Het namens de Unie in het Gemengd Comité betreffende wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties (het “MRA-Comité”) in te nemen standpunt over de vaststelling van een besluit betreffende een overeenkomst inzake wederzijdse erkenning van de beroepskwalificaties van architecten wordt gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het MRA-comité.
Besluit (EU) 2023/2467 van de Raad van 23 oktober 2023 over het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité inzake wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties dat is ingesteld in het kader van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds, over de voorgenomen vaststelling van een besluit betreffende een overeenkomst inzake de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties voor architecten
Besluit (EU) 2023/2467 van de Raad van 23 oktober 2023 over het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gemengd Comité inzake wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties dat is ingesteld in het kader van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds, over de voorgenomen vaststelling van een besluit betreffende een overeenkomst inzake de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties voor architecten
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
Besluit (EU) 2017/37 van de Raad(1) voorziet in de ondertekening namens de Unie van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (Comprehensive Economic and Trade Agreement — CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds. De CETA is op 30 oktober 2016 ondertekend.
Besluit (EU) 2017/38 van de Raad(2) voorziet in de voorlopige toepassing van delen van de CETA, met inbegrip van de oprichting van het Gemengd Comité betreffende wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties (het “MRA-comité”). De CETA wordt sinds 21 september 2017 voorlopig toegepast.
Op 22 mei 2018 hebben de Regelgevende organisaties voor architectuur in Canada (Regulatory Organizations for Architecture in Canada — ROAC (voorheen: “Canadese autoriteiten voor de verlening van architectenvergunningen” (“Canadian Architectural Licensing Authorities” — CALA)) en de Raad van architecten van Europa (Architects Council of Europe — ACE) een gezamenlijke aanbeveling ingediend bij het MRA-comité. Tijdens de vergadering van 16 april 2019 is het MRA-comité overeengekomen dat aan de vereisten van hoofdstuk elf van de CETA is voldaan en dat de door ROAC en ACE verstrekte documenten een aanvaardbare gezamenlijke aanbeveling vormen voor een overeenkomst inzake wederzijdse erkenning, met name wat betreft de potentiële waarde ervan en de verenigbaarheid van de vergunnings- of kwalificatieregelingen van de partijen.
Tijdens zijn vergadering van 24 november 2020 heeft het MRA-comité de onderhandelingsentiteiten opgericht en de stappen voor de onderhandelingen over een MRA vastgesteld. Tussen 24 maart 2021 en 10 maart 2022 heeft een reeks van negen onderhandelingsrondes plaatsgevonden.
De ontwerp-MRA waarover tussen de Unie en Canada is onderhandeld, voorziet in de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties onder specifieke en strikte voorwaarden. Wat de erkenning van Canadese beroepskwalificaties betreft, vereist de ontwerp-MRA ten minste 12 jaar onderwijs, opleiding en beroepservaring als architect, een geldige beroepsvergunning of registratie als architect van een bevoegde autoriteit in Canada en een goede reputatie. Het vereiste van een geldige beroepsvergunning of registratie als architect houdt in dat studies zijn voltooid die voldoen aan de Canadese onderwijsnorm en het accreditatiesysteem van de Canadian Architects Certification Board. De beoordeling van de voorwaarden voor het verkrijgen van een registratie of vergunning vormde de basis voor de conclusie in de gezamenlijke aanbeveling dat normen voor het onderwijs en de praktische opleiding van architecten in Canada aanvaardbaar waren.
De MRA zal specifieke regels bevatten op grond waarvan de beroepskwalificaties van architecten erkend kunnen worden en toegang tot professionele architectenactiviteiten op het grondgebied van beide partijen verleend kunnen worden, en zal derhalve de handel in architectendiensten vergemakkelijken.
Het MRA-comité moet een besluit betreffende een MRA vaststellen.
Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het MRA-comité moet worden ingenomen over de vaststelling van een besluit betreffende een MRA, aangezien de MRA voor de Unie bindend zal zijn.
Het standpunt van de Unie in het MRA-comité moet derhalve gebaseerd worden op het aangehechte ontwerpbesluit,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Luxemburg, 23 oktober 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
L. Planas Puchades
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
Besluit (EU) 2017/37 van de Raad(1) voorziet in de ondertekening namens de Unie van de Brede Economische en Handelsovereenkomst (Comprehensive Economic and Trade Agreement — CETA) tussen Canada, enerzijds, en de Europese Unie en haar lidstaten, anderzijds. De CETA is op 30 oktober 2016 ondertekend.
Besluit (EU) 2017/38 van de Raad(2) voorziet in de voorlopige toepassing van delen van de CETA, met inbegrip van de oprichting van het Gemengd Comité betreffende wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties (het “MRA-comité”). De CETA wordt sinds 21 september 2017 voorlopig toegepast.
Op 22 mei 2018 hebben de Regelgevende organisaties voor architectuur in Canada (Regulatory Organizations for Architecture in Canada — ROAC (voorheen: “Canadese autoriteiten voor de verlening van architectenvergunningen” (“Canadian Architectural Licensing Authorities” — CALA)) en de Raad van architecten van Europa (Architects Council of Europe — ACE) een gezamenlijke aanbeveling ingediend bij het MRA-comité. Tijdens de vergadering van 16 april 2019 is het MRA-comité overeengekomen dat aan de vereisten van hoofdstuk elf van de CETA is voldaan en dat de door ROAC en ACE verstrekte documenten een aanvaardbare gezamenlijke aanbeveling vormen voor een overeenkomst inzake wederzijdse erkenning, met name wat betreft de potentiële waarde ervan en de verenigbaarheid van de vergunnings- of kwalificatieregelingen van de partijen.
Tijdens zijn vergadering van 24 november 2020 heeft het MRA-comité de onderhandelingsentiteiten opgericht en de stappen voor de onderhandelingen over een MRA vastgesteld. Tussen 24 maart 2021 en 10 maart 2022 heeft een reeks van negen onderhandelingsrondes plaatsgevonden.
De ontwerp-MRA waarover tussen de Unie en Canada is onderhandeld, voorziet in de wederzijdse erkenning van beroepskwalificaties onder specifieke en strikte voorwaarden. Wat de erkenning van Canadese beroepskwalificaties betreft, vereist de ontwerp-MRA ten minste 12 jaar onderwijs, opleiding en beroepservaring als architect, een geldige beroepsvergunning of registratie als architect van een bevoegde autoriteit in Canada en een goede reputatie. Het vereiste van een geldige beroepsvergunning of registratie als architect houdt in dat studies zijn voltooid die voldoen aan de Canadese onderwijsnorm en het accreditatiesysteem van de Canadian Architects Certification Board. De beoordeling van de voorwaarden voor het verkrijgen van een registratie of vergunning vormde de basis voor de conclusie in de gezamenlijke aanbeveling dat normen voor het onderwijs en de praktische opleiding van architecten in Canada aanvaardbaar waren.
De MRA zal specifieke regels bevatten op grond waarvan de beroepskwalificaties van architecten erkend kunnen worden en toegang tot professionele architectenactiviteiten op het grondgebied van beide partijen verleend kunnen worden, en zal derhalve de handel in architectendiensten vergemakkelijken.
Het MRA-comité moet een besluit betreffende een MRA vaststellen.
Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het MRA-comité moet worden ingenomen over de vaststelling van een besluit betreffende een MRA, aangezien de MRA voor de Unie bindend zal zijn.
Het standpunt van de Unie in het MRA-comité moet derhalve gebaseerd worden op het aangehechte ontwerpbesluit,
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD: