-
“vrijwillig systeem”: een organisatie die certificeert dat marktdeelnemers de criteria en voorschriften met inbegrip van, maar niet beperkt tot, de in Richtlijn (EU) 2018/2001 en Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/807 vastgestelde duurzaamheids- en broeikasgasemissiereductiecriteria naleven;
-
“erkend vrijwillig systeem”: een overeenkomstig artikel 30, lid 4, van Richtlijn (EU) 2018/2001 erkend vrijwillig systeem;
-
“erkend nationaal systeem”: een overeenkomstig artikel 30, lid 6, van Richtlijn (EU) 2018/2001 erkend nationaal systeem;
-
“certificaat”: een conformiteitsverklaring van een certificeringsorgaan in het kader van een vrijwillig systeem, waarin wordt bevestigd dat een marktdeelnemer aan de eisen van Richtlijn (EU) 2018/2001 voldoet;
-
“geschorst certificaat”: een wegens een door het certificeringsorgaan vastgestelde non-conformiteit of op vrijwillig verzoek van de marktdeelnemer tijdelijk ongeldig verklaard certificaat;
-
“ingetrokken certificaat”: een door het certificeringsorgaan of het vrijwillig systeem permanent ingetrokken certificaat;
-
“geannuleerd certificaat”: een certificering die vrijwillig is geannuleerd terwijl die nog geldig is;
-
“verlopen certificaat”: een certificaat dat niet langer geldig is;
-
“duurzaamheids- en broeikasgasemissiereductiekenmerken”: de informatie over een levering grondstoffen of brandstoffen die nodig is om aan te tonen dat die levering voldoet aan de duurzaamheids- en broeikasgasemissiereductiecriteria voor biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen of de broeikasgasemissiereductievereisten voor hernieuwbare vloeibare en gasvormige transportbrandstoffen van niet-biologische oorsprong en brandstoffen op basis van hergebruikte koolstof;
-
“menging van grondstoffen met het oog op verdere verwerking”: de fysieke menging van grondstoffen met als enig doel de productie van biobrandstoffen, vloeibare biomassa of biomassabrandstoffen;
-
“marktdeelnemer”: een producent van grondstoffen, een inzamelaar van afvalstoffen en residuen, een beheerder van installaties voor de verwerking van grondstoffen tot uiteindelijke brandstoffen of tussenproducten, een beheerder van installaties voor de productie van energie (elektriciteit, verwarming of koeling), of enige andere beheerder, onder meer van opslaginstallaties, of handelaren die fysieke grondstoffen of brandstoffen bezitten, mits zij informatie verwerken over de duurzaamheids- en broeikasgasemissiereductiekenmerken van die grondstoffen of brandstoffen;
-
“eerste verzamelpunt”: een opslag- of verwerkingsinstallatie die rechtstreeks wordt beheerd door een marktdeelnemer of een andere wederpartij bij een overeenkomst waarbij grondstoffen rechtstreeks worden betrokken van producenten van agrarische biomassa, bosbiomassa, afvalstoffen en residuen, of, in het geval van hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong, van de plant die dergelijke brandstoffen voortbrengt;
-
“certificeringsaudit”: een eerste audit vóór deelname aan een systeem, met als doel een certificaat in het kader van een vrijwillig systeem af te geven;
-
“certificeringsorgaan”: een onafhankelijke geaccrediteerde of erkende conformiteitsbeoordelingsinstantie die een overeenkomst sluit met een vrijwillig systeem om certificeringsdiensten voor grondstoffen of brandstoffen te verlenen door namens de vrijwillige systemen audits van marktdeelnemers uit te voeren en certificaten af te geven door middel van het certificeringssysteem van het vrijwillige systeem;
-
“non-conformiteit”: de niet-naleving door een marktdeelnemer of certificeringsorgaan van de voorschriften en procedures die zijn vastgesteld door het vrijwillige systeem waarvan zij lid zijn of op grond waarvan zij werken;
-
“toezichtsaudit”: een opvolgingsaudit van certificaten die door een certificeringsorgaan in het kader van een vrijwillig systeem zijn afgegeven na certificering en vóór een hercertificeringsaudit, die ieder kwartaal, halfjaarlijks of jaarlijks kan worden uitgevoerd;
-
“hercertificeringsaudit”: een audit met als doel een door een certificeringsorgaan in het kader van een vrijwillig systeem afgegeven certificaat te hernieuwen;
-
“gekoppelde infrastructuur”: een systeem van infrastructuurvoorzieningen, waaronder pijpleidingen, LNG-terminals en opslaginstallaties, dat gassen transporteert die voornamelijk bestaan uit methaan, met inbegrip van biogas en gas uit biomassa, in het bijzonder biomethaan, of andere soorten gas die technisch gezien veilig kunnen worden geïnjecteerd in en getransporteerd via het systeem van pijpleidingen voor aardgas, waterstofsystemen, en pijpleidingnetten en transmissie- of distributie-infrastructuur voor vloeibare brandstoffen;
-
“waterstofsysteem”: een systeem van infrastructuurvoorzieningen, waaronder waterstofnetten, waterstofopslaginstallaties en waterstofterminals, dat waterstof met een hoge zuiverheidsgraad bevat;
-
“rechtsvoorganger”: een marktdeelnemer die wettelijk is vervangen door een nieuwe, waarbij evenwel geen of slechts kleine wijzigingen zijn aangebracht ten aanzien van de eigendom, de samenstelling van het management, de werkmethoden of de reikwijdte van de activiteit;
-
“productgroep”: grondstoffen, biobrandstoffen, vloeibare biomassa, niet-gasvormige biomassabrandstoffen met vergelijkbare fysische en chemische kenmerken en vergelijkbare calorische onderwaarden, of gasvormige biomassabrandstoffen en LNG met vergelijkbare chemische kenmerken die alle onderworpen zijn aan dezelfde voorschriften van de artikelen 7, 26 en 27 van Richtlijn (EU) 2018/2001 om de bijdrage van biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen aan de streefcijfers voor hernieuwbare energie te bepalen;
-
“locatie”: een geografische locatie, logistieke installaties, transmissie- of distributie-infrastructuur met precieze grenzen waarbinnen producten kunnen worden gemengd;
-
“bewijs van duurzaamheid”: een verklaring van een marktdeelnemer, opgesteld op basis van een door een certificeringsorgaan in het kader van een vrijwillig systeem afgegeven certificaat, waarin wordt bevestigd dat een specifieke hoeveelheid grondstoffen of brandstoffen voldoet aan de duurzaamheids- en broeikasgasemissiereductiecriteria van artikel 25, lid 2, en artikel 29 van Richtlijn (EU) 2018/2001;
-
“grondstof”: stof die nog niet tot brandstoffen, met inbegrip van tussenproducten, is verwerkt;
-
“brandstoffen”: brandstoffen die gereed zijn voor levering voor verbruik, met inbegrip van biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen, hernieuwbare vloeibare en gasvormige transportbrandstoffen van niet-biologische oorsprong en brandstoffen op basis van hergebruikte koolstof;
-
“toets inzake financiële aantrekkelijkheid”: de berekening van de netto contante waarde (NCW) van een investering, op basis van additionaliteitsmaatregelen in het kader van de certificering van biomassa met een laag ILUC-risico;
-
“toets inzake niet-financiële belemmeringen”: een beoordeling van de andere belemmeringen die een marktdeelnemer naar verwachting kunnen beletten additionaliteitsmaatregelen uit te voeren in het kader van de certificering van biomassa met een laag ILUC-risico;
-
“Uniedatabank”: de databank in de zin van artikel 28, lid 2, van Richtlijn (EU) 2018/2001;
-
“grasland”: grasland in de zin van artikel 1, punt 1, van Verordening (EU) nr. 1307/2014 van de Commissie(3).