Uitvoeringsverordening (EU) 2022/932 van de Commissie van 9 juni 2022 betreffende eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles wat verontreinigingen in levensmiddelen betreft, specifieke aanvullende inhoud van meerjarige nationale controleplannen en specifieke aanvullende regelingen voor de opstelling daarvan (Voor de EER relevante tekst)
Uitvoeringsverordening (EU) 2022/932 van de Commissie van 9 juni 2022 betreffende eenvormige praktische regelingen voor de uitvoering van officiële controles wat verontreinigingen in levensmiddelen betreft, specifieke aanvullende inhoud van meerjarige nationale controleplannen en specifieke aanvullende regelingen voor de opstelling daarvan (Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles)(1), en met name artikel 19, lid 3, punt a) en punt b),
Overwegende hetgeen volgt:
Verordening (EU) 2017/625 bevat regels voor de uitvoering van officiële controles en andere officiële activiteiten door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten om de naleving van de Uniewetgeving op het gebied van levensmiddelen en voedselveiligheid te controleren. In artikel 109 van die verordening is bepaald dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat de officiële controles door de bevoegde autoriteiten worden verricht op basis van een meerjarig nationaal controleplan (MNCP). Verordening (EU) 2017/625 bevat daarnaast specifieke voorschriften betreffende de algemene inhoud van het MNCP, verplicht de lidstaten om in hun MNCP in officiële controles op contaminanten in levensmiddelen te voorzien en verleent de Commissie in dit verband de bevoegdheid om specifieke aanvullende inhoud van het MNCP en specifieke aanvullende regelingen voor de opstelling ervan vast te stellen, alsmede een eenvormige minimale frequentie van officiële controles, rekening houdend met de gevaren en risico’s in verband met de stoffen als bedoeld in artikel 19, lid 1, van die verordening.
Bij Verordening (EU) 2017/625 is Richtlijn 96/23/EG van de Raad(2) ingetrokken, die voorzag in controlemaatregelen ten aanzien van bepaalde stoffen, waaronder verontreinigingen, in levende dieren en producten van dierlijke oorsprong en die specifieke voorschriften bevatte voor de plannen van de lidstaten voor het toezicht op de opsporing van binnen het toepassingsgebied van die richtlijn vallende residuen of stoffen. Verordening (EU) 2017/625 omvat echter niet alle maatregelen van die richtlijn of van de door de Commissie op basis daarvan vastgestelde handelingen. Met het oog op een soepele overgang is derhalve bij Verordening (EU) 2017/625 bepaald dat bevoegde autoriteiten de officiële controles overeenkomstig de bijlagen bij Richtlijn 96/23/EG tot en met 14 december 2022 of tot de datum van toepassing van de door de Commissie vast te stellen overeenkomstige voorschriften moesten blijven uitvoeren. Deze verordening en Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/931 van de Commissie(3) zijn daarom gericht op het waarborgen van de continuïteit van de regels van Richtlijn 96/23/EG betreffende de inhoud van het MNCP en de opstelling daarvan alsook de minimale frequentie van officiële controles wat verontreinigingen in levensmiddelen betreft, binnen het kader van Verordening (EU) 2017/625.
In het licht van de in artikel 47 van Verordening (EU) 2017/625 vastgestelde specifieke bepalingen voor officiële controles van levensmiddelen van dierlijke oorsprong die uit derde landen in de Unie worden binnengebracht, moeten de lidstaten worden verplicht om twee verschillende plannen voor de controle op contaminanten in levensmiddelen in hun MNCP’s op te nemen, één voor dergelijke levensmiddelen van dierlijke oorsprong die de Unie worden binnengebracht en één voor alle andere levensmiddelen die in de Unie in de handel worden gebracht.
Het plan voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong die in de Unie worden binnengebracht, moet de officiële controles omvatten van al dit soort levensmiddelen die bestemd zijn om in de Unie in de handel te worden gebracht, maar ook officiële controles van visserijproducten die moeten worden uitgevoerd op vaartuigen wanneer deze een haven in een lidstaat aandoen, overeenkomstig artikel 68 van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/627 van de Commissie(4), aangezien die vaartuigen, ongeacht welke vlag zij voeren, als vergelijkbaar met grenscontrolepunten moeten worden beschouwd.
Het plan voor levensmiddelen die in de Unie in de handel worden gebracht, moet betrekking hebben op alle andere levensmiddelen, namelijk de binnenlandse voedselproductie van elke lidstaat, levensmiddelen die uit andere lidstaten worden binnengebracht en levensmiddelen van niet-dierlijke oorsprong die in de Unie worden binnengebracht. Het moet ook betrekking hebben op samengestelde producten in de zin van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/625 van de Commissie(5), zelfs als die producten de Unie worden binnengebracht vanuit derde landen, aangezien sommige van die producten niet hoeven te worden gecontroleerd aan grenscontrolepunten overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625.
Naast de voorschriften voor de combinaties van contaminanten of groepen contaminanten en groepen producten voor de door de lidstaten te nemen monsters en de te gebruiken bemonsteringsstrategie, met inbegrip van de criteria die zij moeten hanteren voor het bepalen van de inhoud van hun plannen en de uitvoering van de daarmee verband houdende officiële controles zoals die zijn vastgesteld bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/931, moeten in deze verordening voor elk van de plannen minimale controlefrequenties worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat in de hele Unie op alle producten ten minste tot op zekere hoogte controles worden uitgevoerd. In het belang van de evenredigheid moeten deze minimale frequenties van de controles per jaar, afhankelijk van de producten, op basis van de productiegegevens van de lidstaten en de bevolkingsomvang van de lidstaten worden vastgesteld, maar met een redelijk minimumaantal en aan de hand van het aantal ingevoerde zendingen. Om dezelfde reden, en met name om buitensporige lasten en kosten te voorkomen, is het passend de lidstaten toe te staan om op bepaalde combinaties van contaminanten en producten geen officiële controles uit te voeren, mits de MNCP’s deze keuze rechtvaardigen. Wat, met name, ingevoerde zendingen betreft, mogen levensmiddelen die worden ingevoerd uit derde landen die in de lijst in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2129 van de Commissie(6) zijn opgenomen, en waarmee de Unie overeenkomsten inzake gelijkwaardigheid met betrekking tot materiële controles heeft gesloten, niet op het aantal ingevoerde zendingen in mindering worden gebracht, aangezien de lidstaten hun controles met een frequentie zoals die in die overeenkomsten is bepaald, moeten uitvoeren.
Om te zorgen voor een uitgebreide inhoud van de MNCP’s wat de aanwezigheid van contaminanten in levensmiddelen betreft, moet worden bepaald welke informatie de lidstaten in hun MNCP’s moeten opnemen over de keuzes die zij in hun plannen hebben gemaakt.
Om te zorgen voor een uniforme uitvoering van deze verordening moeten de lidstaten worden verplicht om hun controleplannen jaarlijks bij de Commissie ter evaluatie in te dienen en in een procedure voor die evaluatie te voorzien.
De gegevens die de lidstaten in het kader van officiële controles op de aanwezigheid van contaminanten in levensmiddelen verzamelen, moeten ook aan de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) worden toegezonden overeenkomstig artikel 33 van Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad(7). Om de monitoring van recente gegevens mogelijk te maken, moeten alle lidstaten regelmatig en voor dezelfde datum gegevens indienen.
Artikel 150, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 voorziet in een overgangsperiode waarin de lidstaten tot en met 14 december 2022 officiële controles overeenkomstig Richtlijn 96/23/EG moeten verrichten. In artikel 19, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 is bepaald dat officiële controles om de naleving van de regels inzake levensmiddelen en voedselveiligheid alsook diervoeders en de veiligheid van diervoeders te verifiëren, officiële controles moeten omvatten op relevante stoffen, met inbegrip van stoffen die worden gebruikt in materialen die met levensmiddelen in contact komen, contaminanten, niet-toegelaten, verboden en onwenselijke stoffen waarvan het gebruik bij of aanwezigheid op gewassen of dieren of tijdens de productie of verwerking van levensmiddelen of diervoeders tot gevolg kan hebben dat residuen van die stoffen in levensmiddelen of diervoeders terechtkomen. Aangezien de laatste door de lidstaten uit hoofde van Richtlijn 96/23/EG vastgestelde monitoringplannen voor het jaar 2022 gelden, en dus ook na 14 december 2022 van toepassing zijn, moet deze verordening van toepassing zijn met ingang van 1 januari 2023.
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
HOOFDSTUK I ONDERWERP, TOEPASSINGSGEBIED EN DEFINITIES
Artikel 1 Onderwerp en toepassingsgebied
Bij deze verordening worden uniforme praktische regelingen vastgesteld voor de uitvoering van officiële controles op de aanwezigheid van contaminanten in levensmiddelen, met betrekking tot:
de eenvormige minimale frequentie van deze officiële controles per jaar, en
specifieke regelingen en specifieke inhoud voor de MNCP’s van de lidstaten, in aanvulling op hetgeen is vastgesteld in artikel 110 van Verordening (EU) 2017/625.
Artikel 2 Definities
Voor de toepassing van deze verordening gelden de definities van Verordening (EEG) nr. 315/93 van de Raad(8), Verordening (EG) nr. 178/2002, Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad(9), Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad(10), Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad(11), Aanbeveling 2013/165/EU van de Commissie(12), Verordening (EU) 2017/644 van de Commissie(13) en Verordening (EU) 2017/2158 van de Commissie(14).