Home

Verordening (EU) 2022/2038 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 95/93 wat betreft de tijdelijke ontheffing van de regels voor slotgebruik op luchthavens van de Unie wegens een epidemiologische situatie of militaire agressie (Voor de EER relevante tekst)

Verordening (EU) 2022/2038 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 95/93 wat betreft de tijdelijke ontheffing van de regels voor slotgebruik op luchthavens van de Unie wegens een epidemiologische situatie of militaire agressie (Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 100, lid 2,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité(1),

Na raadpleging van het Comité van de Regio’s,

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure(2),

Overwegende hetgeen volgt:

  1. Verordening (EEG) nr. 95/93 van de Raad(3) is sinds het begin van de COVID-19-crisis verscheidene malen gewijzigd, aangezien de verplichting van die verordening om minstens 80 % van een reeks slots te gebruiken om het recht op dezelfde reeks slots in de volgende overeenkomstige dienstregelingsperiode te behouden, voor luchtvaartmaatschappijen onhoudbaar is geworden in het licht van het sterk gedaalde niveau van het luchtverkeer.

  2. Cijfers gepubliceerd door Eurocontrol, de netwerkbeheerder voor de luchtverkeersnetwerkfuncties van het gemeenschappelijk Europees luchtruim, wijzen erop dat het luchtverkeer zich sinds het begin van de zomerdienstregelingsperiode 2022 sterk heeft hersteld, en volgens de basisprognose, aan het begin van de winterdienstregelingsperiode 2022/2023 ongeveer 90 % van het niveau van 2019 zal bereiken. Die cijfers rechtvaardigen dat wordt teruggekeerd naar het voorschrift van 80 % slotgebruik als algemene regel voor de zomerdienstregelingsperiode 2023, aangevuld met een specifieke slotgebruikverlichting in gevallen van gerechtvaardigd niet-gebruik van slots.

  3. Desalniettemin blijft de situatie in de luchtvaartsector zeer onzeker vanwege de COVID-19-crisis. Zoals eind 2021 is gebleken, kunnen nieuwe COVID-19-varianten ontstaan die plotselinge reacties van zowel nationale autoriteiten als consumenten veroorzaken, die op hun beurt het luchtverkeer negatief kunnen beïnvloeden. Voorts worden bepaalde langeafstandsmarkten nog steeds getroffen door sanitaire maatregelen die het verkeer ernstig belemmeren.

  4. De aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne heeft ook gevolgen voor het luchtverkeer en het vermogen van luchtvaartmaatschappijen om gebruik te maken van hun slots, aangezien luchtvaartmaatschappijen uit de Unie geen toegang hebben tot het luchtruim van Belarus, Rusland en Oekraïne.

  5. Door de overheid om sanitaire redenen opgelegde reisbeperkingen en de onmogelijkheid om het luchtruim, dat nu een oorlogsgebied is geworden, te betreden, vallen buiten de macht van luchtvaartmaatschappijen. Deze omstandigheden kunnen leiden tot de vrijwillige of verplichte annulering van hun luchtdiensten of tot aanpassing van dienstregelingen. Met name vrijwillige annuleringen beschermen de financiële gezondheid van luchtvaartmaatschappijen en vermijden tegelijkertijd de negatieve gevolgen voor het milieu van vluchten die enkel worden uitgevoerd om hun luchthavenslots te behouden.

  6. In die omstandigheden mogen luchtvaartmaatschappijen die hun slots niet gebruiken overeenkomstig het in Verordening (EEG) nr. 95/93 vastgestelde gebruikspercentage, de voorrang die ze anders zouden genieten met betrekking tot de reeks slots die is vastgelegd in artikel 8, lid 2, en artikel 10, lid 2, van die verordening, niet automatisch verliezen. Deze verordening moet daartoe specifieke regels vaststellen.

  7. Tegelijkertijd is het belangrijk te herinneren aan de doelstellingen van Verordening (EEG) nr. 95/93, die namelijk dienen ter waarborging van een efficiënt gebruik van de luchthavencapaciteit en van eerlijke toegang voor alle luchtvaartmaatschappijen tot beperkte luchthavencapaciteit waardoor de concurrentie wordt bevorderd. Het aanpassen van de normale eisen voor het slotgebruik door het gebruikspercentage te verlagen of de uitzonderingen wegens gerechtvaardigd niet-gebruik uit te breiden, moet strikt beperkt zijn tot situaties waarin slotontheffing noodzakelijk is en mag niet leiden tot oneerlijke concurrentievoordelen voor luchtvaartmaatschappijen met historische slots.

  8. Het is met name nodig ervoor te zorgen dat luchtvaartmaatschappijen die bereid zijn diensten te verlenen, gebruik mogen maken van onbenutte capaciteit en dat zij het vooruitzicht hebben op het behoud van dergelijke slots op lange termijn. Hierdoor worden de stimulansen voor luchtvaartmaatschappijen om gebruik te maken van luchthavencapaciteit, behouden, wat op zijn beurt de connectiviteit van de consumenten ten goede zal komen.

  9. Het is dan ook noodzakelijk om, overeenkomstig die beginselen en gedurende een beperkte periode, vast te stellen onder welke voorwaarden luchtvaartmaatschappijen recht blijven hebben op reeksen slots uit hoofde van artikel 8, lid 2, en artikel 10, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 95/93, en om verplichtingen vast te stellen voor de betrokken luchtvaartmaatschappijen om onbenutte capaciteit vrij te geven. De termijn moet lopen van 30 oktober 2022 tot en met 28 oktober 2023 overeenkomstig de herstelprognose van Eurocontrol.

  10. Tijdens die periode moet de definitie van de term “nieuwe gegadigde” ruim blijven zodat meer luchtvaartmaatschappijen als nieuwe gegadigde gelden, waardoor meer luchtvaartmaatschappijen de kans krijgen om hun activiteiten te vestigen en uit te breiden.

  11. Van 30 oktober 2022 tot en met 28 oktober 2023 moet het systeem voor de toewijzing van slots rekening blijven houden met de inspanningen van de luchtvaartmaatschappijen die vluchten hebben uitgevoerd met benutting van slots die deel uitmaken van een reeks waar een andere luchtvaartmaatschappij uit hoofde van artikel 8, lid 2, en artikel 10, lid 2, van Verordening (EEG) nr. 95/93 recht op heeft, maar die voor tijdelijke hertoewijzing ter beschikking zijn gesteld van de slotcoördinator. Luchtvaartmaatschappijen die minstens vijf slots van een reeks hebben geëxploiteerd, moeten dan ook voorrang krijgen bij de toewijzing van die reeks in de volgende overeenkomstige dienstregelingsperiode, afhankelijk van de beschikbaarheid van luchthavencapaciteit.

  12. Om de gevolgen van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne aan te pakken en het herstel van de connectiviteit tussen de Unie en Oekraïne te ondersteunen, moet de periode gedurende welke exploitanten zich op de in artikel 10, lid 4, punt a), van Verordening (EEG) nr. 95/93 vermelde reden kunnen beroepen om het niet-gebruik van een reeks slots op de routes tussen de Unie en Oekraïne te rechtvaardigen, worden verlengd.

  13. Onverminderd de verplichting voor de lidstaten om zich te houden aan het Unierecht, in het bijzonder de in de Verdragen en in Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad(4) vastgelegde regels, mogen de negatieve gevolgen van eventuele beperkingen die door overheidsinstanties van lidstaten of derde landen worden vastgesteld naar aanleiding van epidemiologische situaties, natuurrampen of politieke onrust zoals rebellieën, rellen of ernstige verstoring van de openbare orde, die het vermogen van passagiers om te reizen beperken, niet aan luchtvaartmaatschappijen worden toegeschreven en moeten die negatieve gevolgen worden verlicht wanneer die maatregelen de kans of de mogelijkheid om te reizen, of de vraag op de desbetreffende routes, aanzienlijk beïnvloeden. Verlichtingsmaatregelen moeten ervoor zorgen dat luchtvaartmaatschappijen niet worden gestraft voor het niet-gebruiken van slots wanneer dat het gevolg is van dergelijke beperkingen.

  14. Om het risico op concurrentieverstoringen te beperken en een efficiënt gebruik van de luchthavencapaciteit te waarborgen, moet de specifieke ontheffing van de gevolgen van die beperkingen van beperkte duur en reikwijdte zijn, zodat het effect van die verlichtingsmaatregelen beperkt blijft tot de periode waarin ze gerechtvaardigd waren. Slots waarvoor maatregelen die de gevolgen van beperkingen verlichten, moeten worden geacht te zijn geëxploiteerd voor de toepassing van Verordening (EEG) nr. 95/93.

  15. Het is nodig om te verduidelijken dat de ontheffingen die het niet-gebruiken van slots rechtvaardigen, niet van toepassing zijn op luchtvaartmaatschappijen waaraan beperkende maatregelen zijn opgelegd op grond van artikel 29 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) of artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), noch op de in bijlage A of B bij Verordening (EG) nr. 474/2006(5) van de Commissie opgenomen luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie. Om de doeltreffende toepassing van die maatregelen te waarborgen, mogen ook de luchtvaartmaatschappijen die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening al onderworpen zijn aan dergelijke beperkende maatregelen, geen beroep doen op de bepalingen die het niet-gebruiken van slots rechtvaardigen.

  16. De samenwerking tussen de coördinatoren moet worden versterkt om een eenvormige uitvoering van Verordening (EEG) nr. 95/93 in de hele Unie te waarborgen.

  17. De coördinatoren moeten beste praktijken uitwisselen met betrekking tot de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 95/93, onder meer via de Europese vereniging van luchthavencoördinatoren (European Airport Coordinators Association — EUACA). De EUACA wordt aangemoedigd richtsnoeren te blijven verstrekken om te zorgen voor een geharmoniseerde uitvoering van Unieregels, met name wat betreft de bepaling ter verlichting van de beperkingen. Of de verlichting al dan niet wordt toegepast, is bovendien belangrijke informatie voor luchtvaartmaatschappijen bij het plannen van hun dienstregelingen. Daarom is het nodig te waarborgen dat de communicatie van de coördinatoren transparant is.

  18. Hoewel de maatregelen die de beperkingen verlichten strikt moeten worden uitgelegd aangezien zij een uitzondering van de normale slotgebruiksvereisten vormen, moet het in bepaalde gevallen mogelijk zijn voor te schrijven dat alle coördinatoren gezamenlijk optreden om een gelijk speelveld in de hele Unie te waarborgen. Onder bepaalde voorwaarden en op basis van een unaniem besluit moeten de coördinatoren die bepaling kunnen toepassen op alle slots op gecoördineerde luchthavens.

  19. De robuustheid van de verkeersprognoses voor de winterdienstregelingsperiode 2022/2023 ondervindt negatieve gevolgen van de onzekerheid over de ontwikkeling van verschillende crises, met name de situatie in Oekraïne en de COVID-19-crisis. Luchtvaartmaatschappijen moeten bijgevolg, voor zover nodig, worden vrijgesteld van het vereiste slots te moeten exploiteren om in de volgende overeenkomstige dienstregelingsperiode het recht op dezelfde slots te kunnen behouden. Dit zou luchtvaartmaatschappijen in staat stellen de dienstverlening uit te breiden wanneer de omstandigheden dit toelaten, zodat vanaf de zomerdienstregelingsperiode 2023 de reguliere regels voor de exploitatie van slots kunnen worden toegepast, onder voorbehoud van de aanpassingen die de Commissie in specifieke omstandigheden aanbrengt om te reageren op bepaalde uitdagingen voor de luchtvaartsector.

  20. Teneinde de evoluerende gevolgen van de COVID-19-crisis of andere epidemiologische situaties aan te pakken en de rechtstreekse verwoestende gevolgen van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne voor het luchtverkeer het hoofd te bieden, alsook om de connectiviteit naar en vanuit Oekraïne te ondersteunen, en, indien strikt noodzakelijk en gerechtvaardigd, flexibel te reageren op de uitdagingen waarmee de luchtvaartsector als gevolg daarvan wordt geconfronteerd, moet aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen om overeenkomstig artikel 290 VWEU handelingen vast te stellen om binnen een bepaalde marge en voor elke dienstregelingsperiode in het tijdvak 30 oktober 2022 tot en met 28 oktober 2023, het minimumgebruikspercentage te wijzigen in lijn met het door Eurocontrol voorspelde herstel, voor de routes tussen de Unie en Oekraïne en elke dienstregelingsperiode tussen 30 oktober 2022 tot en met 28 oktober 2023. Het is van bijzonder belang dat de Commissie bij haar voorbereidende werkzaamheden tot passende raadplegingen overgaat, onder meer op deskundigenniveau, en dat die raadplegingen gebeuren in overeenstemming met de beginselen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel Akkoord van 13 april 2016 over beter wetgeven(6). Met name om te zorgen voor gelijke deelname aan de voorbereiding van gedelegeerde handelingen ontvangen het Europees Parlement en de Raad alle documenten op hetzelfde tijdstip als de deskundigen van de lidstaten, en hebben hun deskundigen systematisch toegang tot de vergaderingen van de deskundigengroepen van de Commissie die zich bezighouden met de voorbereiding van de gedelegeerde handelingen.

  21. Luchthavens, dienstverleners op luchthavens en luchtvaartmaatschappijen moeten informatie hebben over de beschikbare capaciteit om een goede planning te kunnen opstellen. Luchtvaartmaatschappijen moeten de slots die zij niet voornemens zijn te gebruiken zo snel mogelijk, en uiterlijk drie weken vóór de geplande exploitatiedatum, ter beschikking van de coördinator stellen met het oog op eventuele hertoewijzing aan andere luchtvaartmaatschappijen. Indien luchtvaartmaatschappijen herhaaldelijk niet aan die eis voldoen, mogen zij niet profiteren van een verlaagde slotexploitatiegraad.

  22. Als een coördinator ervan overtuigd is dat een luchtvaartmaatschappij haar activiteiten op een luchthaven heeft stopgezet, moet hij de slots van die luchtvaartmaatschappij intrekken en in de pool opnemen, zodat ze kunnen worden toegewezen aan andere luchtvaartmaatschappijen.

  23. Het verbod voor luchtvaartmaatschappijen om naar het luchtruim van de Unie te vliegen op grond van beperkende maatregelen die zijn vastgesteld op grond van artikel 29 VEU of artikel 215 VWEU of van een exploitatieverbod op grond van Verordening (EG) nr. 474/2006, kan leiden tot ongerechtvaardigde blokkering van slots op luchthavens in de Unie. Slots die eerder door dergelijke luchtvaartmaatschappijen werden gebruikt, kunnen tijdens de dienstregelingsperiode op ad-hocbasis opnieuw worden toegewezen, maar dit zet onvoldoende aan tot efficiënt gebruik van slots om luchtvaartmaatschappijen in staat te stellen op lange termijn de concurrentie en de connectiviteit te vergroten ten behoeve van consumenten. De slots van de betrokken luchtvaartmaatschappijen moeten daarom onmiddellijk worden ingetrokken.

  24. Daar de doelstelling van deze verordening, te weten het vaststellen van specifieke regels en de tijdelijke ontheffing van de algemene slotgebruiksregels om de gevolgen voor het luchtverkeer van een epidemiologische crisis en de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne te verlichten, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen van het voorgestelde optreden beter door de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze verordening niet verder dan nodig is om die doelstelling te verwezenlijken.

  25. Gezien de urgentie die voortvloeit uit de uitzonderlijke omstandigheden in verband met de COVID-19-crisis en de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne, wordt het passend geacht een uitzondering te maken op de periode van acht weken betreffende de rol van de nationale parlementen in de Unie, zoals bepaald in artikel 4 van Protocol nr. 1 gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, aan het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie.

  26. Opdat de maatregelen waarin deze verordening voorziet direct zouden kunnen worden toegepast, moet zij met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EEG) nr. 95/93 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

    1. in artikel 2, punt b bis), wordt de aanhef vervangen door:

      “gedurende de periode van 30 oktober 2022 tot en met 28 oktober 2023 wordt verstaan onder “nieuwe gegadigde”:”;

    2. in punt f) wordt punt i) vervangen door:

      ““luchtvaartmaatschappij”: een luchtvervoersonderneming die uiterlijk op 31 januari een geldige exploitatievergunning of gelijkwaardige vergunning voor de volgende zomerdienstregelingsperiode of uiterlijk op 31 augustus een geldige exploitatievergunning of gelijkwaardige vergunning voor de volgende winterdienstregelingsperiode bezit. Voor de toepassing van de artikelen 4, 8, 8 bis, 10 en 10 bis omvat de definitie van luchtvaartmaatschappij ook maatschappijen uit de zakelijke luchtvaart, indien deze een dienstregeling hanteren. Voor de toepassing van de artikelen 7 en 14 omvat de definitie van luchtvaartmaatschappij ook alle exploitanten van burgerluchtvaartuigen;”.

  2. Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

    1. in lid 2, eerste alinea, wordt de aanhef vervangen door:

      “2.

      Onverminderd de artikelen 7, 8 bis en 9, zijn artikel 10, lid 1, en artikel 14, lid 1 van dit artikel niet van toepassing indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:”;

    2. in lid 2 bis wordt de eerste alinea vervangen door:

      “2 bis.

      Tijdens de periode van 30 oktober 2022 tot en met 28 oktober 2023, en onder voorbehoud van beschikbare capaciteit op de luchthaven, wordt een reeks slots die overeenkomstig lid 1 van dit artikel na afloop van de dienstregelingsperiode (de “referentiedienstregelingsperiode”) aan de pool was teruggegeven, op verzoek voor de volgende overeenkomstige dienstregelingsperiode toegewezen aan een luchtvaartmaatschappij die minstens vijf slots van die reeks heeft geëxploiteerd, na toepassing van artikel 10 bis, lid 7, tijdens de referentiedienstregelingsperiode.”;

    3. lid 6 bis wordt vervangen door:

      “6 bis.

      Tijdens de periode waarin COVID-19-coördinatieparameters van toepassing zijn en om de goede toepassing van dergelijke coördinatieparameters mogelijk te maken, kan de coördinator, na de betrokken luchtvaartmaatschappij te hebben gehoord, het tijdschema wijzigen van de gevraagde of toegewezen slots die binnen de periode van 30 oktober 2022 tot en met 28 oktober 2023 vallen, of deze annuleren. In deze context houdt de coördinator rekening met de in lid 5 bedoelde aanvullende regels en richtsnoeren, onder de daarin vastgestelde voorwaarden.”.

  3. Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

    1. lid 2 bis wordt geschrapt;

    2. lid 4 wordt als volgt gewijzigd:

      1. de eerste alinea wordt als volgt gewijzigd:

        • punt d) wordt vervangen door:

          1. juridische procedures over de toepassing van artikel 9 van deze verordening op routes waaraan openbaredienstverplichtingen zijn opgelegd overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EEG) nr. 2408/92, hetgeen heeft geleid tot de tijdelijke schorsing van de exploitatie van die routes.”;

        • punt e) wordt geschrapt;

      2. de tweede, de derde, de vierde en de vijfde alinea worden geschrapt;

      3. de volgende alinea wordt toegevoegd:

        “Wanneer de gevolgen van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne en de vernietiging van kritieke infrastructuur van invloed zijn op het vermogen om luchtdiensten te verlenen en op de vraag naar luchtdiensten, passen de coördinatoren de eerste alinea, punt a), toe op de routes tussen de Unie en Oekraïne voor de duur van de sluiting van het luchtruim of luchthavens, indien dat later valt, en een aanvullende periode van 16 weken. De coördinator stelt de Commissie in kennis van de begindatum en einddatum van de periode van 16 weken.”;

    3. de volgende leden worden ingevoegd:

      “4 bis.

      Daarnaast, kan tijdens de periode van 30 oktober 2022 tot en met 28 oktober 2023 het niet gebruiken van een slot ook worden gerechtvaardigd door de invoering, door overheidsinstanties, van beperkingen die bedoeld zijn om het hoofd te bieden aan een ernstige epidemiologische situatie, een natuurramp of politieke onrust aan één kant van een route waarvoor het betreffende slot werd geëxploiteerd of gepland was om te worden geëxploiteerd, op voorwaarde dat die beperkingen aanzienlijke gevolgen hebben voor de mogelijkheid om te reizen of voor de reisvraag en dat op de betrokken routes de beperkingen leiden tot:

      1. een gedeeltelijke of volledige sluiting van de grens, de luchthaven of het luchtruim gedurende een aanzienlijk gedeelte van de desbetreffende dienstregelingsperiode;

      2. een ernstige belemmering voor de mogelijkheid voor passagiers om tijdens een aanzienlijk deel van de desbetreffende dienstregelingsperiode met een luchtvaartmaatschappij op die rechtstreekse route te reizen, bijvoorbeeld wanneer de belemmering verband houdt met een van de volgende redenen:

        • reisbeperkingen op basis van nationaliteit of verblijfplaats, het verbod op alle niet-essentiële reizen of op vluchten van en naar bepaalde landen of geografische gebieden;

        • beperkingen van verplaatsingen, quarantaine- of isolatiemaatregelen binnen het land of gebied waar de luchthaven van bestemming is gelegen (met inbegrip van tussenliggende punten), tenzij quarantaine kan worden vermeden door een negatieve test of een door de Unie erkend bewijs van herstel of van vaccinatie;

        • beperkingen op de beschikbaarheid van diensten die essentieel zijn om de exploitatie van een luchtdienst rechtstreeks te ondersteunen, met inbegrip van de sluiting van de horeca en openbare diensten, waaronder vervoer, hetgeen leidt tot een ernstige daling van de vraag aan beide kanten van de route;

        • beperkingen van het aantal passagiers per vlucht en frequentie per luchtvaartmaatschappij, met als gevolg een ernstige daling van de vraag aan beide kanten van de route;

      3. beperkingen op de bewegingen van vliegtuigbemanningen die de exploitatie van luchtdiensten van of naar de bediende luchthavens aanzienlijk belemmeren, met inbegrip van plotselinge inreisverboden of onverwachte strandingen van de bemanning als gevolg van quarantainemaatregelen, tenzij quarantaine kan worden vermeden door een negatieve test, een bewijs van herstel of van vaccinatie dat door de Unie is erkend.

      Dit lid is van toepassing voor de periode waarin de in de eerste alinea bedoelde beperkingen van toepassing zijn en tot maximaal zes extra weken, onverminderd de derde en de vierde alinea. Als die beperkingen echter minder dan zes weken vóór het einde van een dienstregelingsperiode niet langer van toepassing zijn, is dit punt alleen van toepassing op de rest van de periode van zes weken als de slots in de volgende dienstregelingsperiode worden gebruikt voor dezelfde route.

      Dit punt is alleen van toepassing op slots die worden gebruikt voor routes waarvoor zij reeds vóór de bekendmaking van de in de eerste alinea bedoelde maatregelen werden gebruikt.

      Dit punt is niet langer van toepassing als de luchtvaartmaatschappij die de desbetreffende slots gebruikt, overschakelt op een route waarvoor de in de eerste alinea bedoelde beperkingen niet gelden.

      Wanneer een meerderheid van de lidstaten die ten minste 50 % van de bevolking van de Unie vertegenwoordigen, in de eerste alinea bedoelde beperkingen toepast die aanzienlijke gevolgen hebben voor de mogelijkheid van, of de vraag naar, reizen en die leiden tot een van de in de eerste alinea, punten a), b) en c), bedoelde situaties, kan elke coördinator, na een unaniem besluit van de coördinatoren van alle communautaire gecoördineerde luchthavens dat het niet gebruiken van slots in het algemeen gerechtvaardigd is en na de Commissie en de lidstaten daarvan in kennis te hebben gesteld, dit lid toepassen op alle slots op die luchthavens voor de duur van de geldende beperkingen en tot maximaal zes extra weken, mits die beperkingen gevolgen hebben voor een aanzienlijk aantal routes van of naar een luchthaven in de Gemeenschap, waardoor het luchtverkeer in de Unie grotendeels onlevensvatbaar wordt of een ongelijk speelveld tot stand wordt gebracht.

      4 ter.

      Wanneer het niet gebruiken van een slot gerechtvaardigd is door de in lid 4 of lid 4 bis bedoelde beperkingen, gaan de coördinatoren ervan uit dat het slot in de betrokken reeks slots werd geëxploiteerd.

      4 quater.

      Luchtvaartmaatschappijen waarvan de activiteiten worden belemmerd door beperkende maatregelen die zijn vastgesteld op grond van artikel 29 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) of artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), met inbegrip van de maatregelen die van kracht zijn op 26 oktober 2022, alsmede luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie en die zijn vermeld in bijlage A of B bij Verordening (EG) nr. 474/2006 van de Commissie(*), hebben niet het recht een rechtvaardiging in te roepen voor het niet gebruiken van slots uit hoofde van de leden 4 en 4 bis van dit artikel.

      In afwijking van de eerste alinea kunnen dergelijke luchtvaartmaatschappijen, ingeval het hen is toegestaan om luchtvaartuigen met bemanning te huren (“wet lease”) van luchtvaartmaatschappijen waarvan de activiteiten niet door beperkende maatregelen worden belemmerd en waaraan geen exploitatieverbod is opgelegd, een rechtvaardiging voor het niet gebruiken van slots uit hoofde van de leden 4 en 4 bis aanvoeren, mits de in de Unie geldende veiligheidsvoorschriften worden nageleefd.

      4 quinquies.

      De coördinatoren wisselen regelmatig beste praktijken uit voor de uitvoering van de leden 4 en 4 bis, met het oog op een coherente en consistente toepassing in de hele Unie.

      De coördinatoren maken de lijst van bestemmingen bekend waarop de leden 4 en 4 bis van toepassing zijn, en werken deze regelmatig bij.

    4. lid 5 wordt vervangen door:

      “5.

      Op verzoek van een lidstaat of op eigen initiatief onderzoekt de Commissie de toepassing van de leden 4 en 4 bis door de coördinator van een luchthaven die onder het toepassingsgebied van deze verordening valt.”.

  4. Artikel 10 bis wordt als volgt gewijzigd:

    1. de titel wordt vervangen door:

    2. de leden 1, 2 en 4 worden geschrapt;

    3. lid 3 wordt vervangen door:

      “3.

      Een luchtvaartmaatschappij die gedurende de periode van 30 oktober 2022 tot en met 25 maart 2023 en met het oog op de toepassing van artikel 8, lid 2, artikel 10, leden 2 en 4, en artikel 14, lid 6, eerste alinea, tot tevredenheid van de coördinator aantoont dat zij de haar toegewezen slotreeks, zoals door de coördinator goedgekeurd, voor minstens 75 % van de tijd heeft geëxploiteerd tijdens de dienstregelingsperiode waarvoor zij werd toegewezen, heeft voor de volgende overeenkomstige dienstregelingsperiode recht op dezelfde reeks slots.”;

    4. lid 5 wordt vervangen door:

      “5.

      Wanneer uit door Eurocontrol gepubliceerde gegevens duidelijk blijkt dat het wekelijkse luchtverkeer over een periode van twee opeenvolgende weken daalt tot minder dan 80 % van het niveau van de overeenkomstige weken in 2019, als gevolg van de COVID-19-crisis, andere epidemiologische situaties of als rechtstreeks gevolg van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne, en dat, op basis van de verkeersprognoses van Eurocontrol, de vermindering van het luchtverkeer ten opzichte van het niveau in de overeenkomstige periode in 2019 waarschijnlijk zal aanhouden, is de Commissie overeenkomstig artikel 12 bis bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen om de in lid 3 van dit artikel en in artikel 8, lid 2, artikel 10, leden 2 en 4, en artikel 14, lid 6, eerste alinea, vastgelegde percentages te wijzigen binnen een marge van 0 % tot 70 % voor elke dienstregelingsperiode in de periode tussen 30 oktober 2022 en 28 oktober 2023. Het toegepaste percentage staat in verhouding tot de luchtverkeersprognoses van Eurocontrol.

      Bij de vaststelling van de gedelegeerde handelingen houdt de Commissie rekening met alle volgende elementen:

      1. de door Eurocontrol gepubliceerde gegevens over verkeersniveaus en verkeersprognoses;

      2. de indicatoren met betrekking tot de vraag naar passagiers- en vrachtvervoer, met inbegrip van trends inzake reserveringen, geplande dienstregelingen van luchtvaartmaatschappijen, de omvang en benutting van de vloot en de bezettingsgraad;

      3. maatregelen van overheidsinstanties in verband met de COVID-19-crisis of een andere epidemiologische situatie die een aanmerkelijk effect heeft op het luchtverkeer van of naar luchthavens in de Unie, gedwongen herroutering als gevolg van de sluiting van het luchtruim of een verbod voor luchtvaartmaatschappijen uit de Unie om een luchtruim van een derde land binnen te komen, rekening houdend met het advies van het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart in zijn Conflict Zone Information Bulletin;

      4. gegevens van het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding en de Wereldgezondheidsorganisatie over COVID-19 of een ander epidemiologische situatie die gekenmerkt wordt door een zeer besmettelijke situatie die waarschijnlijk tot een ernstige daling van het luchtverkeer zal leiden.

      De Commissie zal zich met het oog op de voorbereiding van de dienstregelingen door luchtvaartmaatschappijen vóór de dienstregelingsperiode ervoor inspannen die gedelegeerde handelingen op grond van dit lid niet later dan een dag voor het begin van de dienstregelingsperiode vast te stellen teneinde luchtvaartmaatschappijen in staat te stellen hun vluchtroutes te plannen. De Commissie kan dergelijke handelingen in geval van onvoorziene omstandigheden tijdens de dienstregelingsperiode vaststellen.”;

    5. het volgende lid wordt ingevoegd:

      “5 bis.

      Indien de Commissie van oordeel is dat, als gevolg van de vernietiging van infrastructuur en de gevolgen van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne voor de levensomstandigheden, het geleidelijke herstel van het luchtverkeer tussen Oekraïne en de Unie een lager gebruikspercentage vereist voor routes die Oekraïne bedienen, is zij bevoegd overeenkomstig artikel 12 bis gedelegeerde handelingen vast om de in lid 3 van dit artikel en in artikel 8, lid 2, artikel 10, leden 2 en 4, en artikel 14, lid 6, eerste alinea, vastgelegde percentages te wijzigen binnen een marge tussen 0 % en 70 % voor slots die worden gebruikt op routes naar of vanuit Oekraïne voor elke dienstregelingsperiode van 30 oktober 2022 tot en met 28 oktober 2023.

      Bij de vaststelling van de gedelegeerde handelingen houdt de Commissie rekening met de volgende elementen:

      1. door Eurocontrol gepubliceerde gegevens over verkeersniveaus en verkeersprognoses op routes tussen de Unie en Oekraïne;

      2. indicatoren met betrekking tot de vraag naar passagiers- en vrachtvervoer door de lucht, met inbegrip van trends in reserveringen en geplande luchtvaartdienstregelingen;

      3. gedwongen herroutering als gevolg van de sluiting van het luchtruim of een verbod voor luchtvaartmaatschappijen uit de Unie om een luchtruim van een derde land binnen te komen, rekening houdend met het advies van het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van de luchtvaart in zijn Conflict Zone Information Bulletin.”;

    6. de leden 6 en 7 worden vervangen door:

      “6.

      Indien dit, wegens langer durende gevolgen van de COVID-19-crisis, andere epidemiologische situaties of rechtstreekse gevolgen van de aanvalsoorlog van Rusland tegen Oekraïne, om dwingende redenen van urgentie vereist is, is de in artikel 12 ter vastgelegde procedure van toepassing op op grond van dit artikel vastgestelde gedelegeerde handelingen.

      7.

      Tijdens een periode waarin overeenkomstig lid 3, lid 5, of lid 5 bis, slotontheffing is verleend, stellen luchtvaartmaatschappijen alle slots die zij niet voornemens zijn te gebruiken, uiterlijk drie weken voor de geplande vluchtdatum ter beschikking van de coördinator met het oog op hertoewijzing aan andere luchtvaartmaatschappijen. Onverminderd artikel 10, leden 4 en 4 bis, heeft een luchtvaartmaatschappij die de coördinator overeenkomstig dit lid niet meer dan drie slots in een reeks ter beschikking stelt, in de volgende overeenkomstige dienstregelingsperiode uitsluitend recht op de volledige slotreeks indien zij gedurende ten minste 80 % van de tijd de volledige slotreeks heeft geëxploiteerd, of indien de volledige slotreeks gedurende die tijd overeenkomstig artikel 10, lid 4 ter, geacht wordt te hebben geëxploiteerd, ongeacht of artikel 8, lid 2, en artikel 10, lid 2, zijn gewijzigd bij de in dit artikel bedoelde gedelegeerde handeling.”.

  5. In artikel 11 wordt lid 1 vervangen door:

    “1.

    Onverminderd de rechten van beroep krachtens de nationale wetgeving, worden klachten in verband met de toepassing van artikel 7, lid 2, de artikelen 8, 8 bis en 10, artikel 10 bis, lid 7, artikel 14, leden 1 tot en met 4 en lid 6, voorgelegd aan het coördinatiecomité. Het coördinatiecomité neemt de kwestie binnen één maand nadat de klacht is ingediend, in behandeling en doet zo mogelijk voorstellen aan de coördinator om het probleem op te lossen. Als het probleem niet kan worden opgelost, kan de betrokken lidstaat binnen de daaropvolgende twee maanden voorzien in bemiddeling door een representatieve organisatie van luchtvaartmaatschappijen of luchthavens of een andere derde partij.”.

  6. In artikel 12 bis wordt lid 2 vervangen door:

    “2.

    De in artikel 10 bis bedoelde bevoegdheid om gedelegeerde handelingen vast te stellen, wordt aan de Commissie verleend tot en met 28 oktober 2023.”.

  7. In artikel 14 wordt lid 6 vervangen door:

    “6.

    Onverminderd artikel 10, leden 4 en 4 bis, kan een coördinator, wanneer een luchtvaartmaatschappij er niet in slaagt het in artikel 8, lid 2, vermelde gebruikspercentage van 80 % te bereiken, besluiten de reeks slots van die luchtvaartmaatschappij voor de resterende duur van de dienstregelingsperiode in te trekken en weer in de pool op te nemen, nadat hij de betrokken luchtvaartmaatschappij heeft gehoord.

    Onverminderd artikel 10, leden 4 en 4 bis, neemt de coördinator, nadat hij de betrokken luchtvaartmaatschappij heeft gehoord, een reeks slots weer op in de pool voor de resterende duur van de dienstregelingsperiode, wanneer er geen slots van die reeks zijn gebruikt nadat 20 % van de geldigheidsduur van de reeks is verstreken.

    Als een coördinator, op basis van de informatie waarover hij beschikt, tijdens de periode van 30 oktober 2022 tot en met 28 oktober 2023 vaststelt dat een luchtvaartmaatschappij haar activiteiten op een luchthaven heeft stopgezet en niet meer in staat is de haar toegewezen slots te gebruiken, trekt de coördinator, nadat hij de betrokken luchtvaartmaatschappij heeft gehoord, de desbetreffende reeks slots van die luchtvaartmaatschappij in voor de resterende duur van de dienstregelingsperiode en neemt hij deze in de pool op.

    Wanneer een coördinator, op basis van de informatie waarover hij beschikt, tijdens de periode van 30 oktober 2022 tot en met 28 oktober 2023 vaststelt dat een luchtvaartmaatschappij die is onderworpen aan de beperkende maatregelen die zijn vastgesteld op grond van artikel 29 VEU of artikel 215 VWEU, met inbegrip van die welke van kracht zijn op 26 oktober 2022, of een luchtvaartmaatschappij waaraan een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie en die is opgenomen in bijlage A of B bij Verordening (EG) nr. 474/2006, geen slots kan exploiteren voor een aanzienlijk deel van de dienstregelingsperiode, trekt de coördinator, nadat hij de betrokken luchtvaartmaatschappij heeft gehoord, voor de resterende duur van de dienstregelingsperiode de desbetreffende slotreeksen van die luchtvaartmaatschappij in en neemt hij deze in de pool op.

    Indien een luchtvaartmaatschappij echter een exploitatieverbod is opgelegd in de Unie en opgenomen is in bijlage A of B bij Verordening (EG) nr. 474/2006, en haar is toegestaan luchtvaartuigen met bemanning te huren (“wet lease”) van luchtvaartmaatschappijen waarvan de activiteiten niet door beperkende maatregelen worden belemmerd en waaraan geen exploitatieverbod is opgelegd, is de vierde alinea van dit lid niet van toepassing op de slots van die luchtvaartmaatschappij, mits de in de Unie geldende veiligheidsvoorschriften worden nageleefd.”.

“Artikel 10 bis Toewijzing van slots in reactie op bepaalde crisissituaties;

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Straatsburg, 19 oktober 2022.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

R. Metsola

Voor de Raad

De voorzitter

M. Bek