapporteerde 37,5 % van de grondwatermeetstations een stijging van de nitraatconcentraties, 45,5 % stabiele trends en 17 % dalende trends. Wat het oppervlaktewater betreft, rapporteerde 11,1 % van de meetstations een stijging van de nitraatconcentraties, 86,2 % stabiele trends en 2,8 % dalende trends.
De omvang van de veestapel in Ierland is de afgelopen jaren toegenomen. Van de periode 2012-2015 tot de periode 2016-2019 zijn de aantallen runderen, varkens en schapen met respectievelijk 4,78 %, 2,81 % en 0,54 % gestegen, waarmee de stijgende trends van de vorige verslagleggingsperiode werden voortgezet. De gemiddelde stikstofbelasting door dierlijke mest bedroeg in de periode 2016-2018 117 kg stikstof/ha, tegenover 104 kg stikstof/ha in de periode 2012-2015. De gemiddelde fosforbelasting bedroeg in de periode 2016-2018 14 kg fosfor/ha, tegenover 15 kg fosfor/ha in de periode 2012-2015. De gemiddelde bemesting met chemische stikstofhoudende meststoffen steeg in de periode 2016-2019 met 13 % ten opzichte van de periode 2012-2015. De gemiddelde bemesting met chemische fosforhoudende meststoffen steeg in de periode 2016-2019 met 24 % ten opzichte van de periode 2012-2015. Het gemiddelde fosforoverschot bedroeg in de periode 2016-2018 23,1 kg fosfor/ha, tegenover 20 kg fosfor/ha in de periode 2012-2015. Het gemiddelde stikstofoverschot bedroeg in de periode 2016-2018 62,3 kg stikstof/ha, tegenover 44,8 kg stikstof/ha in de periode 2012-2015.
In Ierland wordt 92 % van de landbouwgrond als grasland gebruikt. Over het geheel gezien wordt 67 % van het oppervlak gebruikt voor extensieve landbouw met een relatief lage veebezetting en een lage mestgift; 33 % valt onder milieuprogramma’s voor de landbouw en slechts 14 % valt onder de intensieve landbouw. Akkerbouw vertegenwoordigt 6,6 % van het gebruik. Het gemiddelde gebruik van chemische meststoffen op grasland bedraagt 78,3 kg stikstof/ha en 8,6 kg fosfor/ha.
Het Ierse klimaat wordt gekenmerkt door een gelijkmatig over het jaar verdeelde regenval en betrekkelijk kleine temperatuurverschillen door het jaar heen, wat bevorderlijk is voor een lange groeiperiode voor gras, die varieert van 330 dagen per jaar in het zuidwesten tot ongeveer 250 dagen per jaar in het noordoosten(11).
Uit de door Ierland ingediende ondersteunende informatie blijkt dat de voorgestelde hoeveelheid van 250 kg stikstof/ha per jaar op bedrijven met ten minste 80 % grasland gerechtvaardigd is op basis van objectieve criteria zoals lange groeiperioden en een hoge opbrengst van gras met hoge stikstofopname.
Na bestudering van het verzoek van Ierland overeenkomstig punt 2, derde alinea, van bijlage III bij Richtlijn 91/676/EEG en in het licht van het Ierse actieprogramma in combinatie met de ervaring die is opgedaan met de afwijking waarin Beschikking 2007/697/EG en de Uitvoeringsbesluiten 2014/112/EU en (EU) 2018/209 voorzien, is de Commissie van oordeel dat de door Ierland voorgestelde hoeveelheid dierlijke mest, die overeenkomt met 250 kg stikstof/ha per jaar, de verwezenlijking van de doelstellingen van Richtlijn 91/676/EEG niet in de weg zal staan, op voorwaarde dat bepaalde strenge voorwaarden gelden voor landbouwers die onder een vergunning vallen.
In het licht van de in de overwegingen 11 tot en met 13 bedoelde gegevens moeten de in dit besluit vastgestelde voorwaarden worden aangescherpt ten opzichte van die van Uitvoeringsbesluit (EU) 2018/209. De vastgestelde voorwaarden en de monitoring- en controlesystemen moeten voldoende zijn om ervoor te zorgen dat deze afwijking in overeenstemming is met de juridisch bindende streefcijfers van de kaderrichtlijn water(12), de aangescherpte ambities van de verordening inzake de verdeling van de inspanningen(13) en de ambitieuze doelstellingen van de Europese Green Deal met betrekking tot nutriëntenverontreiniging.
Er moeten aanvullende maatregelen worden genomen met betrekking tot het op of in de bodem brengen van dierlijke mest en andere meststoffen. Deze maatregelen moeten bijdragen tot de verbetering van het nutriëntenbeheer door middel van een optimale bemesting en een beperkt gebruik van meststoffen. De in dit besluit genoemde maatregelen moeten een aanvulling vormen op de maatregelen die reeds worden toegepast in het kader van de code van goede landbouwpraktijken.
De jaarlijkse administratieve controles en inspecties ter plaatse moeten worden uitgebreid tot 10 % van de bedrijven waaraan een vergunning is verleend. De inspecties ter plaatse moeten gebaseerd zijn op een deugdelijke methodologie, met inbegrip van risicobeoordeling, aselecte controles en de resultaten van de controles in voorgaande jaren. De nationale autoriteiten moeten het door de plaatselijke autoriteiten uitgevoerde inspectieprogramma voor de landbouw evalueren en nagaan welke middelen nodig zijn om de inspecties uit te voeren. Er moeten afschrikkende sancties (ook van economische aard) worden toegepast. Klachten of meldingen van niet-naleving die worden ingediend door burgers, niet-gouvernementele organisaties of klokkenluiders moeten worden opgevolgd.
In 2023 moeten de Ierse autoriteiten een tweejaarlijkse evaluatie uitvoeren van de waterkwaliteit, met inbegrip van de nitraatconcentratie en de staat van eutrofiëring. In gebieden waar uit monitoringgegevens blijkt dat er sprake is van een verslechterende trend of van verontreiniging of een risico op verontreiniging wat betreft nitraatconcentraties of eutrofiëring, moet vanaf 2024 de maximale hoeveelheid dierlijke mest die op of in de bodem mag worden gebracht, worden verlaagd tot 220 kg stikstof/ha.
De monitoringvoorschriften met betrekking tot de nitraatconcentratie en de staat van eutrofiëring overeenkomstig Richtlijn 91/676/EEG blijven van toepassing. De tweejaarlijkse evaluatie moet gebaseerd zijn op de door deze monitoring verkregen gegevens. Er zal aanvullende monitoring en jaarlijkse verslaglegging nodig zijn op de gebieden die onder de afwijking vallen.
Richtlijn 2007/2/EG van het Europees Parlement en de Raad(14) stelt algemene regels vast voor de oprichting van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie in de Unie, ter ondersteuning van het milieubeleid van de Unie en beleidsmaatregelen of activiteiten die van invloed kunnen zijn op het milieu. Voor zover van toepassing, moet de uit hoofde van dit besluit verzamelde ruimtelijke informatie in overeenstemming zijn met de bepalingen van die richtlijn. Met het oog op minder administratieve lasten en meer coherente gegevens moet Ierland bij het verzamelen van de vereiste gegevens in het kader van dit besluit gebruikmaken van de informatie die is gegenereerd in het kader van het geïntegreerd beheers- en controlesysteem dat is opgezet uit hoofde van titel V, hoofdstuk II, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad(15).
De afwijking waarin dit besluit voorziet, doet geen afbreuk aan de verplichtingen van Ierland om Richtlijn 92/43/EEG van de Raad(16) toe te passen, met inbegrip van het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie in zaak C-293/17, Coöperatie Mobilisation for the Environment en Vereniging Leefmilieu(17), met name wat betreft de interpretatie van artikel 6, lid 3, van die richtlijn.
De in de artikelen 6 tot en met 9 van dit besluit vastgestelde voorwaarden zijn verplichte voorwaarden voor alle graslandbedrijven waaraan in het kader van de afwijking een vergunning is verleend. Deze voorwaarden worden daarom beschouwd als dwingende normen en voorschriften van het nationale recht voor deze entiteiten in de zin van de artikelen 12 en 13 van Verordening (EU) 2021/2115 van het Europees Parlement en de Raad(18).
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 9 van Richtlijn 91/676/EEG ingestelde Nitraatcomité,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1 Afwijking
De door Ierland bij brief van 14 oktober 2021 gevraagde afwijking, waarmee wordt beoogd toe te staan dat een grotere hoeveelheid stikstof uit dierlijke mest op of in de bodem wordt gebracht dan de in punt 2, tweede alinea, eerste zin, van bijlage III bij Richtlijn 91/676/EEG bepaalde hoeveelheid van 170 kg stikstof, wordt verleend onder de in de artikelen 4 tot en met 12 neergelegde voorwaarden.
Artikel 2 Definities
Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder:
“gras”: blijvend grasland of tijdelijk weiland dat gedurende minder dan vier jaar in stand wordt gehouden;
“graslandbedrijven”: landbouwbedrijven waar 80 % of meer van de landbouwgrond die voor het op- of inbrengen van mest beschikbaar is, grasland is;
“graasvee”: runderen (met uitzondering van mestkalveren), schapen, herten, geiten en paarden;
“perceel”: een afzonderlijk veld of een groep velden, die qua gewas, bodemtype en bemestingspraktijken homogeen zijn;
“bemestingsplan”: een voorafgaande berekening van het geplande gebruik en de beschikbaarheid van nutriënten;
“mestboekhouding”: de nutriëntenbalans op basis van het werkelijke gebruik en de opname van nutriënten;
“gemeenschappelijke grond”: een perceel grond dat in het bezit is van twee of meer personen, die er elk een bepaald aandeel in hebben of het gezamenlijk in bezit hebben, en dat oorspronkelijk is gekocht van de Irish Land Commission op grond van de Land Purchase ACTS, met inbegrip van grond waarop twee of meer personen weide- of turfrecht hebben.
Artikel 3 Toepassingsgebied
De krachtens artikel 1 verleende afwijking geldt voor graslandbedrijven waaraan een vergunning overeenkomstig artikel 5 (“een vergunning”) is verleend.
Artikel 4 Jaarlijkse aanvraag en verbintenis
Weideboeren die voor een afwijking in aanmerking wensen te komen, dienen elk jaar bij de bevoegde autoriteiten een aanvraag in voor een vergunning om dierlijke mest die tot 250 kg stikstof/ha bevat, op of in de bodem te brengen. De aanvraag moet een verklaring bevatten dat de weideboer zich aan alle in artikel 11 bedoelde controles zal onderwerpen.
In de in lid 1 bedoelde aanvraag moet de aanvrager er zich schriftelijk toe verbinden aan de in de artikelen 6 tot en met 9 vastgestelde voorwaarden te voldoen.