Het standpunt dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling dat is opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Japan betreffende een economisch partnerschap, met betrekking tot de opstelling van de lijst van personen die bereid en in staat zijn om als deskundigen op te treden en de vaststelling van het reglement van orde voor het panel van deskundigen, zoals bedoeld in artikel 16.18 van die overeenkomst, is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van Comité voor handel en duurzame ontwikkeling.
Besluit (EU) 2023/142 van de Raad van 17 januari 2023 betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling dat is opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Japan betreffende een economisch partnerschap, met betrekking tot de opstelling van een lijst van personen die bereid en in staat zijn om als deskundigen op te treden en de vaststelling van het reglement van orde voor het panel van deskundigen
Besluit (EU) 2023/142 van de Raad van 17 januari 2023 betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling dat is opgericht bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en Japan betreffende een economisch partnerschap, met betrekking tot de opstelling van een lijst van personen die bereid en in staat zijn om als deskundigen op te treden en de vaststelling van het reglement van orde voor het panel van deskundigen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
De Overeenkomst tussen de Europese Unie en Japan betreffende een economisch partnerschap (de “overeenkomst”) is door de Unie gesloten bij Besluit (EU) 2018/1907 van de Raad van 20 december 2018(1) en is op 1 februari 2019 in werking getreden.
Op grond van artikel 16.18, lid 4, punt d), van de overeenkomst stelt het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling (het “Comité”) een lijst op van ten minste tien personen die bereid en in staat zijn om als deskundigen op te treden voor het panel dat wordt ingesteld om kwesties betreffende de interpretatie of toepassing van de betrokken artikelen van hoofdstuk 16 te onderzoeken.
Op grond van artikel 16.18, lid 2, van de overeenkomst stelt het Comité het reglement van orde van het deskundigenpanel vast.
Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Comité, aangezien het beoogde besluit voor de Unie bindend zal zijn.
Ingevolge artikel 22.3, lid 3, van de overeenkomst kunnen besluiten van het Comité ook schriftelijk worden vastgesteld,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Brussel, 17 januari 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
E. Svantesson
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
De Overeenkomst tussen de Europese Unie en Japan betreffende een economisch partnerschap (de “overeenkomst”) is door de Unie gesloten bij Besluit (EU) 2018/1907 van de Raad van 20 december 2018(1) en is op 1 februari 2019 in werking getreden.
Op grond van artikel 16.18, lid 4, punt d), van de overeenkomst stelt het Comité voor handel en duurzame ontwikkeling (het “Comité”) een lijst op van ten minste tien personen die bereid en in staat zijn om als deskundigen op te treden voor het panel dat wordt ingesteld om kwesties betreffende de interpretatie of toepassing van de betrokken artikelen van hoofdstuk 16 te onderzoeken.
Op grond van artikel 16.18, lid 2, van de overeenkomst stelt het Comité het reglement van orde van het deskundigenpanel vast.
Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Comité, aangezien het beoogde besluit voor de Unie bindend zal zijn.
Ingevolge artikel 22.3, lid 3, van de overeenkomst kunnen besluiten van het Comité ook schriftelijk worden vastgesteld,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: