Het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) en Protocol 37 (dat de in artikel 101 bedoelde lijst bevat) bij de EER-overeenkomst, is gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.
Besluit (EU) 2023/272 van de Raad van 30 januari 2023 betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot een wijziging van bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) en Protocol 37 (dat de in artikel 101 bedoelde lijst bevat) bij de EER-overeenkomst (Cyberbeveiligingsverordening) (Voor de EER relevante tekst)
Besluit (EU) 2023/272 van de Raad van 30 januari 2023 betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt met betrekking tot een wijziging van bijlage XI (Elektronische communicatie, audiovisuele diensten en informatiemaatschappij) en Protocol 37 (dat de in artikel 101 bedoelde lijst bevat) bij de EER-overeenkomst (Cyberbeveiligingsverordening) (Voor de EER relevante tekst)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte(1), en met name artikel 1, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte(2) (“de EER-overeenkomst”) is op 1 januari 1994 in werking getreden.
Overeenkomstig artikel 98 van de EER-overeenkomst kunnen bijlage XI en Protocol 37 bij die overeenkomst bij besluit van het Gemengd Comité van de EER worden gewijzigd.
Verordening (EU) 2019/881 van het Europees Parlement en de Raad(3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.
Bijlage XI en Protocol 37 bij de EER-overeenkomst moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.
Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER moet derhalve worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Brussel, 30 januari 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
P. Kullgren
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte(1), en met name artikel 1, lid 3,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte(2) (“de EER-overeenkomst”) is op 1 januari 1994 in werking getreden.
Overeenkomstig artikel 98 van de EER-overeenkomst kunnen bijlage XI en Protocol 37 bij die overeenkomst bij besluit van het Gemengd Comité van de EER worden gewijzigd.
Verordening (EU) 2019/881 van het Europees Parlement en de Raad(3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.
Bijlage XI en Protocol 37 bij de EER-overeenkomst moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.
Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER moet derhalve worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: