Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/467 van de Commissie van 23 maart 2022 tot vaststelling van buitengewone aanpassingssteun voor producenten in de landbouwsectoren
Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/467 van de Commissie van 23 maart 2022 tot vaststelling van buitengewone aanpassingssteun voor producenten in de landbouwsectoren
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad(1), en met name artikel 219, lid 1, in samenhang met artikel 228,
Gezien Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad(2), en met name artikel 106, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
De Russische invasie in Oekraïne op 24 februari 2022 heeft gevolgen voor de landbouwers in de Unie.
De voornaamste bezorgdheid betreffende de handel tussen Oekraïne en de Unie is de beschikbaarheid van vervoer. De Oekraïense luchthavens waren de eerste die te lijden hadden onder de Russische aanval en alle commerciële scheepvaartactiviteiten in Oekraïense havens zijn opgeschort.
De crisis zal waarschijnlijk ernstige gevolgen hebben voor de levering van graan wereldwijd, waardoor de prijzen verder zullen stijgen, bovenop de huidige exploderende prijzen voor energie en meststoffen, en dat zal een impact hebben voor de landbouwers in de Unie.
Een tweede punt van zorg is dat producten van de Unie om logistieke en financiële redenen niet meer naar Oekraïne en mogelijk evenmin naar Rusland en Belarus zouden kunnen worden uitgevoerd, waardoor in sommige sectoren handelsverstoringen kunnen ontstaan die zouden leiden tot een verstoring van het marktevenwicht op de interne markt. Dat zou vooral gevolgen hebben voor de sectoren wijn en gedistilleerde dranken, verwerkte levensmiddelen (met inbegrip van verwerkte groenten en fruit), volledige zuigelingenvoeding en voeder voor gezelschapsdieren in het geval van Rusland, voor de sector groenten en fruit in het geval van Belarus en voor de sector dierlijke producten in het geval van Oekraïne.
Bijgevolg is er een acute dreiging van marktverstoring door de aanzienlijke kostenstijgingen en handelsverstoringen en is doeltreffende en doelmatige actie nodig.
Marktinterventiemaatregelen uit hoofde van Verordening (EU) nr. 1308/2013 in de vorm van openbare interventie, steun voor particuliere opslag of uitdemarktneming kunnen dan wel bijdragen aan het herstel van een zeker marktevenwicht door producten tijdelijk of permanent uit de handel te nemen, maar zijn niet van die aard dat ze marktverstoring door kostenstijgingen kunnen tegengaan. Zolang de markt zich geleidelijk aan de nieuwe omstandigheden moet aanpassen, is steun nodig voor producenten in sectoren waar de productiekosten stijgen tot een onhoudbaar niveau en waar producten hun normale afzetmarkt niet kunnen bereiken.
Om op een doelmatige en doeltreffende manier te kunnen reageren op de dreigende marktverstoring, is het van essentieel belang dat steun beschikbaar wordt gesteld aan producenten in de landbouwsectoren in de Unie die worden getroffen door een dergelijke marktverstoring. De lidstaten moeten bepalen in welke sector of sectoren, of delen daarvan, steun zal worden verleend aan de producenten die het meest onder marktverstoringen te lijden hebben.
Daarom is het passend de lidstaten een financiële bijdrage te verlenen ter ondersteuning van producenten die activiteiten ontplooien die de voedselzekerheid bevorderen of het verstoorde marktevenwicht aanpakken, zodat zij de nodige aanpassingen kunnen doorvoeren. Het voor elke lidstaat beschikbare bedrag moet worden bepaald volgens het respectieve gewicht van elke lidstaat in de landbouwsector van de Unie op basis van de in bijlage III bij Verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad(3) vastgestelde nettomaxima voor rechtstreekse betalingen.
De lidstaten moeten maatregelen uitwerken die bijdragen aan de voedselzekerheid of het verstoorde marktevenwicht aanpakken. De landbouwers moeten in aanmerking komen voor steun in het kader van deze maatregelen op voorwaarde dat zij een of meer van de volgende activiteiten waarmee deze doelstellingen worden nagestreefd, verrichten: circulaire economie, nutriëntenbeheer, efficiënt gebruik van grondstoffen en milieu- en klimaatvriendelijke productiemethoden.
De lidstaten moeten de steun via de meest doeltreffende kanalen verdelen op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria die rekening houden met de omvang van de marktverstoring in de verschillende sectoren; tegelijk moeten zij ervoor zorgen dat de landbouwers de uiteindelijke begunstigden van de steun zijn en dat elke vorm van markt- of mededingingsverstoring wordt vermeden.
Aangezien het bedrag dat aan elke lidstaat wordt toegewezen, slechts een deel van het daadwerkelijke verlies van de producenten in de landbouwsectoren zou vergoeden, moet het de lidstaten worden toegestaan om aanvullende nationale steun aan die producenten te verlenen volgens dezelfde voorwaarden op het gebied van objectiviteit, non-discriminatie en niet-verstoring van de mededinging. Gezien de omvang van de huidige crisis mag deze aanvullende nationale steun bij wijze van uitzondering oplopen tot maximaal tweemaal de respectieve bedragen die zijn vastgesteld in de bijlage bij de onderhavige verordening.
Teneinde de lidstaten de nodige flexibiliteit te bieden om de steunverdeling op de concrete marktverstoring af te stemmen, moet hun worden toegestaan de steun te cumuleren met andere steun uit het Europees Landbouwgarantiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.
De verlening van de in deze verordening bedoelde steun moet worden beschouwd als een maatregel ter ondersteuning van de landbouwmarkten overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt a), van Verordening (EU) nr. 1306/2013, na overschrijving van middelen uit de in artikel 25 van die verordening bedoelde reserve voor crises in de landbouwsector.
Aangezien de steun van de Unie in euro wordt vastgesteld, moet met het oog op een uniforme en gelijktijdige toepassing een datum worden bepaald waarop het bedrag dat wordt toegewezen aan lidstaten die de euro niet hebben ingevoerd, wordt omgezet in de nationale munteenheid van die landen. Het ontstaansfeit voor de wisselkoers moet worden bepaald overeenkomstig artikel 106 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Gezien het in lid 2, punt b), van dat artikel opgenomen beginsel en de in lid 5, punt c), van dat artikel vastgestelde criteria moet het ontstaansfeit de datum zijn waarop de onderhavige verordening in werking treedt.
Om budgettaire redenen mag de Unie de door de lidstaten gedane uitgaven enkel financieren indien de betrokken uitgaven binnen een bepaalde termijn zijn verricht.
Met het oog op transparantie, monitoring en degelijk beheer van de hun verleende bedragen moeten de lidstaten de Commissie in kennis stellen van de vereiste concrete maatregelen, de criteria die worden gehanteerd om deze vast te stellen, de motivering voor de verdeling van de steun over de verschillende sectoren, de maatregelen ter voorkoming van verstoring van de mededinging op de betrokken markten, het verwachte resultaat van de maatregelen en de methoden om te controleren dat dit resultaat is bereikt.
De moeilijkheden om toegang te krijgen tot grondstoffen en de logistieke problemen die voortvloeien uit een abrupte onderbreking van commerciële zendingen vormen een onmiddellijke marktverstoring en bijgevolg is onmiddellijke actie noodzakelijk om de situatie doelmatig en doeltreffend aan te pakken.
Om ervoor te zorgen dat de producenten de steun zo snel mogelijk ontvangen, moeten de lidstaten deze verordening onverwijld kunnen uitvoeren. Deze verordening moet derhalve in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij moet van toepassing zijn op voorwaarde dat de overschrijving van 350 000 000 EUR uit de reserve naar de begrotingsonderdelen waaruit de noodzakelijke maatregel wordt gefinancierd, wordt verricht overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad(4); en met ingang van de dag van de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van een mededeling van de Commissie waarin zij verklaart dat de overschrijving is verricht,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Steun van de Unie voor een totaalbedrag van 500 000 000 EUR wordt ter beschikking van de lidstaten gesteld om onder de in deze verordening vastgestelde voorwaarden buitengewone aanpassingssteun te verlenen aan producenten in de in artikel 1, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 genoemde sectoren.
De lidstaten gebruiken de in de bijlage opgenomen bedragen die hun ter beschikking worden gesteld, voor de in lid 3 bedoelde maatregelen in de sectoren die worden getroffen door een marktverstoring als gevolg van hogere productiekosten of handelsbeperkingen. De maatregelen worden genomen op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria die rekening houden met de omvang van de marktverstoring in de verschillende sectoren, op voorwaarde dat de betrokken betalingen de mededinging niet verstoren.
De maatregelen van de lidstaten dragen bij tot de voedselzekerheid of tot de aanpak van een verstoord marktevenwicht en ondersteunen landbouwers die een of meer van de volgende activiteiten verrichten waarmee die doelstellingen worden nagestreefd:
circulaire economie;
nutriëntenbeheer;
efficiënt gebruik van grondstoffen;
milieu- en klimaatvriendelijke productiemethoden.
Wanneer de landbouwers niet de rechtstreekse begunstigden van de betalingen van de steun van de Unie zijn, waarborgen de lidstaten dat het economische voordeel van de steun van de Unie volledig aan de landbouwers ten goede komt.
De uitgaven van de lidstaten in verband met de betalingen voor de in lid 3 bedoelde maatregelen komen slechts voor steun van de Unie in aanmerking indien die betalingen uiterlijk op 30 september 2022 zijn verricht.
Voor de lidstaten die de euro niet hebben ingevoerd, is de datum van inwerkingtreding van de onderhavige verordening het ontstaansfeit voor de in artikel 106 van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde wisselkoers voor de omrekening van de in de bijlage bij de onderhavige verordening opgenomen bedragen.
De maatregelen in het kader van deze verordening mogen worden gecumuleerd met andere steun uit het Europees Landbouwgarantiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.
Artikel 2
De lidstaten kunnen voor krachtens artikel 1 genomen maatregelen aanvullende nationale steun verlenen ten belope van hoogstens 200 % van het bedrag dat voor elke lidstaat in de bijlage is vermeld, op basis van objectieve, niet-discriminerende criteria, mits de resulterende betalingen geen verstoring van de mededinging veroorzaken.
De lidstaten betalen de aanvullende steun uiterlijk op 30 september 2022.
Artikel 3
De lidstaten melden de volgende gegevens aan de Commissie:
onverwijld en uiterlijk op 30 juni 2022:
een beschrijving van de te nemen maatregelen;
de criteria die worden gehanteerd om de methoden voor de toekenning van de steun te bepalen en de motivering voor de verdeling van de steun over de verschillende sectoren;
het verwachte resultaat van de maatregelen op het gebied van voedselzekerheid en stabilisering van de markt;
de acties die zijn ondernomen om te controleren dat het verwachte resultaat is bereikt;
de acties die zijn ondernomen om verstoring van de mededinging te vermijden;
het niveau van de aanvullende steun die is verleend op grond van artikel 2;
uiterlijk op 15 mei 2023: de per maatregel betaalde totaalbedragen, uitgesplitst naar steun van de Unie en aanvullende nationale steun indien van toepassing, het aantal en het soort begunstigden en de beoordeling van de doeltreffendheid van de maatregel.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is van toepassing op voorwaarde dat de overschrijving van 350 000 000 EUR uit de reserve naar het begrotingsonderdeel waaruit de buitengewone maatregel wordt gefinancierd, wordt verricht overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046. Zij is van toepassing met ingang van de dag van de bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van een mededeling van de Commissie waarin zij verklaart dat de overschrijving is verricht.