Besluit (GBVB) 2021/509 wordt als volgt gewijzigd:
-
In artikel 2 wordt lid 1 vervangen door:
.“1.Het financiële maximum voor de uitvoering van de faciliteit voor de periode 2021-2027 bedraagt 7 979 000 000 EUR in lopende prijzen.”
-
Aan artikel 4 wordt het volgende punt toegevoegd:
-
“oefenoperatie”: een militaire GVDB-oefenoperatie van de Unie of het militaire onderdeel van een civiele GVDB-oefenoperatie, uitgevoerd in overeenstemming met het beleid inzake oefenoperaties van de Europese Unie in het kader van het GBVB.”.
-
-
In artikel 17 wordt het volgende lid ingevoegd:
.“3 bis.In afwijking van lid 3 van dit artikel kan elke beheerder het comité voorstellen om in de titels van de begroting die onder zijn verantwoordelijkheid vallen, voor een bepaald jaar extra vastleggingskredieten op te nemen in verband met betalingen die zijn gefinancierd met vervroegde bijdragen, als bedoeld in artikel 29, lid 15, om te voorzien in onvoorziene uitvoeringsbehoeften. De in de begroting opgenomen extra vastleggingskredieten worden afgetrokken van de jaarlijkse financiële maxima voor de komende jaren.”
-
In artikel 26 wordt lid 8 vervangen door:
.“8.De bijdragen van de lidstaten in een bepaald jaar mogen hun respectieve aandeel in het in artikel 25, lid 2, bedoelde betalingsmaximum niet overschrijden. Deze limiet is niet van toepassing op extra bijdragen krachtens lid 7 van dit artikel die het gevolg zijn van onthouding van de vaststelling van steunmaatregelen, noch op vervroegde bijdragen als bedoeld in artikel 29, lid 15.”
-
Artikel 28 wordt vervangen door:
.1.De faciliteit beschikt over een systeem van minimumdeposito’s voor vroegtijdige financiering van snelle-reactieoperaties van de Unie, spoedeisende maatregelen als bedoeld in artikel 58 en, na voorafgaande toestemming van het comité, individuele steunmaatregelen, voor het geval er onvoldoende middelen beschikbaar zijn en niet tijdig aan de behoeften kan worden voldaan volgens de gebruikelijke procedure voor het innen van bijdragen. De minimumdeposito’s worden beheerd door de betrokken beheerders.
2.Het bedrag van de minimumdeposito’s wordt, na voorstellen van de beheerder, door het comité vastgesteld en zo nodig herzien.
3.Voor de vroegtijdige financiering van minimumdeposito’s:
-
betalen de lidstaten hun bijdragen vooraf aan de faciliteit, of
-
wanneer de Raad besluit tot uitvoering van een snelle-reactieoperatie van de Unie waaraan de lidstaten bijdragen, een dringende maatregel goedkeurt of wanneer het comité toestemming geeft voor het gebruik van een systeem van minimumdeposito’s voor individuele steunmaatregelen krachtens lid 1, en het gebruik van een minimumdeposito daarvoor noodzakelijk is, betalen de lidstaten hun bijdragen binnen tien dagen na het verzenden van het verzoek ten belope van het referentiebedrag van de snelle-reactieoperatie of van de toegestane kosten van de spoedeisende maatregel of individuele steunmaatregel, tenzij de Raad anders besluit.”
-
-
In artikel 29 wordt lid 9 vervangen door:
.“9.Ieder deel van de vervroegde bijdragen aan minimumdeposito’s dat wordt besteed, wordt aangevuld door de bijdrage van de betrokken lidstaten in het volgende gewone verzoek om bijdragen te verhogen, tenzij deze lidstaten hun bijdrage reeds van tevoren hebben aangevuld. Indien het noodzakelijk is een beroep te doen op een minimumdeposito en de betrokken lidstaten hun bijdragen niet in de tussentijd hebben aangevuld, betalen zij het benodigde bedrag, in voorkomend geval, binnen tien dagen, krachtens artikel 28, lid 3, punt b).”
-
Aan artikel 29 wordt het volgende lid toegevoegd:
.“15.Naast de betalingen die zijn gedaan naar aanleiding van een overeenkomstig dit artikel gedaan verzoek om bijdragen, kan een lidstaat, vrijwillig en in overleg met de verantwoordelijke beheerder, in een bepaald begrotingsjaar vervroegde bijdragen betalen. In dat geval geeft de lidstaat die de vervroegde bijdrage heeft verstrekt, in overleg met de verantwoordelijke beheerder aan in verband met welke boekjaren dat bedrag in mindering zal worden gebracht op zijn toekomstige bijdragen.”
-
Aan artikel 73 wordt het volgende lid toegevoegd:
.“9.Het financiële referentiebedrag voor de gemeenschappelijke kosten van de militaire crisisbeheersingsoefening van de EU in 2023 (MILEX 23) bedraagt 5 000 000 EUR. Naast de gemeenschappelijke kosten die in aanmerking komen voor oefenoperaties overeenkomstig artikel 45, komen de volgende extra kosten voor het verlenen van steun aan de hoofdkwartieren en troepenmacht die aan de oefenoperatie deelnemen, bij wijze van uitzondering voor die oefenoperatie in aanmerking:
-
vervoerskosten, zoals aangegeven in bijlage IV voor de EU-gevechtsgroep, onder meer voor de strategische hulpmiddelen, en binnen het gesimuleerde operatiegebied, tijdelijke kazernes en tijdelijke accommodatie;
-
werkzaamheden betreffende inzet/tijdelijke infrastructuur: uitgaven die essentieel zijn voor de aan de oefenoperatie deelnemende hoofdkwartieren en troepenmacht om hun doel te bereiken;
-
identificatiemiddelen: specifieke identificatiemiddelen zoals identiteitskaarten van de “Europese Unie”, badges, penningen, vlaggen met de kleuren van de Unie of andere tekens ter identificatie van de troepenmacht of het hoofdkwartier (uitgezonderd kleding, hoofddeksels of uniformen);
-
lopende kosten: extra kosten voor diensten die essentieel zijn voor de directe ondersteuning van het inzetten op toegangspunten via de lucht en/of via zee, logistieke gebieden en verzamelgebieden.”
-
-
Bijlage I wordt vervangen door:
“”