Home

Uitvoeringsverordening (EU) 2022/46 van de Commissie van 13 januari 2022 tot uitvoering van Verordening (EU) 2021/1139 van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1004 wat betreft de identificatie van energie-efficiënte technologieën en de omschrijving van de methodologische elementen voor het bepalen van de normale visserijinspanning van vissersvaartuigen

Uitvoeringsverordening (EU) 2022/46 van de Commissie van 13 januari 2022 tot uitvoering van Verordening (EU) 2021/1139 van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1004 wat betreft de identificatie van energie-efficiënte technologieën en de omschrijving van de methodologische elementen voor het bepalen van de normale visserijinspanning van vissersvaartuigen

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2021/1139 van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur en tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1004(1), en met name artikel 18, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Op grond van artikel 18, lid 1, van Verordening (EU) 2021/1139 kan uit het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur steun worden verstrekt voor de vervanging of modernisering van een hoofd- of hulpmotor van een vissersvaartuig met een lengte over alles van maximaal 24 meter.

  2. De in artikel 18 van Verordening (EU) 2021/1139 bedoelde steun draagt bij tot de verwezenlijking van de specifieke doelstelling om de energie-efficiëntie te verhogen en de CO2-uitstoot te verminderen door vervanging of modernisering van motoren van vissersvaartuigen, zoals bedoeld in artikel 14, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2021/1139.

  3. Aangezien artikel 18, lid 5, tweede alinea, punt a), van Verordening (EU) 2021/1139 verwijst naar de energie-efficiënte technologieën van de nieuwe motoren, is het noodzakelijk te bepalen welke energie-efficiënte technologieën bijdragen tot de vermindering van de CO2-uitstoot.

  4. In artikel 18, lid 5, tweede alinea, punt c), van Verordening (EU) 2021/1139 is bepaald dat de lidstaat moet meten dat de nieuwe motor bij een normale visserijinspanning van het betrokken vaartuig 20 % minder CO2 uitstoot of 20 % minder brandstof verbruikt dan de vervangen motor.

  5. Met het oog op de door de lidstaat uit te voeren meting moet worden bepaald wat wordt verstaan onder de “normale visserijinspanning van het betrokken vaartuig”, rekening houdend met de grote verscheidenheid aan vissersvaartuigen, de visserijtechnieken, de vaarafstanden en de beladingsgraad, die mettertijd variëren en die alle van invloed zijn op de CO2-uitstoot en het brandstofverbruik.

  6. Deze verordening moet met het oog op de snelle toepassing van de hierin opgenomen maatregelen in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

  7. De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor het Europees Fonds voor maritieme zaken, visserij en aquacultuur,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1 Energie-efficiënte technologieën die door nieuwe motoren worden gebruikt

Voor de toepassing van artikel 18, lid 5, tweede alinea, punt a), van Verordening (EU) 2021/1139 worden nieuwe motoren van vissersvaartuigen geacht energie-efficiënte technologieën te gebruiken als:

  1. zij worden aangedreven met:

    1. waterstof

    2. ammoniak

    3. interne verbranding

    4. brandstofcellen

    5. elektriciteit

    6. een combinatie van elektriciteit en verbranding (hybride)

    7. hybride brandstofcellen;

  2. zij een typegoedkeuring hebben gekregen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/1628 van het Europees Parlement en de Raad(2).

Artikel 2 Normale visserijinspanning van vissersvaartuigen

Voor de toepassing van artikel 18, lid 5, tweede alinea, punt c), van Verordening (EU) 2021/1139 komen de lidstaten op basis van de onderstaande elementen tot een besluit over wat moet worden verstaan onder de normale visserijinspanning van het vissersvaartuig waarvoor een steunaanvraag is ingediend:

  1. de kenmerken en het visserijpatroon van het betrokken vissersvaartuig;

  2. het gemiddelde van tien representatieve visreizen in de drie kalenderjaren voorafgaand aan de steunaanvraag, en

  3. de gebruikte visserijtechnieken en de tijd die het betrokken vissersvaartuig op zee heeft doorgebracht tijdens de representatieve visreizen.

Artikel 3 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 13 januari 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula von der Leyen